De gebroeders ANDREAS, stamvaders van vele nazaten in Indië.
Allereerst een stukje historie.
Er leefde ooit een Armeeense hereboer genaamd PAULUS (gestorven 20 juli 1788 te Nieuw Julfa Isphahan Perzië), zoon van BAGHOOM.
Paulus kreeg o.a. een zoon die ANDREAS werd genoemd en was 1ste gehuwd met Lelig (overleden in 1781) en ten tweede gehuwd met AMIROGHLI en uit dit huwelijk werden o.a. 3 gebroeders geboren, te weten PAULUS, BARSEKH (BARSEG) en KARAPET (Carapiet).
Een afschrift uit de burgerlijke stand van Semarang vermeldt, dat de moeder van deze 3 broers heette ANNA JOHANNES (ook genaamd Amiroghli)….. Deze Anna Johannes dient niet verward te worden met een nichtje ook Anna Johannes geheten. (=De jongste dochter van Joseph Johannes met Helena Jacoba Herwich, later gehuwd met Tiemen Cornelis Johannes Kroesen en daardoor mijn overgrootmoeder zijnde.)
Deze tweede vrouw van Paulus Andreas (Sr), ANNA JOHANNES was een zuster van mijn betovergrootvader Joseph Johannes Amir en daarmee is verklaard dat de 3 broers PAULUS, BARSEKH en CARAPET neven waren van mijn betovergrootvader.
Bovengenoemde voorvader ANDREAS (zoon van PAULUS) maakt een pelgrimstocht van Isphahan Perzië naar Edchmiazin (in het huidg Armenië) via BASRA. In Basra huwde hij zijn eerste vrouw LELIG en na haar dood keerde ANDREAS terug naar zijn geboorte oord, alwaar hem door zijn ouders werd medegedeeld, dat een huwelijk voor hem was gearrangeerd met AMIROGHLI (Anna Johannes).
Kortom, Nederlandsch Indië kwam ter sprake in het gezin van ANDREAS en deze stuurde (mede op verzoek van zijn zwager Joseph Johannes) de 3 broers Paulus, Carapet en Barsekh via Calcutta naar Indië. In Calcutta volgden zij het Engels onderwijs op de daar gevestigde Armeense scholen.
Carapet kwam in dienst van zijn oom Joseph Johannes als kamelendrijver voor de opium transporten waar Joseph Johannes o.a. zij vele gouden dukaten aan had verdiend. Er is mij gebleken, dat menig belangstellende die zich tot mij wendde, met een frons op het voorhoofd uitriep “kamelendrijver?” Daarom slechts van mijn kant deze aanvulling: Er was eens een bekende handelsroute genaamd De Zijderoute. Zonder kamelen drijvers had deze handelsroute nooit bestaan. Kamelen drijven is niet enkel het tuig van de kameel vastpakken, naast het beest lopen en voedsel verstrekken. Sla de boeken er maar over op.
Maar waarom dan een pagina over de familie ANDREAS?
Zoals het in alle families gebruikelijk is, is er altijd wel een familielid die een beetje uit de toon valt en er duistere praktijken op na houdt/hield en zo ook dus in het geval van de nazaten van de broers ANDREAS in Indië.
Eerst maar een uitleg over DORIS CARL LEOPOLD ANDREAS, een nazaat van BARSEKH (één der 3 broers) en welke ten onrechte in het gevang werd gezet wegens duistere praktijken van één zijner vele neven.
Zijn (=DCL) ouders waren Johannes Andreas en Louise Marie Davi(e)s. (Louise was een dochter van William Peter Davi(e)s en een Chinese vrouw Sie Njey.)…….Zie foto uit KB hieronder.
DCL, de jongste telg en circa 1878 te Batavia geboren en gestorven Japara 18 juli 1945, was een employe van een suikerfabriek en had een verbintenis met een Javaanse vrouw Amiena en later een tweede verbintenis met een Javaanse vrouw Kasli. (Uit beide verbintenissen kwamen nazaten voort).
En op een goede dag haalde Doris Carl Leopold Andreas ten onrechte de kranten, waar echter wel schadeloosstelling voor uitbetaald werd. Zie onder:
Waarom bovengenoemde schadeloosstelling? Zie foto’s hieronder. Onderstaand krantenartikel dateert weliswaar van 1901, maar Th.C. werd in mei 1898 in zijn kraag gegrepen en in het gevang te Batavia gezet.
Doris Carl Leopold Andreas werd abusievelijk aangezien voor één zijner neven Th. C. Andreas.
Welnu, Th. C. Andreas was Theodorus Carel Andreas, zoon van Carapet (één der 3 broers) en Charlotte Dorothea Joseph – 1ste huwelijk van vader Carapet, geboren 16 april 1844 te Semarang overleden ???? (In elk geval na 1898). Hij was (bij volmacht) omstreeks 1880 gehuwd met Sophie(a) Frederike(a) Jutting (Jütting) uit Est en Opijnen Gelderland te Buitenzorg. Dit huwelijk werd circa 1889 ontbonden. Hij was opium handelaar en verder is weinig over hem bekend.
Als 10-jarig jongetje kwam Th.C. in te wonen bij de familie Jutting te Den Haag, Bezuidenhout 434, samen met zijn broertje van 7 jaar oud zijnde Joseph Andreas.
Theodorus Carel was tevens landeigenaar in Semarang e.o., pakhuizen en huizen met erven, getuige diverse venduties van landerijen e.d.
Gegevens ontleend aan: www.kb.nl , J.C. Jordan De Geschiedenis der Armeniers in Indië, George Aviet Zakara “Java Calcutta 1852” , het archief van Armen Joseph (+juli 2013) in het N.A. , De familiegeschiedenis Andreas uit Persië, samengesteld door Dr. Che.H. Andreas te Haren uit 1984. Met dank.