Notaris Constantinus Petrus Antonius Boelen

Notaris Constantinus Petrus Antonius Boelen, eertijds gestationeerd o.a. te Besuki, Malang, Sidoarjo, Grissee, Magelang en bezigheden te Soerabaya. (De plaatsen zijn niet in volgorde.) Daarnaast was de notaris ook Vendumeester en gemeente raadslid en voorschieter van clientele die met stille trom naar Nederland teruggingen zonder hun rekeningen voor bewezen diensten door de notaris, te betalen.

Waarom een stukje schrijven over de notaris?

Notaris Boelen had 4 kinderen (3 dochters en een zoon) en de middelste dochter was gehuwd met mijn oom Willem Egbert Boers, de oudere broer van mijn vader Theodoor Boers.

Eerst maar een stukje genealogie en daarna enkele wetenswaardigheden.

Delen van de gegevens op deze pagina heb ik verkregen uit het notariëel en privé archief van de notaris, in beheer bij mijn achterneef W.P. Boers, waarvoor dank.

Notaris Boelen werd geboren 26 juli 1846 te Den Haag (uit een graanhandelaren geslacht) en was het 5de kind en stierf op 30 juli 1910 te Amsterdam.  Het overlijdensjaar heb ik kunnen herleiden uit een brief van een notaris gericht aan de Erven van C.P.A. Boelen d.d. 1910. Te weten: Eind juli 1910 een afrekening van de huishoudster te betalen door Erven Boelen (en de notaris zelve schrijft op 16 dec 1909 nog een brief aan zijn vervanger Scipio Blume te Magelang). In het Algemeen Handelsblad Amsterdam van 16 sept 1910, is slechts een algemeen bericht geplaatst inzake zijn overlijden. Duidelijk kenbaar zijnde een advertentie geplaatst als bladvulling van de krant…. Geen geslacht en geen exacte datum van overlijden. De overlijdensindex van het archief Amsterdam geeft 30 juli 1910 aan, doch er is geen originele overlijdens akte te vinden….   edoch, dank zij het doorzettingsvermogen van Tom Boelen, een achterneef, is het gelukt om heden 14 okt 2013 een kopie van de overlijdensacte te verkrijgen. De exacte sterfdatum van notaris C.P.A. Boelen – Oost Indisch notaris, was 29 juli 1910 des middags om 14.00 uur te Amsterdam. Met veel dank aan Tom Boelen.

Foto onder: de overlijdensacte zoals verkregen via Tom Boelen.

Zijn ouders waren: Simon Christiaan Josephus Boelen en Joanna Maria van Kleef. Zijn vader was graanhandelaar in navolging van de voorvaderen en had ook eigen scheepjes in beheer en eigendom. Ruwweg waren de geslachten Boelen te verdelen in een geslacht dat zich bezig hield met wijnen e.d., een geslacht dat zich bezig hield met granen en een geslacht dat zich bezig hield met het kerkelijk en geestelijk leven…. Mind: ik zeg dus Ruwweg.

Een uittreksel van het geboorteregister: (Ik weet niet wanneer dit uittreksel is geschreven, maar ik maak mijn complimenten voor de ambtenaar die het schreef, want het is een duidelijk en keurig handschrift dit in tegenstelling tot menig handschrift van zijn collega’s)

Het gezin Simon en Joanna hadden in totaal 9 kinderen. Een zoon uit dit gezin en broer van notaris CPA was Anthonius Petrus Theodorus Boelen die in 1881 op 47 jarige leeftijd in de rang van majoor KNIL uit het leger trad (de legerleiding werd door de majoor teveel op de vingers getikt) en was ten eerste gehuwd met Mas Nganten Rina Ardina (een adelijke “Inlandsche”). Hij hertrouwde later wegens overlijden van zijn eerste vrouw, met ???.  Antonius en Rina kegen (bij mijn weten en volgens de doopregiters de volgende kinderen: Josephine Marie Jeanne gedoopt 1865 en Henriette Marie Virginie gedoopt 1867, beiden te Soerabaya.)

Een andere broer was Bernardus Franciscus Vincentius Boelen in zijn jonge jaren onderscheiden Officier der Pauselijke Zouaven en later administrateur van de koffie onderneming DONOWARI te Malang. Hij stierf in 1891 in een hotelkamer van hotel Wiegand te Malang.. (Deze broer Bernard had een zoon Antonius Lambertus (en erkend op 23-8-1882 en stierf in 1919 in de leeftijd van 37 jaar), waar de notaris het af en toe mee te stellen kreeg op financieel gebied na de dood van zijn broer. De moeder van Anton was een “inlandse” en volgens testamentaire stukken van andere familieleden heette zij MOERA(H) ….. hetgeen  “GOEDKOOP” betekent.). Daarnaast had deze Bernard Boelen ook nog een andere zoon Louis Marie. Dit zoontje sterft op jeugdige leeftijd in het weeshuis te Semarang.  Zie voor meer details hierover de pagina Anton en Louis. Notaris C.P.A. Boelen werd voogd van beide zonen, na de dood van zijn broer Bernardus.

Van al kinderen Boelen-van Kleef waren dus 3 zonen naar Indië vertrokken: De notaris, zijn broeder de ex Zouaaf en de majoor NIL.

Notaris Boelen vertrekt van Amsterdam per ms Wildeman op 6 nov 1872 (maar volgens akte 246 dd 13 juli 1873 en dit zal wel de datum van melding zijn aan het loket van Piet De Ambtenaar) en komt hij aan op 7 maart 1873 te Batavia met eigen voldoende middelen van bestaan per ss. ’s Gravenhage, oud 26 jaren en onbekend hoe hij tot dan zijn kostje verdiende –  en slaagde als candidaat notaris in 1877 te Blitar in het zelfde jaar dat zijn eerste dochter geboren wordt. (Zie hieronder). Notaris Boelen hoefde de militaire dienstplicht niet te vervullen wegens broederdienst. De notaris was werkzaam bij notaris Snouck Hurgonje in Surabaya tijdens zijn eerste dienstjaren.

