Roghair, R.W.M.

Een speciale editie over REINIERA (Reneé) WILHELMINA MARIANNA ROGHAIR.

Ik verzoek de bezoekers/-sters van deze pagina dringend om de pagina over RADEN MAS NOTO SOEROTOook te lezen, om een stukje van Reiniera’s leven meer te begrijpen.

Aisha Krancher van www.krancher.com attendeerde mij op Reiniera Roghair (wier graf door Krancher.com in hun data base opgenomen is) en zij was zo attent en vriendelijk om mij twee foto’s toe te sturen van het graf/verzamelgraf van Reiniera, die op Kembang Kuning ligt te rusten, waarbij zij mij tevens verwees naar Raden Mas Noto Soeroto’s leven in Holland in zijn jeugd(ige) jaren. Ish vindt dat Reiniera haar plaatsje in de digitale geschiedenis ook verdient en daar heeft Ish gelijk in.

Op mijn website pagina heb ik reeds iets over Raden Mas Noto Soeroto geschreven, maar niets over Reiniera. Wel heb ik op die bewuste pagina een link geplaatst naar een werkstuk/artikel/proefschrift van de heer R.B. Karels, die een volledige studie had gedaan naar Raden Mas Noto Soeroto – zoon van de Pangeran Ario Noto Dirodjo van de kraton Pakeoalaman – destijds een onderdeel van het rijk van Jogja..

De wet op de Privacy in acht nemend, doe ik geen uitgebreide details vermelden.

Bronnen: Diverse almanakken, historische archieven, de Delpher.nl en het proefstuk van de heer Karels over de Raden Mas Noto Soeroto.

Wie was Reiniera Wilhelmina Marianna Roghair?

Zij werd geboren op 16 aug 1899 als jongste kind van Johannes Roghair en Wietske (Wytske) Friso te Den Haag.

Vader Johannes stierf op 16 dec 1902 te Den Haag op 31-jarige leeftijd en moeder Wietske stierf te Den Haag op 6 aug 1924.

Op 11 okt 1924 stapten Reiniera en oudere zus Celia Carolina aan boord van het ss Prinses Juliana richting Batavia om daar hun geluk en vree te vinden. Het overlijden van hun moeder zal hen beiden een douw in de rug gegeven hebben om richting Indië te gaan en tevens het feit, dat in Indië ook woonachtig was hun oudste zuster Johanna Roghair. In Nederland lieten zij een paar naaste familieleden achter, onder andere een oom Gerard.

Maar tussen 1915 en 1920 vonden er al een paar zeer belangrijke gebeurtenissen plaats in het nog jonge leventje van Reiniera.

In het midden circa van  1915 leerde Reiniera namelijk de Raden Mas Noto Soeroto kennen en zij geraakte op 16-jarige leeftijd zwanger van de RM. Raden Mas Noto Soeroto had net zijn verkering met Jo Meijer uitgemaakt…..En op 27 april 1916 wordt hun dochter Cecile Noto geboren te Amsterdam, maar de kleine Cecile overleed reeds op 25 jan 1920 in Den Haag. In april 1920  echter bleek dat de R.M. wederom omgang had met Jo Meijer, zijn “verkering” voordat hij omgang had met Reiniera. De RM huwde later ook met Jo en kreeg bij haar kinderen.

Reiniera bleef alleen achter: zonder de vader van hun vroeg gestorven kind. De geschiedenis herhaalde zich, want later bleven Jo en de kinderen ook alleen achter….meneer Noto kon niet aarden…jaja. Jo en de kinderen gingen in het verzet tegen de Nazi-Duitse bezetters.

Hieronder beschrijf ik enkele details uit het leven van Reiniera en haar familieden.

Reiniera is 3 jaar als haar vader overlijdt en moeder Wietske is gedwongen om haar beroep als naaister te hervatten om het gezin van levensonderhoud te kunnen voorzien. Zij wonen een poos in Scheveningen.

Haar oudere zuster Johanna heette ten volle: Johanna Louisa Geertruida Wilhelmina Mauritia Rensia Petronella Roghair en werd als voorkind van het echtpaar Roghair-Friso (ouders kinderen Roghair) op 8 sept 1891 geboren, hetgeen op de huwelijksakte ook vermeld wordt. Het echtpaar huwde te Den Haag op 20 sept 1893.

Johanna huwde op 2 mei 1916 te Den Haag met Johannes Bernardus Zimmermann (1885 Bandjarmasin -1927 Semarang) geboren te Bandjarmasin en weduwnaar van Wilhelmina Ernestina Sneeuwjagt. (Huwelijk 13-2-1907 Semarang – overleden 8-3-1916 Den Haag). Zimmermann en Sneeuwjagt arriveerden in 1914 in Nederland en het echtpaar Zimmermann-Roghair keerden naar Indië op 4 dec 1920 en woonden te Jogja en vertrokken naar Semarang op 5 sept 1922. Zimmermann verbleef een aantal jaren in Nederland en had genoeg van de ardappelprak en verlangde naar de nasi en de sambel.

