Martapura – Banjarmasin

Mijn opa Julius Boers, de steden Martapoera en Bandjermasin.

Veel van de hieronder vermeldde data heb ik reeds op andere pagina’s bekend gemaakt. Deze pagina is slechts een (veelal) herhaling maar mij ging het bij het opzetten van deze pagina meer om de steden Martapura en Bandjermasin (Zuid Oost Borneo). Deze steden waren voor een deel van mijn familie belangrijk, omdat zij of er werkten en woonden of omdat zij er geboren werden en er ten dele opgroeiden of zelfs gewoon verbleven De bijbehorende foto’s kan men op die pagina’s ook vinden. Slechts enkele zal ik hier wel ter herhaling plaatsen en ook wat foto’s van Martapura en Bandjermasin.

En ik ga hier ook niet zemelen over de steden Martapura en Bandjermasin zelfve. Dat mag men zelf doen tijdens het wachten op een portie eten of een bakkie pleur.

Op 3 februari 1899 ging mijn opa Julius Boers (geboren op 7 juni 1847 te Nijmegen en overleden te Den Haag op 13 februari 1923 – als 7de kind van totaal 9 kinderen van het echtpaar Johan Coenradus Boers (1812-1896) en Johanna Juliana Nijssen (1812-1874), met vol pensioen als Oud Resident van Bandjermasin. Dat heette toen nog eervol ontslag uit ’s lands dienst. Opa had nog toch wel even bijna 25 jaar van zijn pensioen ( 1000 guldens zoiets) ruimschoot kunnen genieten in Den Haag en bijgestaan door de meegetrokken bediendes Lina en Kliwon.

Kliwon moest dan altijd wel mee met opa aan het einde van de maand daar in dat Den Haag, als opa zijn pensioen in cash kwam innen aan ’s Lands Kas, want dat was wel zo veilig voor opa toch? De pinautomaten waren nog niet geboren in de breins van de bankdeskundigen…..En als dank jegens de regering, namen ze er samen altijd ééntje in de Spuistraat in de kroeg van Ome Leen en tante Jo, voordat opa de zak met duiten aan oma moest afgeven….. “Kerel, wat stink je weer naar de jenever en de sigarenlucht en jij ook Kliwon”,mopperde oma dan bij hun thuiskomst en Kliwon grijnsde van oor tot oor, totdat zijn Lina hem van achteren een jitak verkocht…

En elke maand tegen de dertigste of zoiets was het een eender tafereel……..Een lallend stel, al jaren met elkaar opgescheept vanaf Bandjarmasin tot in Den Haag, van de Spuistraat richting Laan van Meerderveurt …. En we gaan nog niet naar huis, nog lange niet, nog lange niet… en de tekst van dit lied was dan ook het enige keurige ABN dat Kliwon machtig was.

En er kwam een tijd dat opa voortaan in zijn uppie zijn pensioen moest halen, want Kliwon lag voor eeuwig te rusten op Oud Eijk en Duinen en de kroeg meed opa ook maar en Lina had niemand meer om een jitak te verkopen en opa vond bij thuiskomst ook geen oma meer die op hem mopperde… ook zij had opa vroegtijdig verlaten en bleef nog 19 jaren lang in de tombe wachten totdat ook opa zich terugtrok van het aardse…..

Opa studeerde te Delft af voor zijn opleiding tot Groot-ambtenaar in het voorjaar van 1869, meldde zich bij het Rijk als ambtenaar, kreeg zijn 400 guldens voorschot voor tropenkleding, een maandwedde van 225 guldens en stapte op 23 sept 1869 op de boot naar Indië en had meteen alle geluk van de wereld, wat betreft zijn liefdesleven.

Het was namelijk op diezelfde boot de Werner Eduard, dat opa’s medepassagiers waren Majoor Hoofdintendant Tiemen Cornelis Johannes Kroesen (1823-1902), zijn gade Anna Johannes (1831-1894) en hun kinderen Laura Eleonora Annetta (1853-1875) en Cornelia Helena Geertruida (1854-1904)

Opa trok aan boord meteen van leer en huwde Laura Eleonora Annetta op 19 april 1871 te Batavia. Opa was 24 en Laura 18 jaar.

Uit dit huwelijk werden geboren de kinderen Annetta Juliana (1872-1950), Jan Cornelis (1873-1903) en Jules (1875-1875.) De geboorte van het laatste kind kostte Laura haar leven en het kind zelf overleefde zijn moeder Laura nog 3 weken alvorens het ook stierf.

Opa was tewerkgesteld te Riouw als controleur en de twee kinderen Annetta en Jan Cornelis bleven onder de hoede van oma Anna en opa Tiemen. (Nou ja, deze laatste deed er natuurlijk niet veel aan, want hij had zijn handen vol aan de soldaten en diegene die oma Anna nog het meest bijstond was hun tante Cornelia.). Later ging opa naar de contreien van de Dayaks in Borneo.

Het was een bloedhete zonnige dag op 5 aug 1878 te Batavia, dat opa en Cornelia te Batavia in het huwelijk traden.