Op 27 mei 1890 vertrekt de notaris met het ms Batavia naar Nederland vergezeld van zijn 3 dochters en zijn zoon, die dan 6 jaar oud is en de kinderen worden in Nederland opgevangen door (waarschijnlijk naaste familie en of in familie pension) om aldaar hun schoolopleiding opleiding te vervolgen. De moeder van zijn kinderen wordt niet op de passagierslijst vermeld. !!!

Zijn loopbaan:

  1. In 1881 is hij plaatsvervangend candidaat notaris te Grissee en wordt aansluitend notaris.
  2. In 1884 idem als boven, tevens groot buitenlands verlof.
  3. In 1886 notaris te Banyumas.
  4. In 1888 notaris te Banyumas en Besuki.
  5. In 1889 notaris te Besuki.
  6. In 1889 aansluitend notaris tot en met 1899 en gaat aansluitend met groot verlof voor 3 jaren volgens de kranten, maar dat zou langer moeten zijn, want in eerdergenoemde brief deelt hij mede, dat zijn vrouw in 1903 gestorven is te Den Haag. In 1902 is hij in onderhandeling voor een baan als notaris in Nederland.
  7. In 1905 notaris te Malang alsmede te Magelang en tevens gemeente raadslid in beide steden Malang en Magelang.
  8. In  nov. 1907 vertrekt de notaris vanuit Magelang weer met verlof naar Nederland samen met dochters Pauline en Tilly per s.s. Sindoro. (Hij boekt echter in juni al bij de Lloyd voor de Goentoer naar Marseille) Dat klopt met de inhoud van een brief welke hij van zijn plaatsvervanger candidaat notaris Scipio Blüme uit Magelang ontving in 1908 waarin mededeling werd gedaan over zijn zoon Constant Jean in Indië. In aug 1907 schrijft de notaris dat hij rond is met een tijdelijke plaatsvervanger van zijn kantoor te Magelang. Waarschijnlijk – afgeleid uit brieven – is hij niet meer teruggekeerd naar Indië en in Nederland gebleven tot zijn dood. Volgens een schrijven aan Carpentier Alting, deelt de notaris mede, dat hij in een huis woont in het centrum van “de Kotta Magelang” en een huur betaalt van 60 glds per maand, hetgeen zéér goedkoop is en kantoor aan huis heeft.
  9. Hij laat verder na deze datum geen spoor meer in de kranten na, zowel de Indische alsmede de Nederlandse. De RA 1915 vermeldt dat de notaris Boelen met groot verlof is in Nederland ???…. Slordig foutje van de ambtenarij der staatsdrukkerij dus. Het heeft me weken lang op een dwaalspoor gebracht omdat ik in de veronderstelling was, dat alle relevante overige gegevens omtrent zijn dood dus onjuist waren.
  10. Het doorslag brievenboek van zijn praktijk eindigt in september 1908 met een brief gericht aan zijn vervanger te Magelang en geschreven vanuit Amsterdam, Stadhouderskade 48. In juni 1908 woonde de notaris aan de Roemer Visser straat 4 te Amsterdam – In 1903 blijkt uit een brief dat hij eveneens op dit adres te Amsterdam met verlof was. Op 17 okt 1907 schrijft hij zijn laatste brief vanuit Magelang. Zijn eerste brief vanuit Amsterdam dateert van 7 mei 1908. In een brief gedateerd van 2 sept 1908, gericht aan zijn vervanger Scipio Blüme te Magelang schrijft hij daarin, dat zijn eventuele terugtrekking als notaris slechts plaats kan vinden als hij het Gouvernements Bestuur ervan overtuigt dat enkel Scipio Blume zijn officiële opvolger moet zijn en geen ander. Hij vraagt Scipio om de heren Veen en Thomson de groeten te doen en eindigt met een p.s. “Ik krijg nog 4 gld visa kosten van het Bestuur der Inl. Bank”. Zijn laatste brief vanuit Amsterdam aan zijn vervanger Scipio Blume dateert van 16 dec 1909 in welke hij de zaken bespreekt. In deze brief schrijft de notaris dat hij had verwacht in okt 1909 terug te keren naar Indië aangezien Scipio Blume een ander notariaat aangeboden kreeg te Tangerang. Het eigenaardige van deze laatste brief is het feit, dat het een originele brief is en nooit is verzonden en dat hij schrijft over zijn plannen van maanden ervoor….. hetgeen een hint zou kunnen zijn voor misschien wel al voortekenen van ziekte van de notaris.
  11. Notaris Jan Brouwers, Prinsengracht Amsterdam, stuurt een verschottenrekening gedateerd 1910 inzake voorschotten Verklaring aan de ERVEN van notaris C.P.A. Boelen groot 20 glds en 5 ct. Dit stuk komt uit de familie archieven.

Zijn gezinsleven:

Hij had een relatie met een “inlandsche” vrouw genaamd Sina (minimaal begonnen in elk geval vóór juli 1876) met wie hij de volgende volledig erkende kinderen kreeg. (In geen der stukken wordt zij in detail vermeld, als slechts in de geboorte aktes van de kinderen. !!!)

