Jacobus Johannes

Jacobus Johannes (Hacoob Hovhannes), gezegend met een behoorlijk stel hersens en een “schoon” gelaat en hij misbruikte al die zegeningen ten volle.

Hij was een zoon van Joseph Johannes Amirkhan en verziekt tot op het bot.

Hiernavolgend een stuk van zijn levensloop (en welker levensloop tot zeer groot verdriet van zijn familie plaats had gevonden.)

Zoals gebruikelijk in grote gezinnen, is er wel altijd ééntje die uit de toon valt en juist gezegend is met veel talenten.

 

GO TO for the story of my great grandfather and in ARMENIAN language starting with the page Kachatur 10-7-2015 Menu Left.

 

In Europa werd een meester oplichter in zijn kraag gevat, nadat hij behoorlijk “de beest” had uitgehangen in London, Parijs, Berlijn, St. Petersburg, Amsterdam, Brussel en hij gebruikte daarvoor de naam van Joseph Johannes maar ook de namen Jacobus Johannes Amir en of Amir Hacoob Howannes en soms ook nog Amur Chan. (Niet Amir Chan, maar AMUR CHAN. Deze laatste naam gaf hij ook wel eens aan zijn gefingeerde adjudant ten tijde van zijn bedriegerijen en oplichterijen.)

 

In november 1855 werd deze oplichter, zich kenbaar makend als de Prins Leo van Armenie,  te Berlijn ingerekend door een toevalligheid. Hij verscheen namelijk op een gala van notabelen en werd uitgehoord door een gepensioneerde Nederlandse officier die dienst had gedaan in het KNIL en gelegerd was te Willem I kazerne Ambarawa Semarang en….. vriend aan huis was geweest van het gezin Joseph Johannes te Semarang. De Berlijnse politie hield hem trouwens ook al een poos in de gaten.

 

De oplichter liet een spoor van schulden en frauduleuze handelingen na ten koste van een ieder die zijn pad doorkruiste en die hij kon gebruiken. Hij slaagde erin om een graad (Doctor Romeins Recht) te behalen aan de universiteit van Leiden  en probeerde eveneens te Leiden een zetel te behalen tijdens de verkiezingen van de Provinciale Staten. Men vond namelijk 4 vervalste stembriefjes ten name van Hacoob Hovhannes Amir. (artikel KB). Zijn dissertatie is (was) bij diverse boekhandelaren te koop voor de lieve somma van circa gemiddeld 35 euro.

In de tweede afbeelding hieronder leest men onder andere de naam LUSIGNANT waarmede de oplichter zich onder meer van bediende. Zijdelingse informatie over deze naam: De Lusignant was inderdaad tijdens de Kruistochten een Frans edelman (Guy de Lusignant), die zich te Jerusalem had gevestigd en Jerusalem nog onder christelijk beheer bevond en destijds vrij aardige “streken” erop na hield ten koste van de verhoudingen tussen de aldaar aanwezige Christenen en de Moren (Muslim). Jerusalem viel onder Moors beheer nadat de grote Moorse leider SULTAN SALADIN/SALAHUDIN/SALAHDIN (Egyptisch) het christelijk leger had verslagen en de christelijke ingezeten vrijelijk hun aftocht mochten kiezen, zonder enig onnodig bloedvergieten. (Periode 1100-1200 ongeveer). De strijd duurde echter voort en vele jaren later kwam een legendarisch figuur pas op de proppen om zijn aandeel in deze religieuze strijd te leveren en dat was de koning van Engeland Richard Leeuwenhart genaamd.

Aanvulling: Het geslacht de LUSIGNAN was inderdaad ook geliëerd aan het geslacht van de Armeense vorsten Leo I t/m VI. Huwelijk tussen een dochter van Leo VI en ééntje van de Lusignan. Leo VI had geen zoon die hem opvolgde.

 

 

En het bovenstaand artikel verhaalt verder, doch is niet zo relevant aangezien het een reeks van fantasiën en oplichterijen betreft.

 

Foto onder: In Leiden schreef hij zijn disseratie (althans: Hij liet het een medestudent doen, die de groots mogelijke onzin schreef en desondanks verwierf Jacobus zijn titel in de rechtsgeleerdheid.)

