Opa’s romance op zee

Een romance op zee

tussen mijn grootvader Julius Boers en zijn eerste vrouw Laura Eleonora Annette Kroesen….. jong getrouwd en zij jong gestorven.

 

Mijn grootvader Julius Boers; sinds het moment dat ik begon aan de zoektocht naar mijn verleden in december 2010 heb ik stellig gedacht en gesteld, dat mijn opa Julius zijn grote liefde vond tijdens zijn rapportage bezoeken aan het hoofdbestuur te Batavia. Opa was gestationeerd op Riouw en Bangka, waar het ook niet zo erg lekker reilde en zeilde….. Hij begon daar te Riouw zijn carriere als adspirant controleur BB en eindigde circa 30 jaren later als Resident van Banjarmasin

 

Opa Julius, zoon van Johan Coenradus Boers en Jeanne Julienne Nijssen, beiden afkomstig uit vrij bemiddelde geslachten en zijn vader Johan Coenradus was één der bekendste Nederlandse componisten, die al op zeer jeugdige leeftijd van 16 jaren als eerste slaagde aan het Haags conservatorium en meteen in de smaak viel bij de destijds regerend vorst Willem de zoveelste. De dankbetuiging aan Johan Coenradus uitte zich in een geldelijke vorstelijke beloning en tevens voorzien van een vaste plaats in de koninklijke hofkapel van de vorst.

Uit hoofde van de familie middelen kon mijn opa Julius derhalve een studie volgen aan de universiteit van Delft en slaagde voor zijn Groot Ambtenaar’s 2de klasse examen in juli 1869.

 

Opa Julius’ carriere.(Zie ook elders ten dele).

30 aug 1869 meldt zich aan voor een dienstverband onder de GG te Indië.

13 sep 1869 krijgt 400 guldens kleedgeld voor de tropen.

29 sep 1869 per ms Cornelis Wernard Eduard (de nieuw gebouwde klipper fregat uit 1865) naar Batavia en

02 jan 1870 arriveert te Batavia, verblijft 2 maanden in afwachting ergens bij “iemand”. Dat zal dus wel bij zijn a.s. schoonouders geweest zijn.

02 mrt 1870 naar Riouw om daar als adsp.contr. aan zijn carriere te beginnen.

01 apr 1871 voor circa 3 weken op verlof naar Batavia en op

19 apr 1871 huwt hij Laura Eleonora Annette Kroesen, dochter van Tiemen Cornelis Johannes Kroesen (toen nog kolonel) en Anna Johannes.

 

 

En verder veronderstelde ik, dat opa Julius uit hoofde van zijn beroep regelmatig Batavia bezocht en daar tijdens de rapportage besprekeningen kennis maakt met de legerleiding (T.C.J. Kroesen en W.E. Kroesen) en thuis uitgenodigd werd en via deze wijze kennis maakte met Laura….

Die veronderstelling was bij mij aanwezig tot en met dinsdag 4 sept 2012 en op deze dag kreeg ik een ingeving en ging via historische stukken en de kranten van KB op onderzoek uit en kwam tot de hiernavolgende vaststaande conclusie, die zo voor de hand lag en dat ik het daarom misschien niet eerder opmerkte.

 

Hier draaide alles om, de fregat klipper CORNELIS WERNARD EDUARD, niet te verwarren met de vorige bak van dezelfde naam. Het fregat werd te Slikkerveer bij J. Smit en zonen in 1865 afgebouwd en had koperbeslag, was groot 492 Ton gelijk aan 471 Last.(= een oude scheeps inhoud maat).

Dit fregat werd in 1882 verkocht aan Engeland en zonk (verdween) in 1883 ergens tussen Pensecola en Liverpool. De Engelse rederij had er derhalve kort plezier van gehad. De musea hebben geen foto of schilderij van dit nieuwe schip in bezit en daarom dus: zie hieronder… een foto van de eerste Cornelis Werner Eduard, tevens de eerste 3master bark van rederij Ruys.

 

 

 

Een advertentie van het agentschap annex rederij uit de KB.

 

Nog een advertentie en door de rederij werd zoveel mogelijk gedaan om het de passagiers aanlokkelijk en aantrekkelijk te maken, want in die tijde van 1869 duurde een enkele reis iets meer dan 3 maanden varen en varen en dobberen als er geen wind was en dan duurde een reis héél erg lang….. Mind please dames en heren: Geen zuiver drinkwater, geen vers voedsel, geen botol cebok of je moest zout water zelf uit zee putten om de pantat (billen) schoon te spoelen, geen kamar mandi (badkamer), het maandelijks ongemak voor de dames, geen TV of internet en dan duurt het gruwelijk lang zo’n reis van 3 maanden enkele rit. ….

