Becking, D.W.

Het eenzame graf van Majoor D.W. Becking te Sungai Selan op Midden Bangka gelegen.

(Eenzaam? Jawel. Voorheen waren er meerdere graven, doch deze zijn alle geruimd en o.a. Polsek heeft dit terrein haar hazerne gebouwd. Het graf van KNIL kommandant Banka majoor Dirk Willem Becking is gespaard gebleven wegens het simpele feit, dat men het een mooi graf vond, niet uit respect of iets dergelijks.)

Bronnen: Bangkapos.com, delpher.nl, archief Duitsland Werth, openarch.nl, Nabeschouwingen krijgsverrichtingen door majoor van Rees 1865 (zie link onder)

Achter het terrein van de POLSEK in het durp/wijk Sungai Selan op Midden Bangka ligt een eenzaam graf, welke sedert 1851 aldaar werd opgericht, hoogstwaarschijnlijk met medewerking van de KNIL en familie in Nederland? Ik zou het niet weten en vermoed het slechts. Sinds 2017 hebben de plaatselijke Indonesische autoriteiten het graf onder monumentenzorg laten vallen.

Het graf wordt – zover mogelijk – vrijwillig onderhouden, d.w.z. van overtollig onkruid en vuil ontdaan, door een oudere bewoonster van het durp en kunnen lokale “dagjesmensen” het graf bezoeken etc. Ik vraag me af wat er zal gebeuren als de oudere dame er niet meer is, want…… kennende…. etc etc…laat maar waaien etc etc…

Dirk Willem Becking, geboren op 12 maart 1803 te Werth Duitsland nabij de Nederlandse grens met Twente en overleden op 25 febr 1851 te Soengei Slan (huidige spelling Sungai Selan) aan de koorts.(Volgens bepaalde bronnen – zie link onder Google boeken – was hij in januari al getroffen door de dyssenterie.)

Zijn ouders waren Hermann (of Harmen) Becking en Henderica Bernhardina Becking (familie??) en uit dit gezin meerdere kinderen (zie website Becking voor nadere details.)

Dirk Willem was volgens mijn weten niet gehuwd. Hij was kampkommandant (met de rang van majoor) van Bangka en onder belast belast met de leiding van o.a. het uitschakelen van onlusten en muiterijen onder de plaatselijke bevolking van Depati Amir te Bangka (1848-1851). (Bron Bangkapos.com). Het schijnt dat de “opstandeling” – volgens Bangkapos.com naar Kupang is verbannen, na zijn overgave. Vlak na deze verbanning stierf Dirk Willem aan de koorts wegens de erbarmelijke toestanden van het legerkamp te Bangka. (Zie Delpher hierover.)

In elk geval: Indonesia noemt hem een nationale held en in Nederland heb ik o.a. dit kleine stukje kunnen vinden over de “muiteling” Amir

Via Delpher boeken de DEZE link met daarin een ruime uiteenzetting over de onlusten te Banka en de overgave van Depati Amir.

Ik raad de lezers dit boek beslist aan teneinde enog begrip op te kunnen brengen hoe het KNIL soms het werk diende te doen en zeer fraai in dit boek is ook beschreven en uiteengelegd de machtsstrijd tussen civiel en militair bestuur. Men kan het downloaden en op het gemak doorlezen.

De Bangkapos schrijft ook, dat Dirk Willem Becking is overleden tijdens deze veldtocht (De lokale dame Solmi geciteerd door Bangkapos, hetgeen niet waar is…)

In elk geval: deze Indonesische krant berichtte dat Depati Amir op 3 febr 1851 door middel van verraad door enkele zijner volgelingen, door het KNIL gevangen werd genomen. Ook dit is erg kort door de bocht.

In 1831 werd hij onderscheiden wegens zijn verdiensten Tiendaagse Veldtocht. (Koning Willem I / II vs Belgie Opstand (Separatie van Nederland). Op het internet genoeg en meer erover te vinden. Hij werd per 17 febr 1831 1ste Lt bij het 12de Regiment.

(Zijn jongere broer H.F.J. werd per sept 1830 de rang toebedeeld van 2de Ltnt. – In sept 1851 werd hij bevorderd tot Kapitein 3de klasse.)

Een stukje artikel uit de Bangkapos.com over de dame die vrijwillig het graf onderhoudt (onderhield??) en lokale toeristen en of belangstellenden over het graf verhaalt (verhaalde??).

De overlijdens advertentie geplaatst namens familie door zijn jongere broer Henricus Franciscus Joannes Becking – 1ste Luitenant KNIL. …In september van hetzelfde jaar werd hij bevorderd tot Kapitein 3de klasse. Henricus zelf stierf in 1855.

Let wel: Het duurde 3 maanden vooraleer de familie de dood van hun broeder bekend werd.

Een fragment uit het boek van majoor van Rees  inzake het overlijden van majoor Becking en zijn kapitein Doorschodt.

Over kapitein Doorschodt ( Henricus Jacobus) heb ik genealogisch weinig meer kunnen vinden als enkel zijn overlijdens advertentie geplaatst door zijn wapenbroeders. Waarschijnlijk was hij niet gehuwd. In november 1850 werd hij overgeplaatst van het garnizoens bataillon Banka  naar het 9de bataillon Soengei Slan, om enkele maanden later wegens ontberingen en ziekte te overlijden. De advertentie vermeldt “onze waarden Broeder” , waarmede in dit geval bedoeld wordt “Wapenbroeder” en niet bloedverwant. Slechts de Register almanak vermeldt zijn overlijden op 11 januari 1851 met vermelding “militair”. Jammer dat de hooggeplaatste regering te Batavia de naam achterwege heeft gelaten van kapitein Doorschodt in haar verordening november 1851, daar waar hij m.i. het verdiend heeft, al was het enkel maar alleen vanwege het feit, dat hij aldaar ook in de drek en smurrie zijn werk moest doen.

De betreffende Resident Frederic van Olden, die in die jaren gemoeid (brugerlijk) was met de aanhouding van depatty Amir, schreef in 1860 een boek over zijn bevindingen met onder een “geheime” briefwisseling tussen hem en kapitein Doorschodt en ook iets over de latere scheve verstandhouding tussen Becking en de Resident…

Het boek is te downloaden en zeer interessant om de uiteenzetting van de Resident tegenover die van majoor van Rees te plaatsen: het gaat maar om één ding, namelijk “macht” en wie had er gelijk?

 

Moge Dirk Willem en overigen ( oals bijvoorbeeld de overige onbekende en lageren in rang die tijdens de schermutselingen het leven lieten) hun eeuwige vrede hebben.

Terug naar boven