Indische straat 1

Een Indische straat in Den Haag,

zoals er vele waren in die Haagse Indische tijden.

Hoe een Indo-europees meisje, geboren in de wildernis van de buitengewesten van Indië, via een omweg te Batavia en Brussel, haar leven eindigde in Den Haag en wel in de Reinkenstraat.

De Reinkenstraat toen in oude Indische tijden:

De Reinkenstraat heden ten dage:

Maar aleer ik aan het verhaal begin eerst vooraf héél kort een sprookje, héél kort maar.

Op zijn Indisch, oud Indisch, héél oud Indisch, toen isternog VOC…..want met de VOC is het Indische toch ontstaan… zegt men.

Er was eens een  rijk koopman/stamhoofd Hovsep van prinselijke afstamming in die VOC-tijden, afkomstig uit een ver land, ziet een mooie vrouw H.J. Herwich in dat oude Indië in het jaar 1810, zij trouwen, zij krijgen kindertjes waaronder ook een meisje. Het prinsesje Anna wordt groot en lief en mooi, ziet een knappe stoere baas van de soldaten (Tiemen Cornelis Johannes Kroesen, de stoere baas ziet het prinsesje en zij trouwen en zij krijgen ook kindertjes… en één van die kindertjes was een jongetje. (En dit jongetje is de oorzaak dat ik dit verhaal kan schrijven en aan de wereld kan verkondigen ter ere van de hoofdpersoon van dit verhaal, namelijk dat Indo meisje geboren in de bush bush.)

Al ja, het sprookje is uit en nu op naar de werkelijkheid.

Kortom,  ik ga dus met dat jongetje verder.

Het jongetje – Tiemen Egbert Karel Theodoor Kroesen –  kreeg een goede en dure opvoeding in dat oude Batavia op dat dure Koningsplein, maar ware het niet dat het jongetje een beetje ziekelijk was…nou ja wat heet een beetje ziekelijk. Een beetje erg veel ziekelijk en dat kostte dat jongetje een paar studiejaren achterstand.

Uiteindelijk kreeg het jongetje, die intussen een man was geworden zijn aanstelling als controleur ergens in de buitengewesten midden in de bush bush, ver weg van dokters en ziekenhuizen en dergelijke en zijn fysiek gestel werkte ook niet mee en regelmatig werd deze controleur dan wederom ziek en dat zinde de regering van Ned. Indië niet en wilde hem ontslaan… maar zijn papa, de soldatenbaas, zorgde ervoor dat dit niet kon gebeuren en daarom mocht de controleur zijn baantje wel behouden, ondanks zijn ziektes en kwalen….Alhoewel er in de oude kranten wel gewag van werd gemaakt.

En op een goede mooie tropische zonnige dag, moest de inheemse huishoudster van de controleur bevallen en hetgeen geschiedde in het jaar 1884 op de 24ste mei;  de huishoudster beviel in het ziekenhuis van Fort de Kock, het latere Bukittinggi geheten.

En dat babytje werd Cornelia genoemd, maar nu zat de controleur met andere gebakken peren, want hij wilde zijn dochtertje een goede Europese opvoeding geven, zoals hij die zelf had genoten…. doch men woonde daar in de bush bush… geen school, geen westerse “beschaafde” voorzieningen…. dus kreeg het meisje zo goed en zo kwaad als het ging maar een soort westerse thuisscholing van haar papa en haar inheemse mama, die haar de tropische waarden en cultuur van die streken leerde zoals koken en dergelijke…..

De controleur werd zieker en zieker en kreeg zelfs een tweejarig verlof toegekend in Nederland om aldaar onder dokters behandeling gesteld te kunnen worden.

En op een kwade dag geschiedde het leed toch;  in 1895 kreeg de controleur zijn eervol ontslag omdat zijn ziektes erger werden en verkaste de controleur naar ietwat betere tropenoorden in Soekaboemi, gevolgd door zijn inheemse huishoudster en kleine Cornelia, om in het koelere klimaat te revalideren, alwaar hij uiteindelijk op 29 nov 1896 toch  overleed. Hij werd slechts 41 jaar oud.