  1. Josephine Boelen, *14 april 1877  +31 jan 1878.
  2. Constance Pauline Boelen *11 okt 1877 te Bangkalan Madura en te Den Haag + 28 sept 1923. Zij was gehuwd met Julius Ceasar Philippus Rubay-Bouman in 1900, toen nog 2de Lt Kwartiermaker KNIL te Den Haag in 1900. (Na de dood van tante Constance hertrouwde hij in 1926 met Cornelia Julia Bertha Meulemans te Den Haag.). Tante Constance kreeg uit haar huwelijk 2 zonen: Constant Julius Paul geboren 28 dec 1901 en Henri Philip Joseph geboren 1 juni 1907. (De laatste waarschijnlijk vernoemd naar Henri Philip Hesselaar, aangetrouwde oom uit het tweede huwelijk van haar vader). Dit volgens PK kaarten Den Haag, maar in vergelijking met prive brieven uit een verkregen archief klopt er iets niet wat betreft de datums. Er moeten ook (hoogstwaarschijnlijk) meerdere kinderen geweest zijn, gelet op een aantal foto’s in mijn bezit.
  3. Pauline Constance Boelen, *27 juni 1879 Bagelen Kediri en +12 maart 1958 te Overveen. Zij was gehuwd met Willem Egbert Boers, mijn oom en mijn andere oom Henri was getuige. Zij kregen 2 kinderen/zonen, waarvan de oudste als baby overleed. De jongste zoon Willem (mijn neef) werd advocaat te Overveen. Dank zij een door hem geplaatste response op een artikel in het NRC in 1996, kwam ik de familie op het spoor tijdens mijn zoektocht naar mijn eigen verleden, begonnen in dec 2010 (aangezien ik toen pas het artikel onder ogen kreeg.)
  4. Mathilde Boelen, * 31 maart 1881 te Blitar en +03 mei 1954 te Overveen ten huize van mijn oom Willem Egbert Boers en tante Pauline. Zij was gehuwd met Barend Albert Strasters te Buitenzorg  op 15 aug 1914, welke in 1936 overleed. Tante Mathilde was in de 2de wereld oorlog een “buitenkamper” en was ziek en behoefde sociale steun, hetgeen zij aanvroeg in okt 1945 en ook kreeg. Gedurende de maand december 1945 werd zij zwaar ziek in het ziekenhuis Borromeus te Bandung opgenomen en begin januari 1946 uit het ziekenhuis ontslagen. Ik moet het vervolg nog onder de loep nemen in verband met het feit wanneer zij precies naar Nederland kwam.
  5. Constant Jean Boelen, * 29 maart 1883 te Pasuruan en + ??? (In elk geval heeft Constant Jean sowieso de leeftijd bereikt van 25 jaren, aangezien kennissen van de notaris in 1908 het laatste bericht versturen.)  Constant Jean, werd gelijk zijn zusters naar Nederland gestuurd voor een opleiding. Doch, afwijkend van zijn zusters maakte CJ er in Nederland een beetje een potje van en keerde terug naar Indië om daar zijn levenswandel en brokkenmakerij te vervolgen. Uit diverse correspondentie bljkt dat de notaris diverse keren de levenswandel van zijn zoon financiëel heeft moeten rechttrekken. Als CJ de leeftijd van 25 jaren heeft bereikt, trekt vader Boelen zijn handen van hem af. Hierna is verder niets meer over CJ terug te vinden. Het laatst wat bekend was bij vader Boelen, was het feit, dat zoon CJ werk op een “fabriek” te Kediri had gevonden. Het zal dus een cultuuronderneming geweest moeten zijn: suiker, thee of koffie. (1908 en fabriek niet met naam genoemd.)…. In 1907 schrijft de notaris aan een relatie, dat zijn zoon al 4 jaren werkzaam is op een Indigo onderneming te Klaten en tevens deels belast met de tabaks plantage van dezelfde eigenaar (Bij mij bekend).
  6. Adolphe Emile * 8-6-1884 (ERKENNING) te Pasuruan en + 4-1-1886 te Surabaya, evenzo de moeder van zijn kinderen Sina, die omstreeks 1885/1886 –  hoogstwaarschijnlijk sowieso vóór juni 1886- gestorven moet zijn.

Saillant detail: Zijn eerstgeborene en laatstgeborene zijn vroeg gestorven.

De moeder van de kinderen (I), Sina, geboren ?? te ??? (Hoogstwaarschijnlijk Oost Java Grissee en hoogstwaarschijnlijk van Madoerese afkomst) moet vóór aug 1886 gestorven zijn, aangezien:

De notaris hertrouwt op 3 aug 1886 te Malang met (II) Catharina Wilhelmina Dorothea Berlauwt en welke geboren werd op 13 febr 1851 te Pasuruan. Zij is dan 35 jaren oud ten tijde van de huwelijksvoltrekking met notaris Boelen.

Zij was voorheen (1868 op leeftijd van 17 jaar) gehuwd met Gerrit Johan Gerritsen, een kapitein infanterie, tevens landeigenaar en hij  bezat een huis te Malang, welk huis in  juni 1886 vrijwillig werd geveild voor rekening en last van wijlen G.J. Gerritsen (Advertentie werd in mei geplaatst in het dagblad). Hij moet circa april 1886 gestorven zijn. Werd eervol als kapitein 13de regiment ontslagen (veelal gelegerd in Oost Java en kort gedetacheerd te Borneo Z.O.) en kreeg pensioen, doch werd later weer opgeroepen om dienst te doen als commandant bewakingstroepen Atchin (Aceh) kettinggangers. Ik ga hier niet dieper in details treden wat betreft de heer Gerritsen. De notaris en CWD Berlauwt (en haar man Gerritsen)  moeten elkaar al snel gevonden hebben of elkaar eerder al gekend hebben, want zij huwen reeds 4 maanden later na de dood van Gerritsen. (Ik vermoed, dat het huwelijk van Gerritsen met Berlauwt niet erg lekker liep, hoogstwaarschijnlijk door het leeftijdsverschil tussen Gerritsen en Berlauwt.)

Zie onder: Annonce krant van huwelijk Gerritsen en Berlauwt.

Een blik in de huwelijksakte van kind nummer 2, tante Constance die met Rubay Bouman  huwde deed me nadenken over iets wat ik associeerde met het huwelijk van de notaris met zijn tweede vrouw C.W.D. Berlauwt. De familie Berlauwt bracht militairen voort. Een getuige bij het huwelijk van tante Constance  was Henri Philip Hesselaar, een oom van de bruid, zoals genoteerd.