 

 

Kortom, zijn levensloop:

Jacobus werd geboren te Semarang op 13 aug 1820 en groeit op in een luxueuze en weelderige omgeving en hoogstwaarschijnlijk ook nog tot op het bot verwend door zijn vader en/of moeder. Gelet op het frauduleuze deel van zijn levensloop te Europa, vermoed ik, dat hij als willig zoon graag naar de verhalen van zijn vader Joseph luisterde en dat goed in zijn oren knoopte, maar toen nog niet het besef had om dat later maar eens te misbruiken.

Als hij 15 jaar oud is, sterft zijn vader en waarschijnlijk is er dan helemaal geen land meer te bezeilen met Jacobus en wordt hij naar Europa (Nederland??? want hij schrijft zich pas in 1840 in, terwijl hij 3 jaren eerder al Java verliet) gestuurd ter vervolmaking van zijn studie en krijgt natuurlijk een superdeluxe Samsonite koffer mee, tot de nok gevuld met duiten/goud/zilver en waardevolle preciosa.

Aanvullende mutatie dd 4 april 2013:

Jacobus vertrok vanuit Soerabaja via Batavia met het zeilschip VEREENIGING op 28 maart 1835 met medepassagier Frederik Bernardus van Leeuwen (=medestudent) en de kapitein was A.A. Herman.

Het schip VEREENIGING arriveerde uit Amsterdam te Soerabaja op 14 maart 1835, vertrok uit Soerabaja op 28 maart 1835 richting Batavia en vertrok uit Batavia naar Amsterdam op 19 april 1835. In Soerabaja(alsmede Batavia en Semarang) waren woonachtig de families van Leeuwen, dus de beide heren studenten zullen wel daar in Soerabaja hun tijd in afwachting van de afvaart, doorgebracht hebben. Vreemd allemaal, terwijl Jacobus’vader op sterven lag. (Een zwaar ziekbed van 7 maanden verhaalt zijn overlijdens advertentie.) Zou de familie Johannes deze jongste mannelijke telg Jacobus letterlijk en figuurlijk de deur uitgewezen hebben? Zou hij het zo bont gemaakt hebben?

Frapant detail met betrekking tot zijn vertrek naar Nederland:

  1. Vader Joseph was reeds geruime tijd ziek en stierf op 25 maart 1835. Jacobus was de jongste en hoogstwaarschijnlijk vader’s lieveling.
  2. Jacobus, vertrok vanuit Soerabaja via Batavia naar Nederland op 28 maart 1835. De rit van Semarang naar Soerabaja is ongeveer 400 km lang en in die tijden was er geen postkoets, geen trein, geen vliegtuig, dus Jacobus zal vóór 25 maart al uit huis vertrokken zijn richting Soerabaja en heeft hoogstwaarschijnlijk niet geweten dat zijn vader stervende was. Zou dit de doorslag geweest zijn voor zijn idioot gedrag in Europa en in zijn latere leven? Wroeging? Spijt? Desondanks toch doorgaan op de idiote manier van leven?
  3. Frederik Bernardus van Leeuwen (Niet te verwarren met MR. F.B. Simon van Leeuwen domicilie Semarang en ook niet te verwarren met Ass.Res. F.B. van Leeuwen gehuwd met M.A.S. Loman, domicilie Bodjonegoro en overleden 1881 te Breda.) , zijn metgezel tijdens de reis op de VEREENIGING naar Amsterdam , is later jurist te Soerabaja geworden, (RA 1865); beiden hadden derhalve de studie Rechten volbracht, doch Jacobus ging aan de zwier. Wat zou Mr. F.B. van Leeuwen later gedacht hebben over zijn reis/studiegenoot en de escapades? (Deze Mr. F.B. van Leeuwen woonde later op de Embong Malang te Soerabaja.)

 

De kranten vermelden, dat hij een voorstudie in Den Haag volgde. En de familie zuchtte en steunde en kreunde van blijdschap, want de lastpost was voorlopig onder de pannen en uit het zicht. Het zal me niet verbazen als hij in de privé  omgang ook nog een beest was.