Derhalve werd er zelfs een levende melkgevende koe mee aan boord gezeuld om het de passagiers (de elite dus) een ietsje naar de zin te maken. Het arme koebeest: 3 maanden lang in het ruim in een hoekje, voorzien van balen droog stroo, weinig drinkwater en de kombuisjongen elke dag melken en stront- en stront zeeziek dat beest en dan aan het einde van de reis werd er rendang, rawon en sate van gemaakt, want het beessie was natuurlijk brood- broodmager en lag half uit te mergelen toch? (Dit zou campagne voer geweest kunnen zijn voor de Partij van de Dieren of zoiets toch?)

Kapitein Karel Jan Swart heeft vanaf 1865 tot en met 1869 zijn functie op dit schip uitgeoefend. In 1882 werd het schip door de eigenaar W. Ruys verkocht naar Engelakd voor het contante bedrag van 26.000 guldens !!!!!!! (Gegevens uit KB en Maritiem). Koop je tegenwoordig slechts een leuk Japans autootje voor en that’s it.

 

Hieronder een scan van een deel der gegevens van de oorspronkelijke bark Cornelis Wernard Eduard en wat er mee gebeurd was.

 

Kortom, om met het verhaal verder te gaan: op dinsdag 4 sept 2012 kreeg ik een aanval van scherpte in die kronkelige hersenpan (op zijn Indonesisch heet zoiets Otak Miring) van me en besloot om de stamboekkaart van mijn  overopa T.C.J. Kroesen maar eens goed onder de loep te nemen, omdat ergens in mijn achterhoofd een gedachte bleef hangen:  “overopa had toch ’s een keer verlof gekregen van 2 jaar?”

 

En ja hoor: op zijn kaart stond vermeld, dat hem een tweejarig verlof naar Europa was toegekend en dat de reis naar Brouwershaven/Rotterdam gemaakt zou worden per schip Cornelis Wernard Eduard eind april 1869 en met overopa gingen mee zijn vrouw (mijn overoma Anna) en 4 kinderen…. zijn dochters Laura en Cornelia (mijn latere oma) het jongere zusje en twee jongere broertjes. Welke weet ik nog niet, want er waren 3 broertjes. Wie nummer 3 was moet ik nog uitzoeken.

 

Na wat speurwerk vond ik in de KB de volgende passagierslijsten:

Aankomst van overopa TCJ Kroesen en gezin op 4 augustus 1869 te Brouwershaven… Let op de datum van aankomst. !!!!

Zomaar als extraatje: Kijk ’s goed naar de namen van de passagiers en wie zien we daar tussen? Jawel: de voorouders van onze welbekende premier Rutte anno jaren 2010 enzovoorts.

 

Ik ging aan de hand van bovenstaande advertentie derhalve er van uit, dat de familie dan lekker twee jaren lang uit zou waaien aan de Scheveningse kusten, ware het niet…………………..

– dat overoma Anna haar buik vol had van het enge krappe Nederland, waar het gezin hoogstwaarschijnlijk in een krappe woning gehuisvest zou zijn…. (overoma was het grote paleis te Batavia gewend, voorzien van alle gemakken en een boel veel baboes en djongos en nog meer….)

– 2 broertjes onderdak kregen bij familie ter vervulling van hun Europese opleiding….

– ik geen kaart bij de gemeente Den Haag kon vinden waarin het gezin genoemd werd en waar zij dan verbleven, hetgeen mij

derhalve op het idee bracht, dat de familie alras van plan was om naar Indië terug te keren en besloot om de terugvaarten naar Indië maar eens goed onder de loep te nemen.