Ik besloot na te gaan wat de relatie precies was van deze oom (er stond wel “oom van de bruid”, maar ik zette er vraagtekens bij.) tot de familie Boelen en waarom de notaris ten tweede male gehuwd was met een weduwe van een militair. Militairen behoorden namelijk niet tot zijn dagelijkse kennissenkringen vanwege zijn beroep als notaris. Al snel vond ik de oplossing van/tot/mbt mijn beide vragen:

Henri Philip Hesselaar (militair), oom en getuige bij tante Constance’s huwelijk was namelijk gehuwd op 10 juni 1886 met Louise Georgette Berlauwt (geboren 23-2-1867 en in 1947 volgens de volkstelling woonde zij op Stadhoudersplein 61 te Den Haag.) en deze laatste zal waarschijnlijk een nichtje geweest zijn van de tweede vrouw van de notaris, Catharine Wilhelmina Dorothea Berlauwt (geboren in 1851).  De notaris zal hoogstwaarschijnlijk zijn tweede vrouw hebben leren kennen via deze ingang en omdat zijn schoonzoon ook militair was.  (Zie advertentie uit de kranten hieronder…..Hesselaar en Berlauwt huwen op 10 juni en Boelen en Berlauwt huwen op 3 aug.)…. Uit het huwelijk Hesselaar met Berlauwt is tenminste één dochter M.C.M. voortgekomen. Moeder en dochter Hesselaar vertrekken uit Batavia met m.s. Poelau Laut op 14 september 1938 definitief naar Nederland. De familienaam Hesselaar was in Indië ruimschoots vertegenwoordigd. (Militair alsmede Binnenlandsch Bestuur en Cultuur).

In een persoonlijke brief uit 1907 aan een kennis schrijft de notaris dat zijn vrouw in 1903 (= 2de vrouw CWD Berlauwt) is overleden te Den Haag, tijdens een verlof van hen beiden aldaar. In deze brief schrijft hij tevens hoeveel verdriet hij ervan heeft gehad en dat hij daarom besloten had om overplaatsing aan te vragen van Sidoarjo naar Magelang, hetgeen hem ook vergund werd bij GG besluit. Sidoarjo had hem teveel nare herinneringen gebracht.

Maar in een brief gedateerd 25 nov 1906 schrijft hij aan een andere vriend, dat hij al 4 jaar weduwnaar is. Dat zou betekenen, dat CWD Berlauwt dan in 1902 gestorven moet zijn. De notaris had veel aan zijn hoofd en herinneringen hadden geen plaats, want de akten van de gemeente Den Haag melden dat zij is overleden op 12 juli 1901. (Zij werd 50 jaar oud.) Zij sterft in een land ver weg van haar geboortegrond en welke zij slechts één keer mocht bezoeken als “toeriste” en er maar is gebleven om het maar cru te zeggen, maar wel triest…….

Foto onder: Een annonce uit de almanak van het huwelijk van Boelen/Berlauwt en Hesselaar/Berlauwt (Zie notities boven). Het moet me wel van het hart, dat ik menigmaal me erger aan de benamingen die men – uit hoofde van het koloniaal gedrag – gaf aan de Inlandsche Christenvrouwen.

Voorbeeld: J.A.E. Huttner huwt met Manis Gendeng. Een beetje kenner van de taal weet, dat zij, vertaald in het Nederlands, dus heet: Gekke Lieve… of Gekke Zoete. …. Manis is zowel ZOET of LIEF en Gendeng is GEK. In Nederland werd toch ook niet genoteerd dat meneer Jansen huwde met Lijpje Boerentrien of iets dergelijks, maar gaf men het beestje toch ook een normale naam….. Men maakt mij niet wijs, dat de ouders bij de geboorte van hun dochter haar deze naam hadden gegeven….. Allemaal nog restanten uit dat Slavernij gedoe…. door Nederland officieel beëindigd in 1863….. Margaretha Frederika zal een dochter geweest zijn uit een slavengezin… en haar vader hoogstwaarschijnlijk de Toean Besar alsmede eigenaar van het slavengezin….

Vreemd komt het echter op mij over, dat de notaris in 1892 een testament bij een bevriende notaris laat opmaken waarin hij nogmaals verklaart dat zijn kinderen door hem erkend zijn en dat zijn kinderen de enige wettige erfgenamen zijn. (Reeds gehuwd met CWD Berlauwt). In 1906 herhaalt hij zijn bewering uit 1892 tegenover een levensverzekering maatschappij. CWD Berlauwt is dan al overleden.  Zou hij een deel van zijn (eventueel) vermogen dan buiten de boeken gescheiden hebben ten faveure van zijn vrouw CWD Berlauwt? Of zou hij gans vergeten zijn om zijn vrouw tijdens de huwelijksperiode ook als erfgenaam te benoemen?

Het testament, zoals hierboven vermeld het volgende: Alle 4 kinderen (tot dan in leven zijnde) erven in gelijke delen zijn nalatenschap, mits de notaris mocht te komen overlijden en mits de kinderen dan nog minderjarig zijn. Zijn nalatenschap dient geregeld te worden door één en dezelfde persoon die tevens aangesteld is als voogd over zijn dan nog minderjarige kinderen. Deze persoon is dan de aangewezene Everhard Jan Frederik Tack, geboren te Amsterdam op 8 okt 1850 en gestorven te Den Haag op 27 maart 1922.

Vreemd m.i. wederom, dat de notaris een niet gerelateerd persoon als voogd toewijst, daar waar hij meerdere directe familieleden te Indië alsmede in Nederland had. Ik vermoed dat de notaris en Everhard Jan Frederik Tack zeer goed met elkaar bevriend waren en ook omdat beiden standplaats/woonplaats Sidoarjo hadden. Het zou evenzo mogelijk geweest kunnen zijn, dat zijn 2 broers in Indië  geen zin in hadden???

In eerste instantie dacht ik, dat de aangewezen voogd wellicht toch een familielid was, doch nader onderzoek leverde geen resultaten op met betrekking tot mijn veronderstelling.

Voor diegenen, die er echter brood in zien, heb ik hieronder een stukje genealogie bij elkaar geschraapt betreffende Everhard Jan Frederik Tack.

Hij was de zoon (meerdere kinderen) van Everhard Jan Frederik Tack, geboren 24 januari 1815 te Amsterdam en gestorven 25 april 1868 te Zuphen uit het huwelijk met Johanna Petronella Rudolphina de Burlett, geboren 22 januari 1822 te Amsterdam en gestorven 11 december 1856 te Arnhem (Zij kwam uit een Amsterdams patriciërsgeslacht). Het huwelijk vond plaats te Tiel op 6 februari 1845.  Wil men meer weten over BURLETT, klik dan HIEROP.