Wat er met het  huwelijk Zimmermann-Roghair gebeurde is mij onbekend, maar tussen 1922 en 1924 zal Johanna de heer J. List ontmoet hebben en huwden zij. (RA 1823 J. List zonder echtgenoot woonachtig te Surabaya en RA1825 J. List vermeld met echtgenote J. Roghair.) Uit dit huwelijk met J. List tenminste twee kinderen (*1932 en *1934). J. List was wiskundig adviseur bij de Amsterdamsche Verz. mij te Surabaya.

(RA1925 vermeldt echter ook, dat Zimmermann een gepen. stationschef is te Semarang en nog gehuwd met Johanna en evenzo staat dit genoteerd in de RA’s t/m 1938, terwijl de heer Zimmermann overleden was in 1927 – roosjeroos.nl akte 24 – film 1357809. Er hebben derhalve een paar ambtenaren weer niet goed opgelet destijds en de dag geplukt met neuspeuren of ook wel genoemd “cari upil” of “groene ballekes” zoeken. As usual en nog steeds een gangbaar ritueel heden ten dage. Ik kan er persoonlijk van getuigen, wat betreft mijn moeder zaliger, alhier in Nederland genoteerd en ge-archiveerd. Ja toch ambtenarij van de gemeente van de stad waar ik verblijf?)

De Gemeentelijke Spaarbank van Surabaya verklaarde het spaarbank boekje van Johanna op 1 febr 1947 onder nummer B2909 als verloren en het spaartegoed kwam de bank toe conform hun reglement. Waarom is mij onbekend. Was Johanna al terug in Nederland? Boekje helemaal vergeten?

Johanna keerde terug naar Nederland (wanneer?), maar in elk geval was zij verpleegde in een hospice. (Telegraaf 3-1-1976)

Op 23 aug 1933 scheepsmeldingen krant: Mevr. List-Roghair en kind per ss Johan Van Oldenbarneveld van Batavia naar Amsterdam.

De Ind.Crt 2-3-1932: Geboren zoon van mevr. List-Roghair te Soerabaja.

De Tijd: 3-1-1934: Geboren zoon van mevr. List-Roghair te ???

Reiniera stierf te Surabaya (hoogstwaarschijnlijk omdat zussen Johanna en Celia daar woonden en haar verzorgden/verpleegden) na een langdurig lijden op 5 dec 1930, terwijl zij (volgens de almanakken) woonachtig was te Malang. Mij is onbekend hoe zij in haar levensonderhoud voorzag. Het kan ook zo geweest zijn, dat Reiniera te Malang verbleef omdat het daar klimatologisch goed vertoeven is of dat zij wellicht in een nabij gelegen sanatorium lag.(Tosari??). De gezondheidssituatie verslechterde en derhalve naar Soerabaya om bij haar familie te zijn?

Over zus Celia Carolina heb ik niets bizonders kunnen vinden, behalve dat zij op 5 sept 1942 te Den Haag was gestorven op 47-jarige leeftijd. Zij bleef ongehuwd. In 1937 scheen zij in Soest gewoond te hebben en naar Den Haag teruggekeerd te zijn. (Haags archief.). Zij kwam terug in Nederland per m.s. Baloeran die op 13 jan 1936 te Rotterdam werd verwacht. Vreemd, er is een “gap” in de periode na haar terugkeer vanaf jan 1936 t/m sept 1937. Waar verbleef Celia? Direct na aankomst naar Soest gegaan tot sept 1937? Archief Soest geeft geen soelaas…..

 

 

Hieronder de foto’s van het graf van Reiniera op Kembang Kuning, gemaakt door www.krancher.com en welke ik met toestemming hier mag plaatsen, waarvoor dank.

De eerste foto is een afbeelding van het totale verzamelgraf en de tweede foto toont de grafplaat van Reiniera. Haar grafplaat is één der weinige nog leesbare platen.

 

Het grafopschrift luidt:

HIER RUST RENEÉ ROGHAIR GEB. 16 AUG.1899 OVERL. 5 DEC. 1930. (Ind.Nvorscher)

Alhoewel Reiniera en haar dochtertje Cecile Noto 14000 km van elkaar verwijderd liggen, ben ik er zeker van dat zij herenigd zijn in eeuwige vrede en rust….. Zou Amsterdam weten, dat er in hun stad een nobele nazate van het hof van Pakoealaman geboren werd en zou Den Haag wete, dat er in hun stad deze nazate begraven ligt?

Zou de heer Raden Mas Noto Soeroto nog wel eens aan Reiniera en zijn eerstgeborene gedacht hebben? In Den Haag tijdens zijn “studentenjaren” scheen hij wel eens aardig de bloemetjes buiten gezet te hebben en verkeerde daardoor in voortdurende geldnood. (Zie proefschrift van de heer Karels.). Als je het mij vraagt? Nee, vermoedelijk niet…hij had het te druk met zijn geldzorgen en braspartijen…want uiteindelijk liet hij zijn gezin ook achter in Nederland….

3 Gezusters Roghair zochten hun geluk en vree in Indië: één bleef achter in Indische bodem en de twee anderen keerden terug naar Nederlandse grond….. en zij die achterbleef, wordt bij deze extra herdacht….dank zij Ish Krancher.

Terug naar boven