Notaris Pieter Jacobus Janssens te Cheribon.
In de papieren van mijn oudoom C.P.A. Boelen, notaris te Magelang, kwam ik een duplikaat tegen van een Speciale Volmacht, die verleden werd door notaris Pieter Jacobus Janssens te Cheribon op zaterdag 23 oktober 1869.
Het betrof het echtpaar Jacoba Maria Specht Grijp gehuwd met Carel Theodoor Humme, een “blauwe brieven” controleur landelijke inkomsten cultures wonende te Sindang, Residentie Cheribon.
In de archieven van mijn oudoom heb ik verder geen voorafgaande of aansluitende stukken hierover kunnen vinden, hetgeen me in eerste instantie verwonderde.
Want ik ploos het echtpaar na en kon geen clou of hint zien waarom dit echtpaar verzeild raakte bij een notaris te Magelang, aangezien zij – conform de almanakken en overige gegevens – niet in de buurt van Magelang woonden of vertoefden.
De familie namen Humme en Specht Grijp waren me bekend en voor zover mij bekend, was er verder niets bizonders aan de hand met deze familie namen, dus dat leek me niet relevant om daar nader op in te gaan. Op zich zelf blijft het natuurlijk mooi: een stukje papier uit 1869 de geschiedenis tonend. Is toch wel 146 jaren oud en vastgehouden door diverse personen die destijds leefden daar in die koloniale tropen. Zouden zij zelf ooit bevroed hebben dat 146 jaren later ooit iemand anders, dat papier ook zou vasthouden en er een stukje over zou schrijven?????
Ik vemoedde echter, dat het dossier incompleet was geraakt in de loop der tijden maar ineens schoot me iets te binnen over de notaris zelve en dat was een deel van het dossier van de Javaasche Bank en zijn bemoeiienissen ermee.
Daarom deze pagina gewijd aan de notaris Pieter Jacobus Janssens.
Veel bizonders is er niet te vertellen over de notaris, maar datgene wat ik over hem heb is toch wel het vermelden waard. Ik heb helaas niet zoveel moeite gedaan om te ontdekken wanneer en waar hij exact geboren was.
Officieel wordt hij per 1-4-1865 als notaris te Cheribon aangesteld. (Gangbaar zou hij dan een jaar of 25 oud zijn geweest.)
Het archief van Cheribon vermeldt dat er een Agentschap van de Javaasche Bank te Cheribon wordt geopend op 6 aug 1866 en de notaris krijgt de leiding over deze branch met een jaarwedde van 25% van de nettowinst van de bank met een minimum van 1200 guldens. (Dat waren toch honderd ballen per maand en in die tijden was dat veel, erg veel. Er waren genoeg gezinnen die geen eens 10(tien) pop per maand hadden). GG besluit no. 63 d.d. 31 juli 1866 en daarmede werd de vijfde vestiging officieel een feit. Er waren tot dan toe 4 andere agentschappen geopend in de steden Semarang, Soerabaja, Makassar en Padang. Als commissaris werd aangesteld de heer J.W. Peter en als Adj. Comm. de heer P. van Waasdijk. In welke straat de bank in die jaren gevestigd was, is mij onbekend. Het hedendaagse (derde) gebouw te Cirebon is gevestigd in Kampong Cangkol nummer 5 en de eerste steen werd gelegd door Jan Marianus Gerritzen, een zoontje van de Directeur der Bank M.J. Gerritzen, op 21 sept 1919; de bouw werd voltooid op 22 maart 1921. Architect was kantoor Cuypers en Hulswit.
Hieronder de vestigingen van de Javasche Bank te Cheribon, respectievelijk in chronologische volgorde van gebruik.
De notaris is een hardwerkende man – bij mijn weten niet gehuwd – en verkoopt ook nog in zijn hoedanigheid van agentschap van de Staatsloterij, loten aan het publiek.
Waarschijnlijk als belegging of iets van dien aard, koopt hij ook een groot huis te Salemba Batavia en een ander perceel; tevens een stuk grond met opstallen te Cheribon. (Zie foto’s helemaal onder deze pagina.)
In 1873 krijgt hij een collega notaris te Magelang, namelijk notaris Putman Cramer. Of hij zelf dan nog in Magelang zit, denk ik niet, want de RA 1872 is de laatste almanak die hem vermeldt aldaar gevestigd zijnde.
In 1882 is de notaris (zwaar) ziek en krijgt hij een tweejarig verlof toegekend om naar Nederland te gaan. Hij is dan werkzaam te Solo.
Op 1 maart 1883 plaatst de notaris een advertentie waarin hij meedeelt dat hij Java verlaat en dat zijn gemachtigde de heer P.G. Gout te Solo is. Pretenties dienen voor de 15de maart ingediend te zijn.
Het mag allemaal niet baten, want op 31 maart 1883 overleed de notaris te Solo op vrij jonge leeftijd. Hoogstwaarschijnlijk zal hij geen directe familieleden gehad hebben, want er wordt geen overlijdens advertentie geplaatst, slechts een eenzaam algemeen bericht van overlijden. Zou hij misschien met een lokale dame “gehuwd” zijn geweest?
Halverwege april 1883 worden zijn bezittingen geveild en de opbrengst van zijn percelen en huizen te Salemba brengen slechts letterlijk EEN gulden op. Gekocht door de heer S(amuel) van Hulstijn (gehuwd met J.J.M. Kroeger). Hij stierf in 1887 te Batavia en zou dus de koper geweest kunnen zijn. Er was ook een zoon S(amuel) van Hulstijn geboren Semarang 1857….Uiteraard was er ook een Armeense familie aan verwant, namelijk Johanna Catharina Martherus (zij stierf 29 jaar oud)…… Vreemd, heel vreemd. Waarom slechts EEN gulden? Was er wat met de huizen aan de hand? De familie van Hulstijn was trouwens ruimschoots vertegenwoordigd in o.a. Batavia en boerde goed.(Zij hadden renpaarden in bezit die regelmatig prijzen wonnen te Buitenzorg op de renbaan en een ijsfabriek). Wat het erf te Cheribon opbracht is mij onbekend. Hoe groot de opbrengst ook geweest moge zijn, de staat zal het wel gekregen hebben.
Even terugblikken en nadenken over zo’n simpel stukje grond: Eeuwen voorheen komen een stel kolonialen aan met hun bootjes, pikken de grond in van de bevolking, verkopen die grond aan particulieren, die verkopen het op hun beurt weer aan anderen, die laten na hun overlijden dat stuk grond weer na aan de staat en die verkoopt het op haar beurt alweer aan derden. En maar vangen en vangen….Kijk, dat heet nu kolonialisme.
De veiling van het erf en bebouwing te Cheribon was gepland voordat de notaris overleed, want de advertentie werd geplaatst op de 30ste maart 1883. Voelde de notaris zijn einde dra naderen? (Er staat in de tekst: toebehorende aan en niet aan wijlen…)
Op een vroegtijdige wijze kwam een tropencarrière van een notaris ten einde. Moge de ziel van de notaris Janssens zijn eeuwige rust gevonden hebben.