Everhard Jan Frederik Tack was administrateur van de SF BOEDOERAN (Sidoarjo/Soerabaja) en was gehuwd met:

  1. Rosalie Hermina Rahr, geboren 28 december 1848 te ?? en gestorven te Sidoarjo 8 november 1898 en
  2. Adriana Henriette Soesman, geboren te Yogya 4 februari 1877 en gestorven te Den Haag op 4 okt 1966. Dit huwelijk vond plaats op 2 dec 1899 te Soerabaja, 13 maanden na de dood van zijn eerste vrouw. (Diverse andere bronnen vermelden echter dat zijn eerste vrouw Jeanne Rahr geweest was.) Voor mij niet relevant wie de echte Jeanne Rahr of wie de echte Rosalie Rahr was.

Ouders van de tweede vrouw van notaris Boelen, zijnde Catharina Wilhelmina Dorothea Berlauwt (vernoemd naar moeder en grootmoeder):

De “stamvader” moet zijn Jan Petrus Berlauwt, die 1825 te Pasoeroean stierf.

Johannes Nicolaas Berlauwt huwt ten tweede met Petronella Elisabeth Dorothea REISNER op 8 maart 1850 te Pasoeroean. Hij was weduwnaar van Anna Helena Bischoff met wie hij op 9 juni 1841 te Pasoeroean huwde. Johannes Nicolaas was scheepsagent en handelaar.

Petronella Elisabeth Dorothea Reisner was de dochter van Carel Alexander Reisner gehuwd met Catharina Wilhelmina Bischoff. (Deze laatste stierf te Pasoeroean op 4 dec 1851.)… Een nakomeling van Reisner huwt met een nazaat van Sleebos op 28 januari 1886 te Pasoeroean… zie advertentie uit de krant hiervoor genoemd waarbij de huwelijken van Berlauwt en Boelen en Hesselaar ook op staan.

(Zijdelings: En deze nazaat Sleebos had ook weer genealogisch iets van doen met een nazaat Phefferkorn en ondergetekende had met Phefferkorn weer iets van doen…. Zo ziet men weer, dat die Indo wereld daar in dat oude Indië best wel een soap waardig is om via SBS6 of RTL4 uitgezonden te worden ten faveure van het onwetend publiek wat betreft het oude Indië.) Het zij gezegd.

Andere wetenswaardigheden over de notaris:

Notaris Boelen had in zijn loopbaan veelvuldig te maken met frauduleuze handelingen van zijn clienten en in één hieruitvoortvloeiende rechtzaak werd hij zelfs in eerste instantie valselijk veroordeeld, doch na herziening van de kwestie werd de notaris geheel vrijgesproken van enige blaam in februari 1899. (In eerste instantie werd de notaris in 1893 veroordeeld tot een boete van 1000 glds en 3 maanden geschorst uit zijn ambt.)

Hij kreeg vele felicitaties van stadgenoten en bevriende collega’s en clientele na zijn rehabilitatie. Dit hele proces heeft een jaar of 6 geduurd en had een behoorlijke impact gehad op de gezondheid van de notaris, mede in acht genomen het gedrag van zijn zoon CJ. Veelvuldig kwam deze laatste langs collega’s van zijn vader om via rekening courant een financiëel voorschot te bemachtigen en was veelvuldig zonder werk. Wegens chronisch geldgebrek verkocht zoon CJ zelfs zijn complete huisraad tegen de somma van circa 275 guldens. (Correspondentie 1908 hierover afkomstig van een kennis van vader C.P.A. Boelen.)

De lopende rechtzaak zoals boven genoemd, noodzaakte notaris Boelen om een borgstelling te betalen van 2000 glds om het land te mogen verlaten richting Nederland om met verlof te gaan, hetgeen later niet terugbetaald werd. (Althans geen verdere correspondentie hierover te vinden.)

De dochters van de notaris hadden allen hun opleiding in Nederland heel goed volbracht (gymnasium/hbs voor meisjes) Leiden en Den Haag. Tante Pauline was een gediplomeerd onderwijzeres, daar waar Tante Mathilde een eigen fotostudio had (na de middelbare school een vervolgopleiding bij een bekende fotostudio in Duitsland Hamburg). Hoogstwaarschijnlijk door haar gehuwd leven heeft zij de exploitatie van de studio niet verder tot ontwikkeling gebracht. In het begin van haar foto studio carriere won zij een eerste prijs op de fototentoonstelling te Buitenzorg en ook diverse ere vermeldingen.

Vanaf de jaren 1906 tot aan zijn overlijden, heb ik uit de correspondentie van de notaris kunnen herleiden, dat hij het eigenlijk allemaal een beetje zat was. Een fragment uit een brief van november 1906 gericht aan een collega: “Indië staat mij gruwelijk tegen.”……..Hij is dood- en doodeenzaam en behoorlijk opgebrand.

…. Twee van zijn kinderen in Nederland; een ander kind gehuwd en ver van hem in Indië verwijderd; kind nummer 4 (zoon) ook in Indië en hangt een beetje de belhamel uit; zijn eerste vrouw Sina vroeg overleden na een vrij korte relatie uit welk hij zijn kinderen kreeg; zijn tweede vrouw in 1901 overleden tijdens een verlof (waar zou zij begraven zijn?)…. de notaris is opgebrand en verlangt naar zijn broodnodige rust; de 6 jaar lang slepende rechtszaak; het gedrag van zijn zoon; de tropen temperaturen; de diverse lange verlofreizen naar Nederland en terug naar Indië; de wanbetalers die spoorslags naar Nederland repatrieerden en rekeningen niet betaalden etc., al deze factoren hielpen niet mee aan het in stand houden van een goede gezondheid.

In brieven aan andere collega notarissen is te lezen dat hij onderhandelt over de overname van zijn notariaat tegen een soort maandelijks pensioen en/of een eenmalige koopsom. Hij doet in de brieven een opsomming van zijn baten en kosten per maand. (Uiteraard vermeld ik deze bedragen hier niet). Of dit uiteindelijk tot een resultaat is gekomen, valt (voorlopig) niet terug te vinden.

Ik heb er nooit eerder bij stilgestaan, maar bij het doorspitten van de notariële archieven is het pas duidelijk tot me doorgedrongen, hoeveel kilometers papier er door een notaris vol werd geschreven en niet alleen vanwege de aktes en dergelijke maar ook vanwege de duplicaten. Uiteraard had de notaris zijn klerken in dienst, die een deel van deze schrijfwerkzaamheden voor hun rekening namen, maar de notaris schroomde niet om zelf ook kilo’s papier vol te schrijven.