En zo kwam ik terecht op de volledige lijst van de afvaart van schip Cornelis Wernard Eduard op 23 september 1869, waar mijn opa Julius op geboekt had en …………….. de kolonel Kroesen, zijn echtgenote en 2 kinderen, de jongedames Laura en zusje Cornelia. (zie foto onder)

 

Vertrokken 23 sep 1869 en aankomst te Batavia op 2 januari 1870. De commandant J. A. Häfeli en de luitenant J.N. Kramer waren aan boord om de 125 man sterke troepenmacht te begeleiden en alle 127 militairen konden waarschijnlijk niet vermoeden dat er aan boord mee reisde de op dat moment hoogste legerbaas van het KNIL. Dat zal me een “feest” geweest zijn: overopa TCJ uit verveling elke dag 3 maanden lang de troepen aan laten treden en de huid vol schelden. Want overopa Tiemen had natuurlijk danig de pé erin, dat zijn verlof te Nederland slechts 2 maanden inhield…..en botvierde er lustig op los, op het bij elkaar geraapte soldatenzooitje, die wellicht bij het aan boord stappen hadden gedacht: Nou boys, dat wordt 3 maanden lang feesten met de flessen jajem, toen zij de gangway opstapten en even later tot hun schrik daar aan boord een stel officieren bemerkten waarvan er één helemaal strijdlustig hen opwachtte…..

“Och was ik maar bij moeder thuisgebleven”…. zong Johnny Hoes iets meer dan een eeuw later…..

Saillant detail: op de heenreis wordt overopa T.C.J. Kroesen zonder zijn rang genoemd (de heer Kroesen). Op de terugreis staat zijn rang wel genoemd. (Kolonel Kroesen)…. Zou dit met de 125 meereizende en pas aangewerfde soldaten te maken hebben gehad?

 

 

Overoma Anna zal – denk ik – flink van leer gegaan te zijn tegen overopa Tiemen over de hoedanigheid van het land waar zij het verlof zouden doorbrengen en waar zij flink over teleurgesteld was…. Groene weiden met dikke koeien en schapen in een druilerige Hollandse regen en her en der enkele plaggenhutjes onderweg naar Groningen waar overopa Tiemen geboren was? Op familie bezoek natuurlijk die overopa van me, want hij was ettelijke jaartjes in Indië en ook nog even langs de buren uit het durp…. Groningen was destijds nog een uit de kluiten gewassen durp, meer niet.

Enfin,  het tweejarig verlof van overopa Tiemen werd gespendeerd aan een reis van 3 maanden naar Nederland, een verblijf van twee maanden in Nederland en weer een terugreis van 3 maanden naar Indië, derhalve totaal 8 maanden gone with the wind van de 24 maanden verlof.

Oh ja, natuurlijk ook nog een hoop gezeul met koffers vol met jurken….. 3 dames: moe en 2 dochters.

En natuurlijk de Hollandse souveniertjes: oude kaas, klompen, Delfts Blauw zooi molentjes, asbakjes, wandbordjes, herfstmantels omdat de dames die zo mooi vonden, hoeden en weet ik veel wat nog meer prullaria voor de bediendes in Batavia ook nog…. en wie weet ook nog een jutezak vol met Groningse piepers voor aan boord of niet, kan ook.

Dat zal me toch een bagage geweest zijn. En mijn arme overopa Tiemen, de NIL vuurvreter met zijn ridderordes en grote snor en baard maar schelden en vloeken en tieren en schuimbekkend van nijd tegen de lastdragers, die wat onvoorzichtig te keer gingen met al die koffers en valiezen en mijn overoma Anna de boel aan het sussen… en de twee dochters natuurlijk dolle pret om al dat gedoe.

 

Laten we wel en redelijk wezen: welk weldenkend mens gaat 6 maanden lang een vervelende, langdurige niet comfortable uit- en thuisreis maken om slechts krap 2 maanden ergens op “vakantie” te gaan?

 

Het kan niet anders of men had het totaal niet naar de zin in het koloniale moederlandje Nederland met zijn badkamerloze portiekwoningen en krappe bekrompen leefwijze, waar kindertjes op de stoep speelden en niet wisten hoe een waringinboom groeide……in het land dat hun zogeheten kolonie was……

en waar, zeg maar 99% van de Nederlandse bevolking totaal geen benul had wat zich buiten Neerlands blanke top der duinen grenzen afspeelde toch?

 

En de enige die er profijt van had was mijn opa Julius……want die kwam daar op de kaai aangestiefeld met zijn valies gevuld met tropenkleding en zijn hoedje op, vrolijk zwierend met een wandelstokje en zag en overwon dat juffertje Laura, die met haar zusje Cornelia om hunne kwade vader lachten en mijn overoma Anna had het al snel door dat er een vreemde vrijer met haar beide dochters zat te leuteren en daarom helemaal zenuwachtig werd….Ze kwam ogen en oren te kort…..