Jacobus schrijft zich in te Leiden in 1840, gedraagt zich liederlijk en geeft zijn vervalste dissertatie Romeins Recht uit (gemaakt door een medestudent) en gedraagt zich op de universiteit met de dag meer als een beest en krijgt zijn titel in 1842 (14 maart).

Keert terug naar Indië (wanneer weet ik niet) wordt advocaat en procureur Hoggerechtshof Batavia, maakt er een bende van en krijgt in 1845 (14 sept)  zijn radicaal bij Koninklijk Besluit no. 45, als O.I. Ambtenaar klasse I. (Welker voordelen hij echter waarschijnlijk nooit benutte, want in 1846 duikt hij op in Europa-Belgie waar hij begon met zijn fraudeleuze praktijken en bedriegerijen.) De kranten vermelden over zijn bedriegerijen reeds in 1846/1847/1848. Mind: Hij is geboren in 1820, dus pas een jaar of 25 als hij al het radicaal krijgt en nog jonger als hij ’s lands procureur is !!! Terend op de naam van zijn vader? Verkreeg hij daarom op zulk een jonge leefftijd de titel en functie????

 

Hij geeft zich te Europa uit als Prins Leo van Armenie, voorvechter van de Armeense kwestie (Rusland Perzie Turkije) en licht een ieder op, die hij maar kan oplichten; van kleermakers tot huiseigenaren tot winkels en weet ik veel wat nog meer.

Hij verblijft beurtelings te Turijn, Parijs, Brussel, Amsterdam, Berlijn, London, Rusland en verkeert in de hoogste notabele kringen. Het publiek tuint erin en Jacobus leeft echt als een vorst, dankzij zijn welbespraaktheid en hoffelijke manieren en kennis van de Europese talen en natuurlijk ook het (basis en gebrekkig Armeens): hij wordt te Leiden door een doctor in de Armeense taal ontmaskerd wat betreft zijn kennis van de Armeense taal.

In London heeft hij een verhouding met een gehuwde dame genaamd Mitchell uit hoge kingen, krijgt daardoor last en wordt gerechtelijk veroordeeld tot 750 Engelse ponden. Betaalt niet en verdwijnt uit London, uiteraard met achterlating van diverse grote schulden en verplichtingen.

In Belgie schijnt hij ook wat op zijn kerfstok gehad te hebben, aangezien hij bij afwezigheid wordt veroordeeld. Waarvoor en straf voor hoelang is mij onbekend. Ik hou zijn wandaden op het “niet betalen van rekeningen.”

In het najaar van 1855 (24 okt)  wordt hij te Berlijn ontmaskerd, krijgt 100 dagen hechtenis, wordt uitgeleverd aan Nederland en die ook geen raad met hem weet en levert hem uit aan Belgie in 1856 (31 jan) alwaar hij zijn straf uitzit. Daarna is het een poos rustig omtrent enig nieuws van Jacobus.

Ergens in juli 1856 schijnt hij weer vrij te zijn en roert zich in Turijn, want daar schrijft hij een proclamatie gericht aan de koning van Pruissen. (Zie afbeelding onder.)

 

 

Wanneer hij terugkeert naar Indië is onbekend, maar:

In 1866 verschijnt zijn naam plots weer in de kranten met betrekking tot een openbare verkoop van zijn negende deel erfrecht van het land Simongan te Semarang. (15 sept 1866) Hij zal hoogstwaarschijnlijk zwaar in financiële problemen zitten en geen stuiver meer losgepeuterd gekregen hebben van de familie, die schoon genoeg van zijn streken had.

 

In de KB.nl van 21 juli 1848 verschijnt een advertentie met oproep aan crediteuren die iets menen te goed te hebben van de heer Jacob Johannes zich ook wel noemende Hacoob Howannes Amir. (Advocaat Mr. H.J. Hermans Oude Vest/Bakkersteeg Amsterdam.) Volgens latere krantenberichten schijnt hij in de jaren 1846-1848 al drukke oplichterspraktijken gebezigd te hebben. Het feit, dat een advocaat oproept, zal dus ingehouden hebben, dat een slachtoffer er een rechtszaak van wilde maken.

