Oom Henri Tjimahi

Voor mijn oom Henri Constant Boers en ten dele zijn jongere broer, mijn vader.

Hij was de één jaar oudere broer van mijn vader en die twee trokken veel met elkaar op. Per slot van rekening scheelden zij niet veel met elkaar. De overige broers en zusters waren enkele jaren ouder en later kwam er na 7 jaren nog een zusje bij en die was natuurlijk helemaal te klein om samen mee op te trekken.

Elders op deze website heb ik iets meer geschreven over oom Han (en ook over de andere ooms en tantes), maar deze pagina wijd ik speciaal aan hem in  verband met zijn gedwongen internering vanaf 7 maart 1942.

De hier geplaatste foto’s zijn het copyright van de webmaster van deze website (ondergetekende) en mijn neef W.P. Boers, die mij de foto’s verstrekte waarvoor mijn dank. !!!

Een extra noot betreffende mijn vader: Alle instanties in Nederland (die wat te maken hebben met interneringskampen te Indonesia) verklaren dat Purwo Asri GEEN gevangenkamp was. (Purwo Asri was HET “OORD” waar mijn pa in gevangenschap stierf). Geef mij dan de definitie van het volgende: Een stel gebouwen bestaande uit een suikerfabriek en woongedeeltes, tuinen erom heen en om het hele zooitje prikkeldraad met bewaking “made in Japan”. Mijn pa woonde NIET in dat Purwo Asri, maar woonde enkele 10-tallen kilometers verderop, maar mijn pa STIERF WEL in Purwo Asri.

Ik verklaar het als volgt: Pa werd gewoon gedwongen te Purwo Asri te wonen, werken en te sterven in een bewaakt oord. En als dit het geval was, dan is het voor mij ook heel duidelijk, dat Purwo Asri dan valt onder de normen van een interneringskamp. Ik baseer mijn mening eveneens op de krantenberichten uit www.kb.nl waarin gemeld wordt, dat ALLE Europeanen uit de nabij gelegen ondernemingen naar diverse interneringskampen werden gebracht. (En gescheiden van elkaar op sekse en leeftijd en fysieke conditie.)

Het NIOD verklaarde mij, dat er wel eens mensen gedwongen werden te werken op een plaats die niet hun woonoord was , vrijelijk van huis naar werk en v. v. konden gaan en daarvoor droegen zij een herkenbare identificatie op hun mouw, maar er zijn geen namenlijsten beschikbaar van zulke slachtoffers. (Waarop gebaseerd? Op verhalen van ??? Getuigen??? Wie??? Namen??? Als er verhalen bestaan die verhaald zijn door mensen, dan zijn er ook namen toch???)

Verder is er door het OGS op Kembang Kuning een kruis geplaatst van M.C. Boers met datums onbekend en gestorven te Kediri (nabij Purwo Asri dus). Vreemd dat er geen nadere gegevens van bekend zijn, maar wel zijn voorletters. Hoe is het OGS aan deze voorletters gekomen? Via getuigen of droeg het slachtoffer een briefje bij zich met zijn naam erop????

Een aanvullende verklaring van het OGS was als volgt: “Het zou kunnen, dat M.C. Boers van elders vandaan kwam en naar Kediri was gegaan.” “Het zou ook kunnen, dat de bedoelde M.C Boers dezelfde is als uw vader Th.M.C. Boers.” Tja, doe het er maar mee….. De almanakken en overige bronnen vermelden GEEN persoon M.C. Boers die naar Kediri vertrok. De almanakken en overige bronnen vermelden slechts dat er één persoon woonde die toevallig Th. M.C. Boers heette….Vreemd niet dan?

Hieronder een foto van oom Henri (Han) links, dan oom Willem Egbert (3 jaar ouder dan oom Han en grootvader van mijn neef W.P. ) en daarnaast rechts mijn vader Th.M.C. die als enige van de familie in het Jappenkamp te Purwo Asri in 1944 het leven liet. Oom Willem Egbert vertrok begin jaren ’30 voorgoed naar Nederland.

 

Oom Henri Constant werd geboren te Banjarmasin op 16 juli 1888 waar opa (zijn pa dus) in die jaren nog de scepter zwaaide als ass.resident van Zuid Oost Borneo. Later werd opa de resident van Banjarmasin in april 1894 t/m febr 1898 en vertrok het gezin niet lang erna begin 1899 naar Nederland waar opa en oma van het pensioen genoten en de kinderen hun studie vervolgden. De kinderen vervolmaakten hun studie en keerden naar voormalig Indië terug. Oom Willem Egbert, oom Han en Pa trokken naar de Preanger en verdienden hun brood op de plantage. Oom Willem Egbert en Pa trouwden er en oom Han ging door het leven als vrijgezel. (Alhoewel het gerucht in de familie rondging, dat oom Han wel een “vriendin” had; zij scheen van Molukse afkomst te zijn…. Ik heb echter geen directe bewijzen van zijn “verkering”.)

Hieronder oom Han in zijn jonge jaren. Ik kan met het best voorstellen, dat oom Han een geliefd object van de dames was geweest en het ook wel prettig vond.

