Sebelimbingan (KalSel)
Weer zo’n speciale editie, vind ik zelf. KalSel…. Huh? Wa’s dah nou weer? Ja hoor, dezelfde vragen van dezelfde onwetenden of te wel De Zaligen Armen van Geest., die slechts sate kambing, gado2 en de randang (en niet RENDANG volgens een professor in de Lijpologie) in een rantang in hun woordenboek hebben en het liefst hun koffie bij en in het durpscafe de Leuterboer drinken.
KalSel is KALimantan SELatan of te wel Zuid Borneo en heel vroeger toen er nog Big Shots met vuurrode harses en rood-wit-blauwe vlaggetjes in de zon daar rondliepen werd het wel eens Zuider- en Ooster- Afdeling van Borneo genoemd. Maar je bent geinteresseerd in het land van herkomst of je bent het niet en als je het niet bent, dan weet je dus ook niet wat KalSel betekent tegenwoordig toch? En blijf je lekker weg. Lekker puh, analfabeet. (Indonesia heeft een voorliefde voor afkortingen. Oost Java bijv. = JaTim = Jawa Timur. West Jawa = JaBar = Jawa Barat.)
Goed, deze pagina is voor ALLE personen bestemd, die ooit eens uit hoofde van “Voor Vorst en Vaderland en Eigen Gewin” daar rondliepen in die bepaalde contreien die honderden zo niet duizenden kilometers ver weg verwijderd waren van de Grote Toean Papa Besar met zijn gouden epauletten en sjerp en dichtgesloten jas toetoep en tegelijkertijd de moord stikte van de warmte. (Ook wel genaamd de G.G. – Gouverneur Generaal.)
En één van die contreien was bijvoorbeeld Poeloe Laoet (tegenwoordig Pulau Laut met hoofdstad Kota Baru), een eiland ten oosten van Banjarmasin en Martapura gelegen en tegenwoordig zelfs verbonden door een grote moderne brug met Borneo, want ook daar rijden tegenwoordig auto’s en motoren rond en zijn de dagen van de dokar, becak en speerwerpen voorbij.
Waar ligt dat precies dat Pulau Laut? Zie kaart hieronder.
Mijn hemel, wat hadden die blonde jongens – al of niet rondzwalkend in het burgerpakkie of een leger uniform daar te zoeken?
Een paar simpele redenen waarom zij daar waren: 1) De zeeroverij in de peiling houden. 2) de opiumsmokkel in de peiling houden. 3) Af en toe in het bootje stappen om naar het vasteland te gaan en uit hoofde van bijvoorbeeld hun soldaten beroep, een robbertje meeknokken met de troepen van het vasteland Borneo tegen enkele opstandige Dayak figuren en volgelingen en 4) later eind jaren 19de eeuw / begin jaren 20ste eeuw ook de wacht houden bij de steenkool ontginning.
Relatief zaten daar op dat eiland deze soldaten wel veilig in vergelijking met bijvoorbeeld een detachement in Kandangan, want op het vaste land van Borneo waren de Dayakers overal en alom aanwezig maar zo weer verdwenen ook met soms achterlating van enkele onthoofde lichamen van hun tegenstanders.
Het eiland was voor hen wat moeilijker te bereiken omdat hun kanootjes ietwat fragiel waren en zij anders ook vermoeide armen van het roeien hadden en dus niet meer zo goed hun parang of klewang (of hoe je het ook wilt noemen) konden hanteren. Heh, moet ik nu alles voorkauwen?
Maar, zoals altijd en overal ter wereld gaan wel eens mensen dood en aangezien het volk dat gestationeerd werd op dat eiland nu niet bepaald tot de hoogste rangen en standen behoorden, werden zij dus netjes op het eiland zelf begraven. Even naar het vasteland overvaren was te duur of er was toevallig geen boot aanwezig. Ze kregen wel netjes een gemetselde tombe.
En laat nu een bewoner van dat eiland eens op speurtocht gegaan zijn en te midden van het onbewoonde gedeelte midden in de jungle zo’n verlaten, overwoekerd en in vervallen staat gevonden hebben, waarvan hieronder dan enkele beelden.
Helaas zijn de graven dusdanig verweerd, dat enige herkenning niet meer mogelijk is.
Voor hen die daar liggen en voor alle anderen die elders op zo’n verlaten plek hun laatste rustplaats hebben gevonden, dan hierbij mijn hommage aan hen. Opdat zij niet vergeten worden en zij in eeuwige vrede hun rust hebben.
Triest…eens waren zij net als ons lezers…. zij moesten hun brood verdienen en dit is hun dank.
Tja, en later kwam natuurlijk dat steenkool gedoe ook nog op de proppen en daarom een foto van GaHetNa met beelden van een afgemeerd kolenschip. Dat de ontginning van de steenkoolmijn Poeloe Laoet niet bepaald volgens de regels van de hedendaagse normen en waarden gebeurde, hoef ik natuurlijk hier niet uit de doeken te doeken te doen, toch? Ik neem aan, dat zoiets wel bekend is bij het geachte lezerspubliek. (of niet?)
De steenkool maatschappij ging later over in handen van de regering en in 1934 werd het bedrijf gesloten en toen….. zat men met de handen in het haar, want…. er waren woningen over, landerijen, loodsen, een kerkje, een school en zelfs een ziekenhuis etc etc…. Alles was er behalve de mensen die er werkten en woonden….wat moest men er in godesnaam mee?
Tot één of andere snuggere regerings beleidsbepaler een idee opperde: Jongens we maken er kolonie van geschikt voor KATHOLIEKE Indo Eurpeanen !!!!! En we nemen deze kolonie als voorbeeld van het slagen van een welgeopperd plan als voorbeeld voor eventuele andere kolonies….jaja zo ging dat dus.
Het ziekenhuis van Poeloe Laoet te Sebelimbingan. Bron Collectie Tropenmuseum. En laat nu dat kleine kerkhofje naast het terrein van het ziekenhuis gelegen zijn.
De toegangspoort van het kerhofje.
Volgens media bronnen te Banjarmasin waren er voor 2012 nog circa 30 graven te vinden op het kerkhofje. Sedert 2012 echter telde men stukken minder en was er veel kapot gemaakt en zijn van sommige graven slechts gaten in de grond zichtbaar. Volgens de media zou het kunnen, dat de lokale bevolking de graven geplunderd heeft ten eigen behoeve, zoals bijvoorbeeld de marmeren grafplaten e.d.
BTvP heeft geen lijst samengesteld van de aldaar begravenen: het zouden militairen geweest kunnen zijn maar ook patienten die in het ziekenhuis overleden waren. Misschien wel zeelieden?
Slechts van 2 graven is er nog een klein beetje iets van te maken, maar de beschikbare bronnen vermelden totaal niets over hen, althans als de namen op de graven juist zijn