Een iet wat meer gedetailleerde levensloop van:
TIEMEN CORNELIS JOHANNES KROESEN.
Tiemen Cornelis Johannes Kroesen werd geboren te Groningen op 14 sept 1823 en stierf te Batavia op 13 mei 1902 nadat hij gedurende 10 dagen sukkelde na een beroerte.
Zijn ouders waren: Frans Kroesen (1789-1871), gedecoreerd gepensioneerd Kapitein van het Nederlands Leger en Cornelia (Cornelsijn) Valk (1789-1847). Het echtpaar was nooit lang ergens woonachtig, omdat Frans van hot naar her werd gedirigeerd door de legerleiding.
Zijn broers en zusters waren:
- Maria Titia Kroesen (1814-1816)
- Willem Egbert Kroesen (1817-1873) gehuwd met Maria Sara Tromp (1831-1888). Hij was Luitenant Generaal, commandant van het Ned. Indisch Leger.
- Huibert Frans Kroesen (1819-1820)
- Carel Martinus Hubertus Kroesen (1821-1859) gedecoreerd Majoor Infanterie en gesneuveld bij de Slag van Boni Celebes. Hij was gehuwd met Josephine Mathilde Hubertine Sylvie Geux de Coudraij (1810-1873)
- Matthilde (Magtilda) Kroesen (1826-1914)
- Johanna Maria Titia Kroesen (1828-1920) en gehuwd met Johannes Knip (1822-1901)
- Elisabeth Cornelia Kroesen (1830-1916) en gehuwd met Cornelis Adrianus Knip (1825-1897)
- Frans Hendrik Kroesen (1832-1836)
Tiemen zelf was gehuwd op 24 maart 1852 te Semarang met Anna Johannes (24 april 1831 – 15 mei 1894 Batavia), op één na jongste dochter van Agha Hovsep Hovhanes Amirkhan.
- Hun kinderen waren:
- Laura Eleonora Annette Kroesen (12 januari 1853 Batavia – 3 november 1875 Batavia) en gehuwd met Julius Boers (7 juni 1847 – 13 febr 1923) op 19 april 1871 te Batavia. Hieruit 3 kinderen.
- Cornelia Helena Geertruida Kroesen (18 mei 1854 Batavia – 03 okt 1904 Den Haag) en zij huwde haar zuster’s weduwnaar Julius Boers te Batavia op 5 aug 1878. Hieruit 7 kinderen waaronder mijn vader als op één na jongste.
- Tiemen Egbert Karel Theodoor (Dorus roepnaam) (1855-1896) en gehuwd met een lokale dame uit Sumatra. Geen kinderen geregistreerd.
- Johannes Alexander Kroesen (19 juli 1857 – 14 nov 1836) Gehuwd 1) met Carolina Philipina Lange en 2) Charlotte Louise Hubertha Jkvr. Nahuijs. Hij werd de eerste officiële Ass. Resident aangesteld in het gebiedsdeel Nieuw Guinea.
Hieronder zijn loopbaan zoals beschreven in het Algemeen Handelsblad 13 juni 1902 Den Haag. De beschreven militaire loopbaan in het krantenartikel is NIET geheel volledig, want na zijn promotie tot Intendant 1ste Klasse werd hij benoemd tot Hoofd Intendant, alvorens met pensioen te gaan. Hij was tevens commissaris van de Levensverzekering Mij te Batavia en voorzitter van het Weduwen- en Weezenfonds en ook Voorzitter van het National Rampenfonds, beide fondsen ook te Batavia gevestigd.
De jongens uit het gezin van Frans Kroesen en Cornelia Valk diende allen op jonge leeftijd al in het leger in navolging van hun vader. Zij hadden geen standaard jeugd gehad.
Hieronder: Domicilie van Tiemen Kroesen en Anna Johannes te Batavia (Hoek Gang Pool en Koningsplein.)
Hieronder een kaart van de locatie van het huis:
Hieronder: Cornelia Helena Geertruida Kroesen en Julius Boers, mijn grootouders.
Na d dood van Tiemen werd het grote huis in de verkoop gedaan. Er waren geen gegadigde nakomelingen om er in te wonen. Zijn zoon Theodoor was al gestorven, zijn zoon Johannes Alexander was gezeteld te Nieuw Guinea en zijn dochter Cornelia woonde in Den Haag.
Later, vele jaren later, werd dat huis afgebroken en werd dat stukje grond stedelijk gemoderniseerd tot wat het nu anno 2016 is geworden. (Foto Alexander Kartini, een kenner van de geschiedenis van Batavia.)
Mijn overopa heeft al met al geen slecht leven gehad.
Zijn huwelijk met overoma Anna was ook goed en gelukkig verlopen op één periode na eind 1869/begin 1870:
Hij kreeg een 2-jarig verlof en het gezin trok in april 1869 naar Europa toe, hoogstwaarschijnlijk ook op bezoek bij zijn vader Frans Kroesen (+1871) en in januari 1870 was het gezin alweer terug in Batavia.
Overoma Anna had toen een paar weken geen woord gezegd tegen overopa Tiemen, want de rit naar Europa was overoma Anna vies tegengevallen: een zeer bekrompen, kortzichtig en koud Nederland, geen comfort zoals zij gewend was, geen botol cebok, een schoonvader die Grunings sprak en die zij niet verstond, geen bediendes en geen nasi en sambel op voorraad en wassen onder de kouwe kraan in de keuken. Daarna weer terug op die gammele boot ook al zonder comfort en ook al weken lang durend….Wat zal overoma gevloekt hebben..dat was eens en nooit weer.
Maar deze reis bracht achteraf gezien, mijn overoma Anna ook toch wel wat weer plezier en geluk, want op de terugreis naar Nederland had ook een jonge man geboekt, geheten Julius Boers. Hij was afgestudeerd te Delft en aanvaarde zijn baan in Ned. Indie als BB-ambtenaar en werd een jaar later in april 1871 haar schoonzoon en zij kreeg haar kleinkinderen en in 1878 werd Julius voor de tweede keer haar schoonzoon en ook daaruit kwamen kleinkinderen en deze kleinkinderen kregen ook weer nazaten, waarvan ik er één ben.