Ge-executeerden 2de WO jatibossen Bojonegoro.

GEËXECUTEERDEN IN DE JATIBOSSEN VAN BOJONEGORO OOST JAVA.

 

 

Een pagina voor hen die het leven lieten, waar dan ook en om welke nutteloze en onzinnige reden het geweest moge zijn. Zij waren zo jong en verdoemd moge(n) diegene(n) zijn die het(de) bevel(en) gaf(-ven) om de trekker over te halen.

Respect voor hen en opdat hun naam vereeuwigd moge blijven. Zij rusten in vrede onder de hoede van de Allerhoogste.

Op het internet zwerven diverse verhalen van executies, maar hoe het ook moge geweest zijn, mijn bedoeling van deze pagina is slechts om de terechtgestelden eerbied en respect te tonen, opdat zij nooit vergeten mogen worden voor ons en het nageslacht en volgende generaties.

Hieronder volgt het verhaal (Nieuwe Courant 22 sept 1949) van de geëxecuteerden in de djatibossen van Bodjonegoro en zonder afbreuk te doen aan mijn respect voor de mede-geëxecuteerden, wil ik, mede namens gerelateerden (informatie hierover bij mij te verkrijgen op verzoek en reden ervan, alvorens ik de belanghebbenden hierover benader.) van wijlen de heer Adriaan Henry Croes, hieronder extra nadruk op zijn verscheiden plaatsen. Deze informatie is mij vertrouwelijk toegestuurd ter ondersteuning van het doel van deze pagina.

 

 

Uit Wikipedia en ik kan niet instaan voor de juistheid van de informatie:

Op 17 en 18 mei 1944 waren er geallieerde aanvallen op Soerabaja. Daarna werden velen, voornamelijk Indische Nederlanders, in hechtenis genomen, omdat zij naar de vliegtuigen geseind zouden hebben. Dit was het zogenaamde “vuurpijlproces”. Op 3 december 1944 werden in een djatibos nabij Bodjonegoro 51 personen gedood vanwege dit proces.

(Ook te Malang werden op 17 oktober 1944 – als gevolg van een soortgelijke aangelegenheid – 60 jongens gearresteerd, waarvan er 13 terecht werden gesteld en een onbekend aantal in de gevangenis omkwam.)

 

Uit Wikipedia Madoera affaire en ook hierbij kan ik niet instaan voor de juistheid van de informatie:
In augustus 1942 werden 62 kaderleden van de Zoutregie en de Stoomtram Maatschappij op Madoera opgepakt en in februari 1944 geëxecuteerd.

Begin augustus 1942 was door een Japanse patrouille een “verdwaalde” goederenwagon van de Madoera Stoomtram Maatschappij aangetroffen, die bestemd was geweest voor het Indische leger en die beladen was met munitie; deze wagon was op het emplacement te Ngawi aangetroffen. Door een lek werd bij de Kempeitai een lijst met namen bekend van het vernielingskorps, dat kort voor de bezetting van het eiland zware schade aan belangrijke installaties van het eiland had aangericht; ook was er een plan van chemici van de Zoutregie bekend geworden om via een scheikundig proces uit het afgevoerde vocht van opgehoopt zout springstoffen te maken en als laatste was er bij de Japanners het vermoeden dat er radiocontacten waren met geallieerden of infiltranten.

Op verdenking aldus van ondergrondse, illegale en anti-Japanse activiteiten werd vervolgens het gehele (Indische) kader van genoemde ondernemingen gearresteerd en later ook geëxecuteerd. Het gearresteerde administratieve personeel zou geïnterneerd blijven. Gedurende de daarop volgende maanden van de oorlog bleef men over het lot van de 62 kaderleden in het ongewisse tot in 1948 tijdens de behandeling van één van de zaken tegen leden van het hoofdkwartier van de Kempeitai een chauffeur verklaarde op de hoogte te zijn van massa-executies in Bodjonegoro. Dit vormde de aanleiding de gearresteerde en verantwoordelijk geachte Kempeitai-leden, die in afwachting van hun berechting in de Tjipinang-gevangenis zaten, hiermee te confronteren. Pas na meerdere verhoren werd een bekentenis afgelegd en werd bevestigd dat begin februari 1944, na de terdoodveroordeling door de Militaire Krijgsraad, de executie van de 62 stafleden had plaatsgevonden in de djatti-bossen aan de rand van Bodjonegoro. De executies waren uitgevoerd door de leden van het Soerabaja Bewakings Peloton onder leiding van kolonel Ohara, naar wie dat peloton ook wel werd genoemd: Ohara-eenheid. De resident van Madoera, J.E.V.A. Slors, die eerder was gearresteerd, werd door de Kempeitai toegevoegd aan de 62 stafleden; hij overleed echter, evenals enkele andere kaderleden, aan de gevolgen van martelingen tijdens zijn gevangenschap.

 

 

 

Een extract uit de Nieuwe Courant van 22 september 1949, 4e jaargang nummer 220. Bron 1574.

(Voor de juistheid kan ik niet instaan, aangezien in het document afwijkende datums en aantallen staan met betrekking tot gegevens uit andere bronnen op het internet.)

 

Het was in de vroege ochtend van 26 dec 1943, toen al deze illegale werkers uit hun schuilplaatsen kwamen om in de huiselijke kring het kerstfeest te vieren, dat de Jap een razzia hield in de armste buurten van Soerabaja: in de Dapoean – Pesapen en Kalongan-wijken vonden arrestaties op grote schaal plaats. Tientallen Ambonnezen, Menadonezen en Indo-Europeanen, nauwelijks de kinderschoenen ontwassen, werden gevankelijk weggevoerd en in de Werfstraat gevangenis opgesloten.

