Theodorus “Toontje” Poland.
Gegevens ontleend aan de boeken en gegevens van:
-
Willem Adriaan Rees (Majoor), uitgebracht in 1881 door Gualth Kolff. Rees stelde zijn boek samen aan de hand van de geschriften van Toon Poland zelf, daar Toon van plan was om zelf een boek samen te stellen, doch er niet aan toe kwam.
-
Johan Fabricius, uitgebrachte boeken o.a. Toontje Poland en Toontje Poland onder de tropenzon.
-
Regionaal archief Alkmaar.
-
Bekende bron internet Wikipedia en enkele andere onbekende.
Wie precies “Toontje” Poland was, is te vinden in de hierboven genoemde boeken en zal ik derhalve slechts een summiere opsomming verstrekken van enkele details c.q. anekdotes.
Geboren te Alkmaar 20 januari 1795 en gestorven te Tjilatjap 19 december 1857.Toon was de eerst geborene en tevens lieveling van zijn vader, die een goed draaiende kruidenierswinkel had (De vergulde ster).
Toon’s vader stierf vrij jong en al snel viel de weduwe in handen van een zuipert die van de centen van de weduwe heel wat inhoud van de flessen jonge/oude achterover sloeg. Toon kon het niet vinden met deze man (Plasman) en zocht derhalve al vroeg zijn heil op straat en liep vaak weg naar veraf wonende familieleden, om uiteindelijk te belanden in het leger. Eigenlijk moest Toon vluchten, want op een gegeven dag had hij zijn stiefvader de gracht in gedenderd. Tijdens de aanmelding te Den Haag werd hem gevraagd om schriftelijke toestemming van zijn moeder, die deze maar al te graag gaf. Toon moest daarvoor een dag of tien wachten en logeerde in een Haags hotelletje dat hij betaalde met gejat geld uit de winkelkassa.( = Tas van zijn moeder en één en ander op advies van een veteraan, die hem het leger in dirigeerde en hem onder zijn hoede nam.)
Na zijn avonturen in het Nederlands Leger te Nederland, Belgie en Frankrijk en alvorens aan te melden voor het Indisch Leger, bezocht Toon nog eens zijn moeder en merkte dat zij en de zusjes in armoe leefden en dat moeder een baantje als dienstmeid had of zoiets en ondanks de vroegere “afkeer” van zijn moeder voor Toon (wegens diens jeugdstreken tegenover had vrijer Plasman) was Toon bereid om zo veel mogelijk het gezin financieel te ondersteunen. Toon had ook nog een oprotpremie uit het Frans/Nederlandse leger tegoed, dat hij later aan het gezin gaf.
Toon was in Indië vader van totaal 22 kinderen, die hij bij zijn vaste Javaanse Niyai Fien had en met wie hij uiteindelijk in 1855 huwde, uit erkentelijkheid jegens haar trouw aan hem in al die jaren en om haar te verzekeren van een weduwen pensioen, mocht hij eerder het aardse leven verlaten. Bij de terugtocht van het leger bij Fort Amerongen (Tanah Batak Sumatra) in 1833, hielp zij haar zwaargewonde man te vluchten, waarbij zij zelf hoogzwanger was en zij hem droeg, geholpen door een bediende, gedragen aan een bamboe hangbaar. Volgens de boeken en krantenartikelen over deze slag, scheen hij zoveel respect en bewondering van de Padri’s gehad te hebben, dat hij voor alle soldaten en hun vrouwen en kinderen, een vrije aftocht had bedongen uit Fort Amerongen.
Toen de dokter eens besloot om zijn been te amputeren wegens een zware oorlogsverwonding ging Toontje er dwars tegen in en was het Fien die hem verzorgde en zijn been met koude kompressen behandelde en hij tot stomme verbazing van de dokter, volledig genas.
Toon moest eens als lijfwacht fungeren voor de 8-jarige prins van de kraton Jogja en zijn commentaar was: Nu moet ik ook nog eens voor kinderbaboe spelen. Deze affaire duurde voor Toon gelukkig niet lang.
Hij eindigde zijn militaire carriere als Kolonel Titulair, was Luitenant Kolonel gedecoreerd met de MWO 3de klasse in 1849 en nog een paar andere ordes. (Is te vinden in de boekwerken en legerdossiers.)