In de krantenberichten wordt geschreven, dat hij:

geboortig is van Semarang, dat hij Armeens spreekt, dat hij zich uitgeeft als Armeens Prins (hetgeen hij hoogstwaarschijnlijk uit de verhalen van zijn vader Joseph heeft opgevangen), dat hij wist van de plannen van zijn vader Joseph tijdens diens leven om een nieuw Armeens Rijk op te richten (hij proclameerde in diverse dagbladen dat hij voorvechter was van de vrijheid van het onderdrukte Armenie, dat hij de naam Amur Chan (Zijn echte Armeense naam was Anirchiant) gebruikte als zijnde een Tartaars officier (de Tartaren waren Armenie’s doodsvijanden en dat hij ergens de klok had horen luiden maar niet wist waar de klepel hing), dat hij gebruik maakte van de politieke spanningen in verband met politieke toestanden Armenie, Turkije, Perzie en Rusland en dat de rest van Europa afwachtende was, dat hij te Leiden ook nog een studentenpartij had opgericht “Mohammedanen”, dat hij door zijn “schoon” gelaat in de smaak viel bij het (vrouwelijk) gehoor.

 

In 1866 wordt een stuk land openbaar verkocht, waarvan Jacobus voor 1/9 deel eigenaar van was. Ik zou dus hieruit in eerste instantie mogen concluderen, dat de familie ter ore is gekomen dat Jacobus dan gestorven is? (In de Belgische gevangenis?). Want anders mag de familie het stuk land dat hem toebehoorde niet verkopen.  Bij deze advertentie echter twijfel ik of de verkoop gebeurde omdat Jacobus gestorven zou zijn in 1866. De advertentie zegt nl, dat de heer Jacobus Johannes zich NOEMENDE….(tegenwoordige tijd) en er niet staat.. zich genoemd heeft….(verleden tijd).

De lezer/-es store zich niet aan mijn deels onjuiste aantekeningen op de afbeelding!!!

 

(In 1878 wordt de rest van het land Simoenang (Simongan) door de overige erfgenamen publiekelijk verkocht, conform advertentie in een dagblad.) Zie KB.nl

 

Nog enkele stukken uit de KB:

 

Amien, Hallelujah, ik heb dus niet enkel hooggeplaatsten in de familiegehad, maar ook een doorgewinterde meester oplichter. Welk een verdriet moet moeder Helena Jacoba niet gehad hebben……en de rest van de familie.

 

Vragen die bij mij oprijzen:

  1. Hoe kan een universiteitsbestuur hem de graad van Doctor verlenen, te weten komen, dat zijn dissertatie vervalst is en dan toch nog de verstrekte graad niet intrekken? (Universiteit Groningen bibliotheek vermeldt hem nog steeds als Doctor.)
  2. Hoe kan een regeringsbestuur hem bij koninklijk besluit no. 45 alsnog het radicaal van O.I. ambtenaar 1ste klasse toekennen, als bekend is dat hij in zijn vorige functie als advocaat en procureur van het Hooggerechtshof er een potje van maakte?

Riekt het bovenstaande naar onkunde van een universiteitsbestuur en stopte men de blunders in een doofpot???

Werd de onkunde van een regeringsbestuur (ad 2) achteraf in de doofpot gedaan?????

 


 

En nu iets vreemds, iets waar destijds in de kranten nooit op deze wijze werd gerept.(Zie foto onder.)

  1. Een Hindu in een militair hospitaal te Semarang ter verzorging? Semarang de bakermat van de familie Johannes.
  2. Een Hindu met een christelijke naam?
  3. Een Hindu wiens dood de kranten haalt?
  4. Hindu’s werden destijds niet bepaald als de notabelen beschouwd. (Zij deden het minste en zwaarste werk dat te verkijgen was.)

