Anton en Louis,
het niet zo leuke verhaal van 2 Indo broertjes, geboren in de jaren halverwege en eind 1880.
Mind: Documentatie prive archief in mijn bezit van de notaris Constantinus Petrus Antonius Boelen en dus copyright.
“Er was eens”, zo begint een sprookje vaak….. en eindigt dan ook al vaak met “En zij leefden nog lang en gelukkig”…..
Maar onderstaand waar gebeurd verhaal eindigt helaas niet zo.
Er was eens een pauselijke Zouaaf, die zijn diensttijd erop had zitten als officier in het pauselijk Leger en besloot om dan maar eens zijn geluk te beproeven in den verre genoemd Oost Indië of Nederlandsch Indië of de Gordel van Smaragd of zoiets. Per slot van rekening had de Zouaaf daar al enkele broers wonen, die er hun kost verdienden. Eentje zat in het leger en de andere had een notariaat.
Hij belandde op een gegeven moment ergens in de desa Klamboe, district Jember te Oost Java en vond daar werk als administrateur, hoogstwaarschijnlijk op één of andere cultuur onderneming. Welke dat was, is mij (tot heden) niet bekend. Uiteraard kreeg hij een administrateurs woning en aangezien hij vrijgezel was, moest hij een “baboe” in dienst nemen om de boel een beetje schoon te houden, te koken, wassen en strijken…… De “baboe” deed meer dan haar betaalde plicht en zo kwam het, dat op 23 augustus 1882 er een jongetje geboren werd en vadertje administrateur noemde hem Antonius Lambertus.
Onze administrateur ging naar een andere cultuuronderneming en de moeder c.q. “baboe” verhuisde mee naar de nieuwe werkgelegenheid gelegenheid, namelijk de tabaks onderneming te Pasirian in het district Lumajang te Oost Java. Ook hier deed de “baboe” meer dan haar betaalde plicht en zo werd geboren op 1 mei 1885 het broertje Louis Marie. (De aangifte van de geboorte werd gedaan op 20 okt 1886. !!! )
Hieronder: een detailkaart van het gebied Oost Java met Pasirian en Jember. (Desa Klamboe was zo klein, dat het niet op de kaart vermeld staat.)
Hieronder een foto van het oude station Pasirian in 1928 opgericht en in 1988 buiten werking gesteld. Het spoorlijntje diende voornamelijk voor het vervoer van split en grind/zand. (Pasirian afgeleid van Pasir = zand).
Om één of andere reden had onze administrateur het hier niet naar de zin of werd hij ontslagen of wat dan ook en vertrok naar de koffie onderneming Dono Wari vallend onder het district Malang/Pasuruan te Oost Java. De moeder van de kindertjes annex “baboe” had echter haar buik vol van het verkassen en had geen zin om wederom met een buik vol, haar werk te doen op deze nieuwe onderneming en zei “De groeten van mijn voeten” tegen de administrateur en tegen haar kindertjes en bleef achter in Pasirian, om aldaar de rest van haar leven te spenderen. Zij werd in de officiele stukken genaamd Moera(h) hetgeen “goedkoop” betekent. Of dat haar werkelijke naam is, is mij niet bekend.
Ik neem aan dat de administrateur niet heel de dag de tijd had om zich bezig te houden met de kindertjes, maar wie er dan wel voor hen zorgde is mij niet bekend. Ik kan het niet herleiden uit het historisch familie archief.
Het jaar 1891 brak aan en op een gegeven dag begaf onze administrateur zich naar de stad Malang en logeerde daar in hotel WIEGAND, alwaar het noodlot toesloeg en hij in zijn hotelkamer op 8 mei 1891 overleed.