Het werd 7 maart 1942 en oom Han was al meteen de klos en werd opgepakt (als ik althans af ga op de aantekeningen in de krant) , in tegenstelling tot pa, die in het Kedirische woonde en werkte en  – volgens het NIOD – dus dan met een soort “vrijwaringsbewijs” om zijn armen het woon-werk verkeer volbracht… jaja. Amme oela. Ik kan het niet staven met bewijzen, maar de overlevering zegt, dat pa gestorven was aan buikvliesontsteking en als je een buikvliesontsteking hebt, dan wandel je niet zomaar ff van je huis naar je werk en omgekeerd. .. Dan lig je te kreperen van de pijn op je bale-bale en als er geen medische hulp is, dan ga je dus gewoon kapot.

Hieronder enkele beelden van aantekeningen die oom Han maakte op een krant van november 2602 (1942) Asia Raya – Het Grote Azie. Het is een Japanse krant die in de oorlogsjaren door de Japanners werd uitgegeven. Met dank aan mijn neef W.P. Boers die mij de krant verstrekte, samen met afbeeldingen van een lepel en een vork met inscripties erop gegraveerd.

De inscripties op de lepel en de vork zijn afwijkend van de aantekeningen op de krant. Ik hou het erop, dat de krant de juiste datums vermelden en dat later de inscripties op het bestek zijn aangebracht. Maar dat het geheel aan datums teveel was om erop te graveren.

 

Op het bestek (foto boven) zie ik staan:

Interneringskamp Zusters Ursulinen 9-7-42 en Gedoeng Badak 9-10-1942, hetgeen impliceert dat oom Han dus pas op 9 juli 1942 het kamp in werd gedirigeerd en op 9 okt 1942 richting Gedoeng Badak ging.

De aantekeningen op de krant, gemaakt door oom Han duiden echter op een veel langere route met diverse stopplaatsen. (Zie foto’s onder.), waren mijn eerste gedachten, waar ik echter later in dit artikel op terug kom.

(Foto boven):

  1. Boei serang (??) 2 maart  – 10 juli 1942. Volgens mij was het geheimschrift en moet het zijn Bodjong Terong. (Oom Han was werkzaam op de thee onderneming Bodjong Terong nabij Tjibadak.).
  2. Dan iets “onleesbaars” van 10 juli – 12 aug. Dit onleesbare zou een afkorting gweest kunnen zijn van Z.Urs.(??)  hetgeen zou stroken met de inscriptie op het bestek.
  3. Dan iets van Boei Bzorg (zou dus Buitenzorg – maar waar –  geweest kunnen zijn) van 13 aug – 4 nov
  4. en tot slot Kedoeng Badak van 4 nov tot ???  hetgeen weer NIET strookt met het bestek….
  5. In Indonesia gebruikt men wel eens het woord boei voor gevangenis.

Dan de volgende foto onder: Andere notities in de krant.

Ik lees in een ander handschrift aangetekend:

  1. 16/7 – Prospecteure (??) Wat wordt hiermee bedoeld?  Bantam-Banten.
  2. 1-8 – Goenoeng Madoer. Bantam-Banten.
  3. 18/10(19) – Tjiwandiri. Bantam-Banten.
  4. 18/10 – Tjibobos. Bantam-Banten.
  5. 20/11 – Interneering R.B. Bogor.

Ik vraag me af: Zou deze krant door diverse andere geïnterneerden ook gebruikt zijn als “dagboek”?

Ja, is mijn antwoord, want ik verwijs naar een fragment van de krant zoals te zien is op de foto hieronder. En dan zie we een naam verschijnen, die wel in de archieven van GaHetNa. nl terug te vinden is.

 

Op de foto boven geheel rechts de naam van oom Han, namelijk H.C. Boers en een datum 9 juli (op de krant zelf is dit duidelijker te onderscheiden) en deze datum strookt weer met de datums op het bestek.

De naam van D.H. Meyer word voorafgegaan door een nummer 823. Zou dit het gevangenen nummer geweest zijn van D.H. Meyer?

Een stap duidelijker voor mijn onderzoek naar de familie historie, dank zij deze aantekeningen op een krant van november 2602 !!! Het fijne echter ervan zal ik nooit te weten komen…..

Nog een krantenbericht hieronder inzake de Ass. resident D.H. Meyer betreffende het geschil in april 1939 tussen hem en de Regent van die streken waar hij resideerde. De kranten vermelden niet meer het verloop van het geschil. Wel staat in de kranten een bericht uit 1940 dat de Ass.Res. D.H. Meyer in zijn functie van Politie ambtenaar in die contreien een moordzaak onderzoekt, hetgeen impliceert, dat het geschil waarschijnlijk in de doofpot werd gestopt.

Hieronder een foto van het KITLV met de heer Hilman Djajadiningrat in het midden. (Olke van der Plas = tweede van rechts met baard.) Over de heer Hilman D. is veel te vinden in de archieven. (voor de eventuele geïnteresseerden.)

 

 

Terug naar boven