Een gangbare methode was bijvoorbeeld om vooraf een akte in klad te schrijven, welke bij een bespreking met de clientele dan verder werd ingevuld en of verbeterd en in de tweede instantie werd deze akte dan netjes overgeschreven en in derde instantie werd het duplikaat dan pas geschreven. Ik heb ter inzage gekregen een akte die wel 10 grote folio vellen besloeg, dus dat impliceert dat er minimaal dan 30 folio vellen vol werd beschreven. (Een folio vel heeft als formaat circa 1,5 x het volume van een tegenwoordig standaard A4 blad.). Wat zijn de schrijfliefhebbers onder ons tegenwoordig toch gezegend met al dat electronisch hulpgedoe…..

Zijn baan als Vendumeester:

Uit aktes décharge van de Algemene Rekenkamer Eerste Tafel blijkt dat de notaris tevens vendumeester was als volgt:

  1. (Akte 7294/3) Malang 3de en 4e kwartaal 1884, geheel 1885 en het 1ste kwartaal 1986.
  2. (Akte 11212/3) Banjoemas van juli 1886 t/m 23 jan 1889.
  3. (Akte 10901/3) Bezoeki van 6 febr 1889 t/m 4 sept 1889.
  4. (Akte 3088/3) Sidoarjo en Surabaya van 17 sept 1889 tot en met 29 maart 1893, van 29 juni 1893 t/m 15 maart 1894, van 14 juni 1894 t/m 8 mei 1896, van 15 mei 1896 t/m 9 jan 1897, van 23 jan 1897 t/m 15 okt 1897 en van 1 april 1898 t/m 1 mei 1899.
  5. (Akte 1999/3) Magelang van 14 okt 1905 t/m 1 nov 1907. In deze periode betaalt hij een borgsom van 2000 glds, hetwelk na zijn vertrek als vendumeester NIET wordt vrijgegeven door de verantwoordelijke instanties. Uitpluizen der stukken geven hier definitief uitsluitsel over: Voorlopig geen teruggave, zegt de Ned. Indische regering met de clausule: “Misschien dat de Nederlandse regering er anders over denkt.”…. Ik noem zoiets…”vul zelf maar in”. …..  Ik kan verder geen correspondentie hierover vinden of het alsnog in Nederland is terugbetaald ondanks diverse verzoeken van de notaris.

Aanvullende overige informaties betreffende de kinderen van de notaris:

Ad kind nummer 4:   Mathilde Boelen gehuwd met Barend Albert Strasters. Hierover kan ik het volgende vermelden: Genoemde Barend Strasters heeft totaal niets van doen gehad met de beruchte SS’r Strasters, noch heeft deze Barend Strasters enige gelijkenis met een heerschap eveneens Barend Strasters genaamd, die in 1911 te Rotterdam een politie agent in elkaar sloeg en er ook voor werd veroordeeld.(Te Rotterdam woonden meerdere families Strasters.)

De echtgenoot van tante Tilly (afkomstig uit Rotterdam) was o.a. administrateur van de KINA ondernemingen Sukawana en Cibitu Patuha (Tjibitoe Patoeha). Daarbij was hij lid van de Regentschapsraad te Bandung en Ass. Conservator van het Zoologisch Museum en het Buitenzorg Laboratorium(1913).

Foto onder: Een krantenartikel in verband met het overlijden van Barend Strasters. Door de journalist wordt de naam Bernard gebruikt, hetgeen niet juist is.

Via deze website: http://members.upc.nl/w.strasters9/aldfaer%20genealogie.html  ben ik zo vrij geweest om de volgende pagina als aanvulling te gebruiken, wat betreft Barend Strasters. (Waarvoor mijn dank). Het krantenartikel hierboven vermeldt dat Barend Strasters 45 jaar oud was. Dat blijkt uit de gegevens van de website van de familie Strasters, onjuist te zijn. (Ook toen waren dus de krantenberichten niet altijd juist).

Ik werd begin juli 2014 benaderd door een (gerelateerd) familielid van Barend Albert Strasters en verkreeg toestemming om de volgende annekdotes/bizonderheden over Barend Albert Strasters toe te voegen. (Het artikel is Copyright J. Strasters-Goudriaan te Mourik en dient overeenkomstig behandeld te worden.) Mijn dank aan de eigenaresse van dit artikel.

Quote:

BAREND STRASTERS

GEBOREN 24 MEI 1885 TE ROTTERDAM

OVERLEDEN 6 MEI 1936 TE BANDOENG

Hij volgde zijn opa Barend Strasters op als amanuensis van het Erasmiaans Gymnasium in Rotterdam. Heeft in 1911 de padvinderij in Rotterdam opgericht en was daar hopman.

In 1913 is hij naar de Rijksplantentuin in Buitenzorg gegaan, het tegenwoordige Bogor in de functie van assistent-conservator.

Op de site van de KNAW wordt het volgende vermeld:

“In 1913 the staff was enlarged by the appointment of Mr.B.Strasters as a temporary assistant custodian. In 1914 there was need for expansion and again a new museum room was built in addition to some sheds. Meanwhile war broke out. In 1916 the museum came in the possession of a beautiful skeleton of a whale (Balaenoptera musculus). 

The bones, weighing 6390 kg had to be transported by manpower through hazardous country that averaged 1700 m above sea level and had neither roads or bridges from the south coast of the Preanger to Garoet and from there by train in four cars to Buitenzorg. The moving required forty-four days. 

The honor of achieving this feat belongs to Mr.W.Reuter who succeeded Mr.B.Strasters as assistant conservator. 

Two years passed before the animal was temporarily mounted. Alas !

This most important piece of the show collection stands to this day in the same provisional structure.”

Het is onduidelijk of Barend (Ben) dit heeft meegemaakt want hij heeft in 1915 Ornithologisch onderzoek gedaan in Palembang op Sumatra. Dit is te lezen in het boek van G.C.A.Junge bl. 326/327. Hij was vanaf 27 september 1929 tot aan zijn overlijden op 6 mei 1936 lid van de Regentschapsraad van Bandoeng.