 

Zijn zwager was ooit Majoor Hoofdintendant T.C.J. Kroesen en gehuwd met Anna, zijn jongste zuster. Zou zwager TCJ Kroesen – uit hoofde van voormalige militaire relaties – opname van Jacobus Johannes in een militair hospitaal geregeld kunnen hebben? Het zou ook geregeld kunnen zijn door een ander aangehuwd familielid? In Ambarawa was namelijk woonachtig Jan Karel Boers, een gepensionneerd militair destijds in Willem I gelegerd. Jan Karel was namelijk de oudere broer van mijn opa Julius en mijn opa Julius was een schoonzoon van Anna Johannes, het jongere zusje van Jacobus.

Misschien zwaar ziek en onverzorgd en kan de familie het niet aanzien en naast zich neer leggen, maar opname in een burger ziekenhuis is weer net iets te veel en daarom dan maar ergens in een achterafhoekje van het militair hospitaal? En zeker niet opname bij de familie….

 

Zou het zo geweest kunnen zijn, dat de hierboven verhaalde Jacobus Johannes toevallig ooit in zijn verleden tot inkeer kwam en ten zeerste spijt had van zijn wandaden uit zijn verleden, troost zocht en berouw toonde, door zich te bekeren tot het Hindu geloof/levensovertuiging.?

Mag ik dus aannemen, dat deze Hindu dezelfde is als de diegene waar ik hierboven over heb zitten verhalen???? Ik denk het wel. Tenzij de krant maar wat heeft zitten zwetsen en aan bladvulling heeft gedaan, maar dat geloof ik niet. Hooguit kan ik het de krant kwalijk nemen, dat men spreekt over “Rasgenoten” in plaats van “geloofs/overtuigings”genoten.

Volgens de advertentie is de sterfdatum 15 augustus 1901. Hij is dan 81 jaren oud geworden.

 

Foto onder: Het militaire hospitaal te Semarang.

 

 

De onechte Prins van Armenie oftewel Jacobus noemde zichzelf en of zijn fictieve adjudant ook wel AMUR CHAN in zijn “werkzame” oplichtersperiode. (De naam – en niet de titel – AMEERKHAN of AMIRKHAN of AMERKHAN is van origine afkomstig uit India. Dus AMURCHAN zou een verbastering kunnen zijn en de familie had in India ook bezittingen.)

Het zou kunnen, dat de familie tegen Jacobus – na zijn terugkeer naar Indië hoogstwaarschijnlijk dus in 1864 gezegd had om zich maar vooral niet onder zijn naam Jacobus kenbaar te maken – bevreesd voor schandalen laster praat en dergelijke en gevaar voor de handelsactiviteiten van de familie Johannes en dat Jacobus derhalve zich onder de naam AMERKHAN AMIER JOHANNES (1) heeft laten inschrijven. (Bij de verkoop van het 1/9 deel stuk land van Simongan kon hij niet onderuit de naam Jacobus, daar deze bij verponding destijds alsdan geregistreerd werd.). Maar mijn veronderstelling in deze is niet juist, aangezien zijn oom (jongere broer van zijn vader) Amir Johannes Amirkhan heette. Deze jongere broer is later teuggegaan naar Nor Jugha Isfahan). Zie hiervoor de pagina Koning en Krijgsheer.

Jacobus komt sowieso vóór 1866 terug in Indië, anders kan het land niet verkocht worden.

Ad (2) Frederik Daniel was de oudste dan in levende zoon van Joseph Johannes en derhalve de broeder van Jacobus.

Ad (3) ZOU kunnen zijn Jan Joseph Johannes, een andere zoon van vader Joseph.

Ad (4) Petrus Paulus Johannes was een kleinzoon van vader Joseph.

Opmerking: De familienaam JOHANNES luidt compleet en origineel JOHANNES AMIRKHAN (van de stam Amiriants.)

 

Wordt vervolgd misschien en mits ik aanvullende informatie kan vinden. Maar eigenlijk vind ik het best zo en zal niet diepgaander in de historie duiken van deze oudoom van me. Ook al gedroeg hij zich als een beest tijdens het grootste deel van zijn leven, hij was een familielid en daarom toch zijn plaatsje hier. Moge hij ondanks zijn zonden toch in God’s genade aangenomen zijn.

Terug naar boven