“Tiemen!!!! Hou je dochters in de gaten. Wie is die kerel bij onze dochters. Wat moet ie? Kijk, kijk nu toch, zie je hoe die staat te lonken, Tiemen !!!! Jaag ‘m weg…..” Maar Tiemen had zijn buik vol van alles en was bezig de soldaten op de kaai te bemonsteren en overwegen hoe hij zijn kwade bui op hen af kon reageren.

Foto onder: Een schoener en tafereel aan een kade uit 1890 (Geheugen van Nederland.nl)

 

 

En zo werd dus een romance op zee geboren, want mijn opa Julius, als rasechte Nijmegenaar enkel gewend aan het blanke Delftse meisjesvolk( waar hij studeerde), zag daar aan boord een afstammelinge van Armeens, Duits en Nederlands bloed voor zijn snuffert als een nymf met lange zwarte haren uit de blanke nevelen opdoemen en zodoende ging opa dus voor de bijl en kreeg hij 3 maanden de tijd om Laura eens wat nader en diepgaander te onderzoeken… eh sorry, ik bedoel te bestuderen.

Mijn opa Julius heeft later héél véél last gekregen van zijn ogen, die aangetast werden door de eerste aanblik op zijn netvliezen van Laura en hetgeen hem noodzaakte om voortaan een bril te dragen. (Dit laatste is echter niet waar, want ik heb de dienstplicht kaart uit de Militie registers van opa Julius in bezit, met de vermelding dat hij afgekeurd was wegens slechte ogen.)

Wat zal opa voor “smoesjes” bedacht hebben om Laura in te palmen met zoveel mensen en zo weinig ruimte aan boord?

“Zeg Lauraatje, ga je mee het vooronder in en dan kunnen we door het ankergat naar de bruinvissen kijken?” Zoiets? En jonger zusje Cornelia mocht dan op het trapje op de uitkijk staan, want opa had haar een ijsje beloofd als ze weer in Batavia zouden zijn…. hahaha. En mama Anna maar roepen en koekeloeren waar de beide jonge juffers waren en waar vooral opa Julius uithing, want die was ook nergens te bespeuren…..

Nee, ik denk dat opa niet de kans had gekregen om ’s het vooronder in te duiken, want er voeren ook nog eens 125 soldaten mee en dan is het wel vol zo’n bootje. Dus het zal wel gewoon samen naar de zee kijken aan de railing geweest zijn en misschien ’s avonds beetje handjepak en dat was het….. En Laura zal wel in opa’s oren gefluisterd hebben: “Julius, rustig aan nu hier aan boord, ….  maar in Batavia hebben papaatje en mamaatje een enorm groot huis met een hele grote tuin en een boel veel kamers waar we verstoppertje kunnen spelen….geduld, mijn lieverd, is een schone zaak… “.

En mijn opa Julius natuurlijk vloek vloek vloek…… en met zijn zakmes de naam van zijn geliefde in de houten railing kerven… zucht zucht zucht.

3 Maanden lang zitten kerven in die railingen; ben toch wel benieuwd of de scheepsmaatschappij na aankomst te Batavia de railingen heeft laten vervangen.

Enfin, mijn overoma Anna ook niet van gisteren, verschafte mijn opa Julius natuurlijk onderdak in hun grote paleis in afwachting van zijn detachering naar Riouw en deelde hem aan het eind van de lange gang in een kamer, ver weg van de kamer van Laura en een bediende voor zijn deur op wacht…

…en Laura in haar kamer zucht zucht zucht…

…en opa in zijn kamer zucht zucht zucht…

…en de bediende voor zijn deur zucht zucht zucht, want die moest op de harde vloer slapen…

…en oma Anna ook al zucht zucht zucht, want zij kon ook niet slapen omdat ze mijn opa niet vertrouwde en dacht dat ie misschien wel de bediende had omgekocht om bij Laura te zijn.

 

 

Foto onder: Zeer (bijna 100% zeker) vermoedelijk Laura in witte jurk (tweede foto van links) en Cornelia in zwarte jurk(helemaal links), wat mijn oma Cornelia ging het liefst in zwart gekleed. Daarbij heb ik nog een andere foto’s van oma Cornelia en Laura, waarbij beide dames duidelijker op te herkennen zijn. Foto’s uit privé familie album W.P. Boers.