Foto’s onder:
De aanduiding op de gevel van het geboortehuis:
De omgeving waar Toontje in zijn jeugd rondzwierf en daaronder zoals het nu is. De buurt Verdronkenoord St.Jacobstraat / Verdronkenoord te Alkmaar.
Hieronder de rouw advertentie geplaatst door Fien. Let op de zin: mij achterlatende met 7 onverzorgde kinderen, waarvan de jongste slechts 4 maanden oud is.
Deze jongste werd namelijk geboren op 18 augustus 1857. (Adv. kranten kb.nl)
Enkele feiten/anekdotes:
Toon was een soldaat en vechtjas in hart en nieren en had een hekel aan de bureaucratie van het leger. Maar Toon kon ook enorm goed feesten en zich laveloos zuipen. Diverse premies joeg hij in gezelschap van zijn “maten” er moeiteloos doorheen.
Zijn afdeling Madoerezen (circa 3000 manschappen incl. officieren en onderofficieren), die hij had opgeleid, waren hem lief en v.v. Tijdens veldtochten sliep hij met ze in de open lucht, alhoewel hij de bevelvoerend officier was. De vijand sloeg bij voorbaat al op de vlucht, alvorens de slag werd geleverd, want zijn beroemde strijdkreet was hiervoor al genoeg, als hij met zijn Madoereze vechtbende er aan kwam: Komt kinderen. Met papa erop los. Hoera.!!!
In Soerabaya was in de jaren 30 van de vorige eeuw een straat genaamd, Toontje Poland laan. Volgens krantenartikelen werd melding gemaakt van een inbraak in één der huizen door een inbreekster, die echter niet gevat werd door de Hermandad.
Toon weigerde ooit een decoratie, doch Merkus de Kock zelf overreedde hem de orde toch aan te nemen. Toon was nl door de Kock voorgedragen voor een decoratie en de promotie tot 1ste Ltnt. De decoratie werd goedgekeurd doch de promotie niet. Daar was Toon over gebelgd. Zie scan uit het boek van Rees hieronder.
Toon nam het voor zijn Madoereze soldaten op, toen zij niet ge-uniformeerd waren en hij als beweegreden aangaf, dat zijn soldaten “beter” waren dan die andere wel-ge-uniformeerden. Zijn soldatenmacht kreeg toestemming om voortaan ook epauletten te mogen dragen, die zij echter wel zelf dienden te bekostigen. Toon kennende, nam hij dat voor zijn rekening en de soldaten liepen voortaan als trotse pauwen rond. Na afloop van de oorlog, werd het regiment Madoerese hulptroepen teruggestuurd naar Madoera en Toon kreeg het voor elkaar om er een waar feestelijk en groots schouwspel van te maken. 80 Prauwen volgeladen, voorzien van affuiten en feestelijke tierenlantijnen, voer de stoet de Solo af richting Oost Java om aldaar met zeewaardige prauwen de Straat over te steken richting eiland, alwaar de Sultan hen opwachtte en er een groots onthaal gegeven werd ter ere van het regiment. Toon zelf was het middelpunt van het onthaal en het daarop volgende feest, waarbij de sultan niet schroomde om het Europese begeleidende soldatenvolk ruimschoots van drank te voorzien. Toon moest ook apart bij de Sultane op audientie in haar vertrekken, waarbij uiteraard dit ook gepaard ging met speciale feestelijkheden voorzien van de nodige gamelan en danspartijen.
Toon won eens een loterij en incasseerde een prijzengeld van circa 14000 guldens en een boot, die hij ten geschenke gaf aan de sultan van Madoera. De boot werd “Poland” gedoopt door de sultan en die gaf een 3-daags feest met 20 geleende kanonnen van het leger, 80 soldaten werden aangesteld om als ober te fungeren voor het genodigd publiek(waaronder 60 Europeanen uit Soerabaya en omstreken) en volgens de berichteninformatie scheen dit feest het grootste ooit gegeven feest te zijn geweest in Indië, met uiteraard Toon als toonbeeld van deze Bachus partij. Van Toon’s prijzengeld bleef niets over en Soerabaja had genoten van de vreet- en zuippartij en het kanonnengebulder.