Tja, daar zaten nu de twee kindertjes zowel zonder papa alsmede mama en respectievelijk pas 9 en 6 jaren oud. Gelukkig hadden de kindertjes nog een oom Constantinus, die vlakbij in Sidoardjo zijn notariaat had en zich over hen ontfermde als hun voogd. De notaris had echter ook geen tijd om zich heel de dag met hen bezig te houden en na enkele omzwervingen naar Soerabaya, Batavia en Probolinggo, kwamen de jongetjes uiteindelijk terecht in het weeshuis van Semarang en hun toeziend “oog” was pastoor Wennekes te Soerabaya die op zijn beurt het contact onderhield met pastoor Keijzer in het weeshuis. (Waarom makkelijk als het moeilijk kan.)
Zoals gebruikelijk in die dagen kwam de Wees-Boedelkamer ook op de proppen en na een paar maanden kwam de finale afrekening boven water van de nalatenschap van de administrateur.
De baten uit de berekende nalatenschap van de administrateur en berekend door de Weeskamer bedroegen een kleine 900 glds en de kosten bedroegen iets meer dan 900 glds en dat resulteerde dat de notaris het verschil bijlapte ten behoeve van de kindertjes en de Weeskamer en een ieder die er qua gemaakte kosten mee te maken had, werd hiermede voldaan. (Ik moet eraan toevoegen, dat de kosten van de Weeskamer ook niet bepaald aan de zuinige kant waren… zegelrecht en aanrecht en nog meer recht…)
Uiteindelijk kwamen de broertjes 5 september 1892 dan aan in het weeshuis te Semarang, maar niet voordat de notaris dan de lasten voor de opvang van de kindertjes voor de maand augustus had betaald. Deze sloegen op reiskosten naar het weeshuis en enkele andere kosten gemaakt door de “pastoriale” leiding.
Foto onder: Het katholieke weeshuis van Semarang. Bron: “Eerlijk” gekopieerd van de website van een vriend William Deymann. Zie daarvoor zijn website en klik HIER om Julie alle bewijzen te lezen. Daaronder is een foto van de Wikimedia over hoe ’t er zo’n beetje uitzag en aan toe ging destijds.
En zo begon een nieuwe fase in het leven voor de kindertjes in dat weeshuis te Semarang, zonder papa en zonder mama, slechts elkaar hadden zij….. en hun voogd de notaris en die andere “soldaten oom” ver weg in Batavia…. In de stukken kan ik geen bewijsbare interesse vinden van deze oom die in het leger zat (Tit. Majoor) en gehuwd was met een adellijke Javaanse schone. Slechts een vermoeden, hetgeen ik bij zijn genealogie hieronder vermeld heb.
Louis Marie, de jongste, zat op zaterdag avond 31 oktober 1893 te kijken in de grote zaal van het weeshuis naar een opgevoerde komedie door de grotere kindertjes, toen hij plots onwel werd en direct de geest gaf. Één jaar en 2 maanden duurde zijn verblijf in het weeshuis. Zijn jonge leventje van amper 8 jaren en een paar maanden, was gekenmerkt door de afwezigheid van zijn moeder, de dood van zijn vader en een paar maanden durende lange zwerftocht van kosthuis naar kosthuis te Surabaya, Batavia, Probolinggo, alvorens in het weeshuis van Semarang te belanden. (In Probolinggo hebben de kindertjes in een kosthuis gezeten, conform de rekeningen. In Surabaya zou ik het niet weten.)
Hieronder een scan van de brief van het weeshuis met de mededeling dat Louis plots gestorven was. De brief is gedateerd 1 nov en verwijst naar de dag ervoor zijnde 31 okt. In de brief wordt de notaris in zijn hoedanigheid als voogd, bedankt voor zijn goede zorgen door meneer pastoor.
Antonius Lambertus, de oudste kreeg uiteraard ook zijn deel van het leven mee, gefundeerd op de nare ervaringen in zijn jonge leventje en het gevolg was, dat Anton enkele levensproblemen diende te overwinnen in zijn volwassen leven, hetgeen hem niet kwalijk te nemen is…… Hij stierf in 1920 op 37-jarige leeftijd. Zie de pagina’s Neef Louis Bernardus en Neef Karel Frederik die o.a. zijn kinderen waren.