 

En daarmede is dus verklaard waarom mijn opa Julius en zijn eerste vrouw Laura al zo snel gehuwd waren.

 

En het jongere zusje Cornelia? Ach, die had het zwaar: bakvis leeftijd van 15 jaar, haar oudere zusje Laura die aan het flirten was en al snel trouwde…. zij voelde zich verloren, wachtte trouw op haar stille liefde jaren lang, maar….. moest nog enkele jaren wachten aleer zij aan de beurt was.

Laura stierf op 22 jarige leeftijd op 3 november 1875 en Cornelia samen met haar ouders Anna en Tiemen verzorgden de twee kindertjes uit dat huwelijk – Annette Juliana en Jan Cornelis –  voor een jaar of drie, alvorens opa Julius zijn schoonzusje Cornelia op 15 augustus 1878 huwde en zij ook vele kindertjes kregen en oma Cornelia werd later mijn oma…..maar stierf circa 14000 km ver weg van het land waar ik later pas, bijna 40 jaren na haar dood, geboren werd.

 

Oma Cornelia, geboren en getogen in een tropenland en in goede welstand geleefd, volgde haar man opa Julius naar het land van zijn geboorte, ook daar in goede welstand levend en stierf 5 jaren na hun aankomst, ver weg van haar familie, begraven in dat oude Haagse kerhof Ouid Eijk en Duinen kelder 826. Zij was volgens de rouwadvertentie lijdende aan een pijnlijke en kwade ziekte……

Had zij heimwee? Had zij de slopende ziekte, misschien opgelopen door/in het Hollandse klimaat en die versterkt werd door heimwee? Of waren het gewoon de voorouderlijke genen, die haar verzwakten op oudere leeftijd? Want haar opa Joseph werd slechts 55 jaar, haar moeder 59 jaar, haar zuster Laura was zeer jeugdig gestorven……(kraamkoorts?)

En wat zou opa gedacht hebben, naast haar wakend in haar laatste ogenblikken? Waren we toch maar daar in dat tropenland gebleven onder die warme zon, dan hadden we langer bij elkaar gebleven? Had oma haar kinderen voor het laatst nog een woord toegesproken? Jongens, doe je best op school en maak er wat van…… en jullie (tegen Theodoor mijn vader en zijn broer oom Henri) gaan na je studie als een speer terug naar Indië, want Holland is niets voor jullie….. en hetgeen zij dan ook deden. Oom Henri werd in 1946 per ms Oranje teruggevaren en stierf in 1948 en werd in de kelder bij zijn moeder herenigd.

Oma ligt begraven op oud Eijk en Duinen te Den Haag vanaf 1904 en lag daar tot febr 1923 te wachten totdat opa zich bij haar voegde… Zie de pagina Oud Eik en Duinen om de foto’s van de grafkelder te zien. Het is anno eind 2013 dat ik deze regels neerschrijf; 90 jaren nadat opa werd bijgelegd in de kelder en eens zal ik kennis maken met mijn nooit gekende grootouders, want naast hun plaats in de familie kelder is mijn plaats gereserveerd. Vreemd hoe een mensen leven kan verlopen.

 

 

Vreemd ook eigenlijk, als je alles op een rijtje zet:

Opa Julius geboren in Nederland, trekt naar Indië en keert na circa 30 jaren terug  naar Nederland.

Oma Cornelia geboren in Indië en trekt mee met opa Julius naar Nederland en kende Nederland slechts 5 jaren.

Zij krijgen o.a. een zoon Theodoor, geboren in Indië, trekt mee naar Nederland en verblijft 16 jaren in Nederland, maar keert terug naar Indië en overlijdt daar. Van zijn gehele leven heeft hij circa 30 jaren in Indië doorgebracht, evenveel als zijn vader het had gedaan.

Theodoor wordt later mijn vader en ik word geboren in Indonesia (voormalig Indië) en ga naar Nederland.

Ongeveer een eeuw eerder trok mijn opa Julius naar Indië.

Mijn vader heeft slechts 5 maanden geweten dat ik geboren was aleer hij stierf en ik wist pas veel later dat ik een vader had.

 

 

Om enigszins de lezer-/es een idee te geven hoe het eraan toe ging 3 maanden lang op zee op een boot zonder technische foefjes en snufjes en verse etenswaar, hierbij dan een Youtube fragment van zeilschepen met Onedin Line thema op de achtergrond.

 

 

Terug naar boven