Toon’s erfgenamen (volgens krantenberichten en Militaire informatie) overhandigden de ordes en diverse lijfsieraden en een schilderij van Fien aan de regering Departement van Oorlog (Krijgsgeschiedkundig archief) ten behoeve van de geschiedenis. Namen van de erfgenamen zijn te vinden in de krantenartikelen en het één en ander gebeurde in 1940 en 1941. Onder andere wordt de naam van de familie JOHAN genoemd.
Zie o.a. de foto’s onder.
Hieronder een foto van een dochter van Toontje en Fien: Theodora Wilhelmina, geboren Padang 7 juli 1846. Zij was gehuwd met de heer Hendrik Johan (van Armenische afkomst – zijn vader was Lazar Johan (Ohanian ten rechte geheten) en zijn moeder was Johanna Charlotte Schalk …. Zie advertentie hierboven. De foto was ter gelegenheid van het 50-jarig huwelijk in 1910 te Mojokerto, hetgeen impliceert dat zij in 1860 in het huwelijk waren getreden.(Zie boek Breton de Nijs). Volgens een kwartierstaat van de familie Johan en aktes was het huwelijk echter op 1 febr 1862 te Salatiga, hetgeen impliceert dat de datum van hun 50-jarig huwelijk onjuist is en 1912 moet zijn. Het echtpaar Johan-Poland kreeg 16 kinderen.
Toon’s graf was in 1901 zwaar geruineerd en er werden nieuwe grafplaten besteld, verscheept en geplaatst op zijn graf.
Foto onder: Het (vernieuwde) graf van Toon Poland in 1988 te Cilacap.
De weduwe Fien Poland opende in 1876 (circa) een hotel pension genaamd “Toontje Poland” hotel. Dit kon plaats vinden, omdat zijn ex-collega’s ene inzameling hielden voor de weduwe, die het pensioen werd ontzegd door de toenamlige N.I. regering. De inzasmeling was groot circa 15000 ned.glds.
Ik heb getracht de nazaten van Toontje Poland en zijn echtgenote Fien uit te pluizen, doch dat is enigszins een onbegonnen stukje werk. Volgens bovenstaand krantenbericht moeten er 22 kinderen geboren zijn uit deze relatie.
Hieronder heb ik slechts de volgende kinderen kunnen traceren:
Volgens de website Henkes-geneanet.org. en aangevuld met gegevens uit de register almanakken:
- Klaas *1828
- Hein *1830
- Anthonius Theodorus *1834 +1845 (adv. in oude kranten KB.nl)
- Willem Kadiran *16-6-1836 ….In oude kranten KB.nl adv. passagier uit Semarang W.K. Johan in 1866. RA1837 noemt hem Willem Kasiran.
- Johanna Carolina *1838 +1890 (moet zijn *1823 want zij huwde 2-6-1841 Johannes Karel David Lamleth en geboortejaar ervan uitgaande dat zij 18 was toen zij huwde). In 1856 was zij reeds weduwe. Hij was ontvanger te Moeara Kompet Sumatra. Later verhuisde zij als weduwe naar Kedoe.
- Fifina Francina *1839 (Zie pagina Hendrik Johan.)
- Geertruide Louise *21-2-1841 +1843
- Catharina Louise *28-7-1843 +1892. Zij was tweeling met }
- Fredrika Christine *28-7-1843 . Zij huwde J.C. Beck }
- Theodora Wilhelmina *12-10-1846 (Zie pagina Hendrik Johan, met wie zij huwde.)
- Marie Elisabeth Ernestine *15-12-1851 +1883. Zij huwde J. Mulder
- Margaretha *18-8-1857 (Toontje stierf 19-12-1857, toen zij een maand of 4 oud was – zie hierboven de overl. adv.)
De resterende 10 kinderen heb ik niet kunnen vinden.
Volgens de informatie stierf Toon aan een zware dysenterie aanval.
Een ouderwets ruw soldatenleven had het einde gevonden op het ziekbed, daar waar vele veldslagen het nooit klein hadden gekregen.
Moge zij allen die niet meer onder ons zijn in alle eeuwigheid hun rust en vrede hebben naast onze Schepper.