Uit dit huwelijk werden geboren de volgende kinderen:

  • Julius Marinus Theodoor, geboren Riouw 7 juni 1879 en gestorven ?? Tot op heden 15 mei 2015 niets kunnen vinden. Hij vertrok uit het ouderlijk huis te Den Haag op 5 dec 1899 richting “onleesbaar handschrift van de Haagse ambtenaar die de PK invulde.” Waarschijnljk iets in Zuid Afrika omdat er het woord Oranje in voorkomt, althans naar mijn mening.
  • Tussen Jules Marinus Theodoor en Cornelis Laurens Frederik zit een gap van 5 jaren. Ik heb geen eventuele broers/zusters kunnen vinden.
  • Cornelis Laurens Frederik, geboren 6 april 1884 Batavia en gestorven ?? Hij vertrekt op 9 april 1904 uit huis te Den Haag richting Mittweida en verdwijnt in de Duitse boeken in het hiernamaals. Spuertochten hebben niets opgeleverd tot en met heden 15 mei 2015.
  • Willem Egbert, geboren 27 okt 1885 Batavia en gestorven Overveen 21 juni 1958. Gecremeerd te Velzen.
  • Henri Constant, geboren 16 juli 1888 Bandjermasin en gestorven 23 febr 1948 te Heemstede aan de nasleep van gevangenschap te Cimahi. Begraven in het familie graf te Den Haag.
  • Theodoor Marie Cornelis, geboren Martapura 15 okt 1889 en gestorven 3 febr 1944 Purwoasri (Kediri) in gevangenschap. Hij werd mijn vader uit zijn huwelijk met Beatrix ten Cate.
  • Tussen mijn vader en tante Julia hieronder zit een gap van 6 jaar. Ik heb geen broers of zusters kunnen vinden.
  • Julia Cornelia, geboren te Bandjermasin 27 nov 1895 en gestorven na 1961 in Austra. Tante Julia Cornelia en oom Willem Egbert waren als enigen aanwezig bij de begrafenis van oom Henri Constant in Den Haag.

Op 22 febr 1899 vertrekken opa, oma en 4 kinderen voorgoed weg uit Bandjermasin richting Batavia, verblijven daar bij vader/schoonvader Tiemen Kroesen om uiteindelijk in mei 1898 in Den Haag zich te settelen op de Laan van Meerderveurt seg! (De twee oudste kinderen Julus Marinus Theodoor en Cornelis Laurens Frederik waren al eerder vertrokken naar Batavia, omdat zij daar de KW111 bezochten. Annette Juliana en Jan Cornelis uit opa’s eerste huwelijk met Laura, waren een stukje ouder en de wereld al ingetrokken.

Mijn grootvader Julius Boers en mijn grootmoeder Cornelia Helena Geertruida Kroesen.
Foto privé bezit.
Oom Willem Egbert met mijn pas geboren neef als baby op schoot te Bandung.
Oom Willem was Inspecteur bij de Spoorwegen. Foto privé bezit.

Oom Willem Egbert met mijn pas geboren neef als baby op schoot te Bandung. Oom Willem was Inspecteur bij de Spoorwegen. Foto prive bezit.

Onder: mijn vader Theodoor Marie Cornelis (abusievelijk de namen op de foto omgedraaid) en oom Henri Constant. Beiden waren de enigen van de familie die het langst in Indië verbleven en mijn pa is er zelfs gestorven. Wellicht had oom Henri ook niet teruggegaan naar Nederland, indien hij niet als oorlogsslachtoffer in febr 46 met het hospitaalschip Oranje subiet naar Nederland werd vervoerd linea recta uit Cimahi vandaan. Foto’s privé bezit.

Het huis te Martapura waar mijn pa werd geboren, toen opa nog ass.res. was aldaar. Deze foto (circa 1850) is afkomstig van de website www.nederlandsekrijgsmacht.nl  Op deze site kan men ook lezen over de krijgstochten te Bandjermasin en Martapura. En natuurlijk ook andere krijgstochten van het leger toen. Het dak is later een iets verbouwd en wat rechter getrokken.

Opa’s domicilie te Bandjermasin in 1890, tevens Residentiekantoor (KITLV)
De achter-zijkant van de sociëteit van Bandjermasin De Kapel in 1898.
Hier zullen opa en oma wel gedag gezegd hebben tegen de kennissenkring (KITLV)
De Kapel in 1898 vanuit een geheel andere hoek (bron: Tropen Museum).
Ik heb getracht te herleiden welke straat naar het Residentiekantoor leidde en de daartegenover liggende kraton, doch helaas pindakaas satésaus.
De Landraad van Bandjermasin uit diezelfde tijden (KITLV)

De Tennisclub 1898 van Bandjermasin. (KITLV). Bandjermasin was destijds ook een legerplaats en ik heb enigszins een vermoeden wie de heren in uniform geweest zouden kunnen zijn geworden etc., maar het is slechts een vermoeden en derhalve laat ik het achterwege. Mijn vermoeden is gebaseerd op namen van officieren en gezin, die omstreeks die tijden in Bandjermasin gelegerd waren.

De Indisch gelijkende dame in het midden op de grond zittend en met die zwarte strikdas, heb ik helemaal een donkerbruin vermoeden van wie zij geweest zou kunnen zijn. Qua leeftijd, passagierslijsten van Batavia naar Bandjermasin en gezicht, zou mijn vermoeden juist kunnen zijn, edoch… geen vaststaande bewijzen qua ondersteuning. De ietwat verdwaasd kijkende ballenjongen mag bij gratie des overheersenden blanken gefotografeerden ook aanwezig zijn op de foto, maar niet te dichtbij alsjeblieft ja….. Stel je veur seg….

De Tennisclub 1898 van Bandjermasin (KITLV)

Das war einmal en ik wou dat ik kon toveren… mezelf terugtoveren naar en in  die tijden, maar wel met bij me een notebook of iets dergelijks en mijn smartfoontje om alles haarfijn vast te leggen.

Voor opa, die ik nooit gekend heb.

Terug naar boven