Kleine Cornelia, inmiddels 12 jaren oud, werd door de soldatenbaas (haar grootvader) op de boot naar Nederland gezet om aldaar een gedegen westerse opvoeding te genieten en zij kon amper nog haar inheemse moeder gedag zeggen, die achterbleef of misschien door de soldatenbaas werd teruggestuurd naar haar inheemse geboortegrond te Noord Sumatra….

Dag mijn lieve kind, dag mijn lieve mama en de scheepstoeter stootte zijn zware klanken uit en het schip meerde traag van de kade af… Cornelia huilde en haar mama huilde…. en beiden hadden mensenverdriet…….. Menig tropenkind onderging een dergelijk lot….!!!

In Nederland aangekomen werd Cornelia doorgestuurd naar Brussel, waar een tante woonde, die haar verder onder de hoede nam en haar de Europese dames etiquette bijbracht.

Inmiddels was in Den Haag een oud Resident Julius Boers (mijn grootvader) met zijn gezin gevestigd in mei 1899 en deze oud Resident was een oom van Cornelia.

In 1902 overleed de soldatenbaas (grootvader van Cornelia en schoonvader van de oud Resident Julius Boers) en gingen de oud Resident en zijn nicht richting Indië om één en ander te regelen. De oud Resident keerde met zijn oudste dochter Juliana Anette (die in Batavia nog aanwezig was in haar functie als buitenlands correspondente) naar Nederland samen terug en nicht Cornelia zal waarschijnlijk een eerdere of latere boot genomen hebben terug naar Nederland/Brussel.

In het januari 1904 verhuisde Cornelia van Brussel naar Den Haag en trok bij haar oom Julius Boers (mijn grootvader) in, om in elk geval zich een beetje verdienstelijk te maken voor haar tante – ook al Cornelia (= Cornelia Helena Geertruida Kroesen, mijn grootmoeder en  tevens jongere zus van haar vader)  geheten – en om haar bij te kunnen staan in haar laatste levensmaanden. Haar tante Cornelia was namelijk zwaar ziek en overleed in mei 1904 te Den Haag en de jonge Cornelia werd door haar oom de oud Resident in het levens- en overlevenszadel geholpen en zij opende en runde in de Obrechtstraat en later in de Reinkenstraat een pension bestaande uit 3 kamers; in de jaren na de oorlog waren deze kamers bezet door oude Indische dames met een mager pensioentje en door de oorlog alles kwijt geraakt waren.

De jonge Cornelia wijdde haar hele verdere leven aan het runnen van dit pension tot haar dood aan toe  op 12 jan 1959 en bleef ook ongehuwd. Het pension en de (latere) zorg voor de arme oude Indische weduwen bleef haar enige lust, leven en liefde. Zij werd dood aangetroffen in haar zolderkamertje, waarschijnlijk door een kostgangster tijdens het middaguur.

Zij had in die tijden wel enkele goede vriendinnen, die tevens ook nog haar nichten waren, te weten:

  • Nicht Daisy Gosenson ( Julie Therese Désire Gosenson – geboren van Langen – 1890/1970. Zij was de weduwe van kolonel George Frank Victor Gosenson op 9 jan 1945 te Fort de Kock onthoofd door de Japanse bezetter, wegens vermeende verzetsactiviteiten) en
  • Nicht Mien van Moock (Wilhelmina Carolina van Moock, – 1879/vóór 1958,  dochter van Generaal Majoor NIL Roeland Jacob van Moock en Helena Josephina van Langen.  Wilhelmina Carolina werd vernoemd naar haar grootmoeder Wilhelmina Carolina Johannes.)
  • Er was ook nog een nicht Marie Louise Kroesen, die weduwe was van Maximiliaan Volkert Willem van der Willigen. Hij was één der slachtoffers Moord Tiga Roenggoe Noord Sumatra gepleegd door de Japanse bezetters. (Stadswachten Moord, terwijl zij zich hadden overgegeven op 14 en 15 maart 1942 toen de Japanse soldaten daar landen.)… Zie hiervoor een ietwat uitvoeriger relaas op de pagina Indische Straat 2.