In 1899 stierf een tante (Anna) van de administrateur in het moederland Nederland en legateerde haar vermogen aan diverse neven en nichten, maar uiteraard deelde de administrateur hier niet in mee, aangezien hij een paar jaren eerder gestorven was. De voogd/notaris van Anton echter keerde terug naar Nederland en heeft hoogstwaarschijnlijk de familie in Nederland het één en ander verteld over Indië en daar nog levende familie; want in 1908 stierf een zuster van de notaris te Den Haag en deze liet Anton gelukkig niet helemaal onbedeeld in haar nalatenschap.
Ten behoeve van de geïnteresseerde bezoeker/-ster in verband met genealogie, volgt hieronder een kleine uitleg wie nu wie was en ja is mijn antwoord op de vraag: Waren zij gerelateerd aan mij?
De administrateur en oudere broer van de notaris: Bernardus Franciscus Vincentius Boelen, *12-2-1842 Den Haag en +8-5-1891 Malang te Hotel Wiegand.
Zijn metgezellin voor een wijl: Moera(h) en verdere gegevens onbekend.
De notaris en tevens jongere broer van de administrateur: Constantinus Petrus Antonius Boelen, *28-7-1846 Den Haag en + eind juli 1910 Amsterdam. Zie ook de webpagina Notaris C.P.A. Boelen. Hij was de vader van mijn tante Pauline Boelen gehuwd met mijn volle oom Willem Egbert Boers.
De andere broer die in het leger zat: Antonius Petrus Theodorus Boelen, *12-6-1834 Den Haag en +24-6-1895 Batavia. Hij was tit. Majoor en ging vervroegd uit dienst met pensioen, aangezien hij de legerleiding bekritiseerde wegens het feit, dat de Cavalerie opgeheven zou worden. Hij beriep zich op het feit, dat de opstand te Serang zonder de Cavalerie niet onderdrukt had geweest. Hij was gehuwd met Mas Nganten Rina Ardina Tjokroprawiroto, * 1837 te Soerabaya en + ??. Hoogstwaarschijnlijk waren Anton en Louis eerst naar deze oom te Batavia gestuurd om aldaar opgenomen te worden in het huis van hun oom. Een en ander omdat de kinderen na de dood van hun vader naar Batavia gestuurd werden, voordat zij in het weeshuis terechtkwamen. (Er is een rekening aanwezig in het familie archief van de boottocht naar Batavia).
Het oudste jochie van de administrateur: Antonius Lambertus Boelen, *23-8-1882 en +4-11-1919 Semarang. Hij was gehuwd met Louisse Henriette Busscher, *16-9-1887 Tangerang en +17-8-1971 Tilburg. Uit dit huwelijk werd geboren Louis Bernardus Boelen, *13-3-1907 te Semarang. Hij werd eind 44 door de Jappen onthoofd. ….. Meer hierover weten? Ga dan naar de pagina een Oorlogsliefdekind en lees de bijdrage van achterneef Tom Boelen onder andere met betrekking tot een deel der familie Rugebrecht.
Het jongste zoontje: Louis Marie Boelen, *1-5-1885 Pasirian en +31-10-1893 in het weeshuis van Semarang.
De zuster (van zowel de administrateur alsmede de notaris en de legeroom) die in 1908 legateerde: (Jo)Anna Maria Godefrida Boelen, * 3-3-1843 Den Haag en +15-12-1908 Den Haag. Zij is ongehuwd gebleven.
Die goeie ouwe tijd van Indië… jaja, ’t is me wat. Het was meer “ouwe” dan “goeie” behalve dan voor de enkele bevoorrechten. Zou Anton later nog wel eens aan zijn moeder Moera(h) gedacht hebben en getracht haar te vinden? Ik denk persoonlijk van niet, maar zeker weten doe ik het niet. Voor hetzelfde geld heeft hij het wel gedaan toch.
Moge zij allen in eeuwige vrede rusten.