Een vriend van hem was Dr.Frans van Mervennée en zij waren samen bij de vrijmetselarij. De familie van Mervennée ging vaak naar Tjibitoe waar Ben Strasters in 1930 woonde op een theeplantage. Zij typeerden hem als een vrijgezel, met als hobby’s: natuur met name orchideeën en opera-muziek die hij beluisterde via zijn grammofoon. En ook een  vogelliefhebber.

Volgens Lies van Mervennée, die als kind graag verhaaltjes bedacht in een groot gat in een boom op die plantage, leefde Ben zonder klok of horloge nog steeds als een padvinder.

Unquote.

Met dank aan mevr. J. Strasters-Goudriaan de volgende familie-foto mogen ontvangen en toestemming gekregen om hier te plaatsen. Het copyright berust bij mevr. J. Strasters-Goudriaan. Geheel rechts in het wit met wandelstok Barend Strasters.

Begeleidende tekst gekregen van mevr. J. Strasters-Goudriaan.

“Barend Strasters (24/5 1885 – 6/5 1936) in 1930 voor zijn huis in Tjibitoe met de volgende vrienden:

Vooraan van rechts naar links: Barend Strasters, Johanna Maria van Mervennée-Evers (18/1 /889 – 9/2/1981), Elisabeth Maria Françoise van Mervennée (14/6/1925 – 17/1/2009), Cornelis Frederik van Mervennée (13/9/1916 – 24/8/2001) in padvinders-uniform. 

Achteraan links: Sophia Elisabeth van Mervennée (28/6 1912 – 8/11 1977),  echtpaar van Haselen ???? , onbekend echtpaar, Franciscus Cornelis van Mervennée (13/6 1885 – 11/7 1958)” 

Tante Tilly was de eerste Indische (vrouwelijk voor Indo-europees dus) fotografe, doch helaas haar beroep nooit verder uitgeoefend sedert zij huwde. Zij had een opleiding te Hamburg gevolgd hiervoor.

Hieronder het graf van Barend Strasters:

En recentelijk – 12 dec 2018 – een betere foto van het graf gekregen van de heer Ibnu Rustamadji te Bandung, waarvoor dank.

Ad kind nummer 2 van de notaris: namelijk Constance Pauline Boelen, die gehuwd was Julius Cesar Philippus Rubay Bouman. Laatstgenoemde had een broer Abraham Robert Theodoor (1873-1939), die gehuwd was Henriette Elisabeth Koker (1877-1956). Ouders van Henriette waren: Johan Godfried Koker (1839-1891) als tweede echtgenoot van Antoinette Ernestine Geertruida Wilhelmina Mac Gillavry.(1838-1912). In de wandelgangen werden zij genoemd: Oom Dorus en Tante Jet. (Zie lectuur over de familie Mac Gillavry, tabaks planters en industriëlen.)… Zie ook de foto hieronder volgend van A.R.Th. Bouman als cadet te Breda.

Foto onder: Het bidprentje van het overlijden van de moeder van notaris C.P.A. Boelen, namelijk Joanna Maria van Kleef, overleden op 29 april 1850, oud 42 jaren en 7 maanden te Den Haag. Ter attentie van eventuele rechtermuisklik gebruikers: Dit bidprentje is afkomstig van het CBG en is door mij eerlijk aangekocht tegen de somma van 20 eenheden !!!!  Het is maar dat u het weet heren/dames kopiëerders. (Trouwens een beetje deskundige “rechtermuisklik kopiëerder” weet, dat deze afbeelding getagged is. En zijn/haar IP-adres is daarmee ook bekend). Wie de schoen past trekke hem aan….(En dat durft zich Indo te noemen. !!!!!)  ….  Nog één keer jatten en ik onderneem stappen naar justitie.

Foto onder: (Zie kind ad 2 van de notaris Constance Pauline) Een scan van Majoor Julius Cesar Philipus Rubay-Bouman (een schoonzoon van notaris C.P.A. Boelen). Zijn ouders waren Daniel Philippus Bouman – gep. generaal majoor KNIL, geboren Voorburg 21 maart 1841 en overleden 25 dec 1930 Den Haag – gehuwd op 17 febr 1868 te ??? met Henriette Therese Meyer geboren 29 okt 1848 Semarang en overleden Den Haag 18 maart 1935.

Bij Besluit van de GG d.d. 5 sept 1922 nummer 18 werd de naam RUBAY toegevoegd aan de naam BOUMAN, aldus wordende Rubay Bouman. Echter – begin jaren 1820 ( een eeuw eerder) trouwt een voorvader Bouman met een juffr. Rubay. In diverse actes verschijnt de naam Rubay telkenmale terug, maar dan als toevoegsel bij de voornamen….. Voornamen + naam Rubay en dan pas achternaam Bouman.Foto onder (CBG militaire dossiers): Een oudere broer van bovengenoemde majoor Julius Cesar Philippus (Rubay) Bouman, was Abraham Robert Theodoor Bouman, geboren te Ambarawa Willem I kazerne in 1873 en gestorven 25 juni 1939 te Den Haag. Hij was eveneens militair en gehuwd met Henriette Elisabeth Koker (Ngawi 19 juni 1877 en gestorven Den Haag 29 dec 1956) op 1 okt 1896 te Den Haag. Haar opa was William Mac Gillavry (1805-1878) en haar oma was Johanna Geertruida Senstius.(1810-1882)

A.R.Th. Bouman hier als cadet in opleiding.(Later oud Luitenant-Kolonel.)

Foto onder:

Notaris Boelen. Het jaar en plaats van opname (in elk geval niet Nederland, gelet op de tropenkleding) is mij onbekend maar zal hoogstwaarschijnlijk rond de eeuwwisseling 1899/1900 zijn of iets later nog.

Een felle blik in zijn ogen en de toon in sommige van zijn correspondentie stukken aan clientele, meen ik een eendere felle schrijfwijze te bespeuren. Kort van stof, doch duidelijk genoeg voor de geaddresseerde, vooral als het een achterstallige betaling betrof. Hij stuurde in dergelijke gevallen slechts één herinnering en dreigde tevens bij non- of wanbetaling de geadresseerde meteen aan te geven bij de regering en publiekelijk kenbaar te maken. Het hielp in vele gevallen wel.