Zij werden door het Japse Gerechtshof ter dood veroordeeld, schuldig bevonden aan het afsteken van vuurpijlen.

Op 27 juli 1944 werden zij met onbekende bestemming afgevoerd.

(Notabene: Op de foto OGS van het verzamelgraf hieronder zijn 2 datums van terechtstelling te lezen, namelijk 26/6 en 27/7/1944.)

 

Een ooggetuige verklaarde over deze afvoering als volgt:

Omstreeks 1 uur in de ochtend werden de gevangenen gewekt. Zij kregen een dubbele portie eten. Toen moesten zij aantreden op de binnenplaats van de Werfstraat gevangenis, waar de Japse directeur FUKUJI de namen voorlas van de ter dood veroordeelden. Daarna werden zij geboeid en in/met zeilen overdekte gereedstaande vrachtauto’s ingeladen. De chauffeurs der vrachtauto’s waren Jappen, opdat het einddoel van de dodenrit onbekend zou zijn. De stoet zette zich in beweging. Voorop reden 3 auto’s met Kenpeitai mannen, in het midden de overdekte vrachtauto’s en daarchter volgde een vrachtauto met gewapende Japanse soldaten. (Noot editor: Kenpeitai/Kempetai = Japanse geheime politie. Vanaf februari 1944 viel Indië onder Japans militair bestuur.)

Uit de door de O.D.O. afgenomen verhoren van een in de Tjipinang gevangenis te Batavia-C gedetineerde tiental Kenpeitai leden is gebleken, dat de eindbestemming van de dodenrit was Bodjonegoro.

Voorts kwam uit verhoor naar voren dat in de donkere bossen rondom Bodjonegoro in de ochtenduren van 27 juli 1944, de massa executie van deze jonge illegale strijders plaats vond. Zij werden ter plaatse in een massa graf begraven.

De executie geschiedde door leden van het Soerabajase bewakings-bataljon – de beruchte OHARA unit – onder leiding van kolonel OHARA.

Een ooggetuige van die executie, de Kenpeitai man ONEKURA verschafte de O.D.O. een situatie schets van het massa graf.

(O.D.O. = Opsporingsdienst Overledenen van het leger.)

De namen van deze 70 jonge illegale strijders zijn:

INDO-EUROPEANEN:

  1. Abraham van Oudenaarde,
  2. Adriaan Henry Croes,
  3. Leonard Jan Christiaan Jopie van Heusden.

MENADONEZEN:

  1. Eddy John Massing,
  2. Willem Jacobus Massing.

TIMOREZEN:

  1. Christiaan Frits Daniel Lerrick,
  2. Paulus Stephanus Ballo,
  3. Wim Lerrick.

BOETONEES:

  1. La Moesa.

AMBONNEZEN:

  1. Piet Hein Syaranamual,
  2. Bram Syaranamual,
  3. Elisa Syaranamual,
  4. Arie Syaranamual,
  5. Jopie Syaranamual,
  6. Henk Syaranamual,
  7. Mozes Syaranamual,
  8. Robert Syaranamual,
  9. Theodorus Tuhumury,
  10. Mozes Tuhumury,
  11. Johan Abraham Tuwanakotta,
  12. Jacon Tuwanakotta,
  13. Jacob Patty,
  14. Amoes Benjamin de Fretes,
  15. Joenoes Pentury,
  16. Martinus Parrinusa,
  17. Johannes Zacarias Samalo,
  18. Ethmond Mathius Hermanus Nendissa, (OGS vermeldt Mendisa)
  19. Johannes Nendissa, (OGS vermeld Mendisa).
  20. Domingoes Loppies,
  21. Adrianus Sapulete,
  22. Frans de Haas,
  23. Johannes Molle,
  24. Henny Molle,
  25. Louis Pattinasarany,
  26. Pieter Pattinasarany,
  27. Laurents Lodewijk Syahailatua,
  28. Leonardus Sahertian,
  29. Zadrach Sahertian,
  30. Benedictus Sahertian,
  31. Willem Sahertian,
  32. Nicodemus Latuni,
  33. Jacob Wattimena,
  34. Johannes Latuheru,
  35. Napoleon Roose,
  36. Daniel Marlisa,
  37. Jacob Siegers,
  38. Jan Petrus Souhoka,
  39. Frans Manuhutu.

Helaas zijn mij in totaal slechts 48 namen der terechtgestelden bekend volgens het lijstje hierboven. Ingevolge de opschriften op de verzamelgraven van het OGS heb ik de volgende 12 namen gevonden:

 

  1. S. Parrinusa,
  2. H. Lawalatta,
  3. A. Patty Radjawane,
  4. L. Manuputty,
  5. E. Manuputty,
  6. R.A., Makatita,
  7. M.G. Makatita,
  8. P.A. Waas,
  9. J.N. Waas,
  10. J.A.F. Kayhatu,
  11. A. Nolle,
  12. I. Titaley

 

Echter, het juiste aantal is mij nog onbekend. Die helden die ik niet genoemd heb: het zij mij vergeven.

 

Foto’s onder: Het verzamelgraf van het eerste deel – zoals in het lijstje hierboven genoemd – der terechtgestelden Bodjonegoro afkomstig van de site van de OGS met verwijzing naar wijlen de heer Adriaan Henry Croes en de registratie bij de OGS.

In het lijstje namen hierboven zijn de voornamen voluit te lezen.

 

Foto onder: Adriaan Henry Croes ten tijde van zijn verloving en met dank gekregen van een nabestaande JFK.

 

 

Disini akupun sendiri…… Hier ben ook ik alleen….

Moge zij allen rusten in eeuwige vrede en moge hun executeurs en nazaten tot in de eeuwigheid verdoemd zijn en blijven.

Terug naar boven