 

 

 

Op zich zelve is dit hele verhaal over Cornelia niet zo bizonder, ware het niet, dat……

ik in handen kreeg een stel brieven en doorslagen, van enkele familieleden van de overleden Cornelia, die elkaar berichtten over het leven en de nalatenschap van hun overleden nicht Cornelia, destijds geboren in het tropenland en een Europese metamorfose ondergaan….. De hier bedoelde familieleden waren niet de eerder hierboven genoemde nichten Daisy en Mien, doch waren haar nicht Julia Cornelia Leeuwenburgh-Boers, jongste dochter van de oud Resident Julius Boers en zusje van mijn vader en derhalve mijn tante – en nicht Marie Louise van der Willigen-Kroesen) kleindochter van Johannes Alexander Kroesen, eerste ass. resident van Nieuw Guinea, die op zijn beurt weer een broer was van de vader van wijlen Cornelia.( Ass.Res.  Dorus Kroesen Noord Sumatra).

In de correspondentie wordt één en ander uit de doeken gedaan wat betreft de levenswandel van hun gestorven nicht Cornelia en haar nalatenschap.

Om één of andere duistere reden werd Cornelia’s nalatenschap pas 2 jaren na haar overlijden onder de rechtmatige nabestaanden verdeeld, waarbij in elk geval opviel dat de Nederlandse staatskas rijkelijk voorzien werd van successierechten en de notaris c.q. curator ook een aardig loon in de wacht sleepten.

Recapitulatie:

  • Cornelia Kroesen, geboren te Fort de Kock 24 mei 1884 en ongehuwd gestorven te Den Haag op 12 jan 1959. (Vlgs notarieel document).  Haar begrafenis werd bijgewoond door haar nichten Marie Louise van der Willigen-Kroesen en Daisy Gosenson-van Langen.
  • Zij was een erkende dochter van Tiemen Egbert Karel Theodoor Kroesen met de inheemse vrouw TIMA uit Noord Sumatra.
  • Zij dreef zakelijk een kamerverhuurbedrijf onder andere en vanaf 1935 in de Reinkenstraat te Den Haag, vallende onder de categorie Horecabedrijven.
  • Zij stierf in dit genoemd pand zonder testament en of benoemde erfgenamen.
  • Haar nalatenschap werd derhalve gerechtelijk bepaald en verdeeld, onder curatele van curator Frits Dirk van Witteloostuijn, Mr L.F. Kleijn advocaat procureur en notaris J.M. Demenint te Den Haag en dat de beschikbare gelden ter depot hebben gelegen op een rekening bij de Nederlandsche Handel Mij te Den Haag.

Cornelia Kroesen was een nicht van mij en ik tot 2012 nooit eerder van haar bestaan geweten had; zij woonde in een typische oude Haagse Indische straat, waar het wemelde van Indië gangers en Indischen en waar ik in mijn studie tijd te Den Haag zo vaak langs heb gefietst en het nooit heb geweten.

De Reinkenstraat 60 Den Haag, waar op de bovenste etage Indische dromen gedroomd werden en Indische oude tijden herleefden in de praat van Indische oude dames, gezeten achter de gordijnen en waar op het zolderkamertje een Indische dame haar laatste levenszucht uitblies op 12 januari 1959….. Hoe vaak zou Cornelia aan haar moeder gedacht hebben, ver weg achtergelaten in het land van de vulkanen….. Hoe vaak zouden de Indische dametjes de rode buitendeur geopend hebben en de trap op gelopen hebben naar hun kamertje…. dames op leeftijd al… en met stramme knieën heel langzaam tree voor tree omhoog gestapt zijn en zij op het laatst niet meer buiten kwamen…..

 

Pulau Ambon van George de Fretes op de achtergrond. KLIK OP DEZE LINK.

 GA NAAR DEEL 2 VAN DE INDISCHE STRAAT.

Terug naar boven