Hieronder een foto van de notaris, gekleed in een tropenjasje en gekocht bij een bekend mode huis te Surabaya in die dagen. (Afgeleid uit een bestelbrief van de notaris uit de archiefstukken.) In vergelijking met andere foto’s uit die periode heeft de notaris zijn snor gekortwiekt.

Aanvulling 13 januari 2015: De notaris in zijn jonge jaren in Nederland. (Foto’s courtesy neef WP Boers en copy-right).

De notaris en tante Pauline te Amsterdam op 11 aug 1903 in de leeftijd van 57 jaar.

De notaris links zittend en niet kijkend naar de fotograaf. Op de pagina Verloren familie 3 is een nadere uitleg te vinden over de andere personen op deze foto. Het zijn deels kennissen en deels familieleden.

Einde aanvullingen 13 januari 2015.

Foto onder: De oorlog maakte een ieder zwak, ziek, misselijk en ook tante Tilly (zie kind ad 4 van de notaris) ontkwam niet aan de ellendige gevolgen van deze oorlog. Verdomde pokkeoorlogen altijd, sorry, maar het is toch zo.

Hieronder haar identiteitskaart en tevens kaart waarop aan de achterkant werd genoteerd welke steun zij kreeg.(Financiëel alsmede in natura).  Niet voor openbaarheid bestemd en dat zal de lezer/-es toch wel begrijpen. Het woonadres was een hoekje in de oude Lyceum school, aangezien zij haar woning aan de Sumatra straat 33 niet kon bekostigen. (Zie de kaart waar het oude woonadres is doorgestreept.)

R.A.P.W.I = Recovery Allied Prisoners of War and Internees. Deze instantie werd in 1945 door Mountbatten opgericht en in april 1946 opgeheven. Een Britse hulpverlenings organisatie, met Nederlandse beheers medewerkers/-sters en weinig gegevens in Nederland over de organisatie en hun hulp, op enkele krantenberichten na, welke vrij algemeen van aard zijn. De instelling had vrij veel last van de “rebellen” en diverse goederen c.q. hulptransporten werden vrij vaak buit gemaakt. Engeland zal deze archieven wel vollediger in bezit hebben. Google verder er lustig op los naar RAPWI als men meer over de RAPWI wilt weten, of breng een bezoekje aan Engelands archieven.

Foto onder: Het kantoor van de RAPWI te Bandung, waar tante Tilly haar steun zocht en kreeg. Foto afkomstig van www.oorlogsgetroffenen.nl

Foto onder: Een scan van zijn vestiging in Ned. Indië.

Foto onder: Een deel van een scan van een finale afrekening met betrekking tot het overlijden van de notaris.

Omwille van prive omstandigheden heb ik niet de hele scan geplaatst.

Op 31 juli 1910 wordt de huishoudster nog uitbetaald. Dit kan duiden op een achterstallige betaling aan de huishoudster. Opmerkelijk is ook de notitie wat betreft de vergoeding van het “verbreken huurcontract”; vlgs de komplete afrekening betreft het hier de huur van het atelier van tante Tilly.

Ook eigenaardig is het feit, dat ondanks het overlijden, de huur van de woning van de notaris volledig betaald diende te worden tot en met januari 1911….. Hoe noemt men zoiets in de volksmond? Lijkenpikkerij of iets dergelijks?

Op de scan is ook te lezen, dat er eigendomsrechten bestaan op een eigen graf.

De notaris Boelen, een hardwerkend man en goed huisvader geweest; zijn kinderen kwamen toch altijd wel op de eerste plaats bij hem, ondanks dat zijn zoon hem veel problemen gaf. Vertrok naar Indië en waarom zal ik nooit weten, maar Indië bracht hem niet helemaal wat hij zocht in het leven en zoals hij zelf schreef in de laatste jaren te Indië : Indië staat me gruwelijk tegen. Gezegd waarschijnlijk omdat hij zijn familie miste, die in Nederland vertoefde…. Slechts zijn zoon keerde terug naar Indië en keerde hem uiteindelijk de rug toe, naar believen……

Daarbij kreeg hij ook nog de zorg over 2 neven (zonen van zijn broer) over wie hij voogd werd, namelijk Anton en Louis Boelen. Louis stierf op 8-jarige leeftijd in het weeshuis en Anton stelde ook menigmaal het geduld van de notaris op de proef.

Uit één van zijn brieven spreekt het verdriet van de notaris hier boekdelen over. Twee maal gehuwd en beide huwelijken als weduwnaar alleen achter gebleven. Zijn eerste vrouw schonk hem zijn kinderen en geen woord over haar in zijn brieven…..(althans in de mij bekende brieven) !!!  Over zijn tweede vrouw schrijft de notaris dat hij veel verdriet had over haar dood. !!!!

Uit Nederland werd hij geboren, trok naar Indië en woonde, werkte en stichtte daar zijn gezin en keerde na 34 jaren huiswaarts Nederland terug om in zijn eigen aarde gelegd te worden en vond hij eindelijk zijn rust en vrede, maar wel eenzaam gestorven in zijn kostkamertje in het pension.

In de kolom algemene mutaties van de krant staat vermeld: aangiftedatum 30 juli 1910. Hij staat vermeld samen met nog een paar andere gestorvenen. Het vreemde ervan is, dat bij alle andere vermelde personen de leeftijd gepubliceerd werd, maar bij de notaris niet. Zelfs niet zijn geslacht. Me dunkt, zo’n saai figuur was de notaris nu ook weer niet toch?…..Geen overlijdensadvertentie te bespeuren in de kranten… Geen notitie in het gemeente archief Amsterdam…. Geen bericht of wat dan ook van zijn laatste nog in leven zijnde broer, die 12 jaren later stierf…..

De notaris, een mens zoals wij allen en slechts op zoek naar vree en geluk in zijn leven. Hij vond het helaas ten dele en betaalde er een vrij hoge prijs voor, gelijk vele zoekers van geluk of gelukszoekers vóór hem. En daarom ook voor hem een eerbetoon.

 

Terug naar boven