Trawas: jagen met pa

Trawas, het jachtgebied van pa en zijn jachtkornuiten. Het kerstcadeau anno dec 2015.

Voor mijn nieuw verworven familie: Raden Mas Achmad Syafii en zijn gezin. (Foto’s met dank.)

Kaart onder, waar de twee rode merktekens staan is Trawas resulterend onder Mojokerto. Op het eiland Madura links is de stad Bangkalan. Lees het verhaal en je zal begrijpen waarom ik het hier aanmerk.

Niet geschikt voor lezers die totaal geen affiniteit hebben met de  plaatselijke bevolking en zich alleen bezighouden met gezeik over hoeveel mensen er wel niet vermoord werden tijdens de Bersiap en hoe lelijk men wel niet is behandeld in die periode en dat ze weggejaagd werden en nog meer van dat soort en dan een heel volk generaliseren EN verloochenen dat zij ook van dat volk ten dele afstammen; dan hierbij mijn visie op dat gebeuren: ik moest ook rennen voor mijn leven; ik heb ook achter tralies gezeten voor mij eigen veiligheid,  maar ik ben wel voor een deel afstammend van het volk dat Indonesia bewoont, naast mijn Armeense en overige Europese roots en ik ben er trots op en ik hou van dat land en zijn bevolking ondanks alle sores en ellende die er te vinden is. Zo, dat is ook weer uit mijn hart gegrepen. Ik blijf tenminste niet hangen en zeiken in mijn oerverleden maar kijk vooruit…. !!!

Onder: Een kaart uit 1910 uit de Tourist Guide East Java ter bevordering van het Toerisme. Uitgave Weltevreden.(Zie blauwe pijlen)

Een en ander heb ik reeds verhaald op andere pagina’s en deze pagina is een soort vervolg ervan… een vervolg mogelijk gemaakt door het internet en Facebook.

Een voorafje:

We waren arm. het waren slechte economische tijden en er was weinig werk en dat alles speelde zich af in de jaren begin 1950 en een ieder was druk bezig om eten op zijn bordje te krijgen. Het systeem veranderde en of men nu tig-jaren in dienst was geweest, je ging eruit en werd vervangen door een Indonesiër. (Het geen eigenlijk best logisch was, want voorheen had de Indonesiër bitter weinig kansen.) Pa had heel wat jaren bij de SS (Staats Spoorwegen gewerkt als Stationschef) en kon wieberen, ook al was hij voor 90% bijna volbloed Javaan/Madoerees. Niks mee te maken, want pa behoorde tot het vooroorlogse koloniale systeem. Ik weet het niet zeker, maar ergens is er iets in mijn achterhoofd over pa’s pensioen dat hij waarschijnlijk niet kreeg en slechts pensioen kreeg over de jaren dat de SS overgenomen was door de Indonesische regering. dat waren dus niet veel jaren en dus ook geen vette hap aan pensioen.

Pa had geen hoge vooropleiding gehad en het enige wat ie had waren zijn praktische ervaringen uit het leven, dus restte pa niets anders dan maar op zwijnenjacht te gaan en daaruit wat opbrengsten te oogsten.

Ik was klein en had totaal geen benul wat een gebrek aan geld voor het huishouden inhield en nam alles voor lief aan, dus ook het plan dat pa op een dag aan ma voorhield: “Hij gaat voortaan mee op jacht, zodat ie weet hoe hij zijn handjes kan gebruiken. Kan ie leren hoe hij een zwijn moet villen en uitbenen enzovoorts.”

Ma zag het eerst niet zo zitten, al die wilde beesten in de jungle maar gaf uiteindelijk toe en zo vertrokken pa, de rest van de meute jagers vriendenclub in optocht via Mojokerto over des Indonesiche wegen richting Mojokerto om aldaar de jungle van een aantal wilde zwijnen te verlossen, die veelal een last waren voor de plaatselijke bevolking omdat hun schrale oogst een geziene voerbak was. En ik vond het geweldig en avontuurlijk en was later ook heel blij om de warmte van Surabaya achter me te laten, want het was aardig koud daar in die bergen.

De meute reed of op oude HD’s (afkomstig uit de achtergelaten berg voertuigen van het Nederlandse leger) of in oude Willys jeeps( eveneens achtergelaten of op de zwarte markt terecht gekomen en via die weg in handen van de liefhebbers.)

Pa had beide ter beschikking en het liefst had ik destijds ,dat hij in de HD met zijspan reed, want in de zijspan zat ik en was er geen plaats voor de wilde zwijnen. Gingen we met de jeep, dan was ik de klos, want de zwijnen werden op een hoop in de laadbak gedenderd en ik was gedwongen om meer dan een uur met mijn poten opgetrokken plaats te nemen op de ijzeren bankjes, die eigenlijk spatborden waren. Dat was echt geen lolletje want de spatborden waren van ijzer en mijn achterste werd het ook na een uurtje erop gezeten te hebben.

Harley Davidson model, foto Gaf.zeeland.net: Pa had op het achterspatbord een zweefzadel gemonteerd en dat zadel was ongeveer 30cm hoger, dus ik torende altijd wel boven pa uit tijdens het rijden, als tenminste een vriend al plaats had genomen in de zijspan. Anders zat ik in de bak natuurlijk. Het bagagerek had pa een stuk naar achteren gemonteerd en bevestigd door middel van een paar extra steunbalken. Ja, prutsen kon pa wel en dat allemaal geleerd uit de praktijk en levenservaring.

Het jachtgebeuren zelf te Trawas was voor mij eigenlijk bijzaak.

We logeerden bij Pak Lurah in zijn pendopo woning. Het was het eerste huis als je Trawas via het toen en nu nog steeds smalle landweggetje inreed, gelegen aan de rechterkant. Een groot erf met rechts naast de pendopo een grote 200 liter drum vol met regen- of putwater, ijs- en ijskoud en dat was om je te wassen. Een paar stoeptegels om op te staan, geen bamboemuurtje of zoiets en wassen deed je jezelf maar met je ondergoed aan….Of wassen kon je ook in de kali achter in een soort dal en dat was eigenlijk de wasgemeenplaats van het durp Trawas toen: kleren wassen, pannen en borden wassen, mensen wassen en poepen en piesen, allee alles wat gewassen moest worden deed men in hoofdzaak daar in die kali. Trouwens alleen Pak Lurah had zo’n grote regenton als extraatje want dat ding had ie gefabriceerd voor de gasten die liever niet de kali in gingen. De toevoer van het water geschiedde in de regentijd via de dakgoot en in de droge tijd werd dat ding gevuld met water uit de put ernaast. Oh ja, poepen deed je of in de kali of achter wat gedekschermen (gevlochten bamboe) in een gat in de hgond. Klaar, Hoefde je ook niet door te trekken en een emmer water met een gayung was altijd vol ernaast in de wacht voor de gebruiker.

Het erf van de pendopo was tevens de vergaderruimte voor de durpsbewoners als Pak Lurah zijn toespraak hield om welke reden dan ook of als het jagersvolk was gearriveerd en drijvers nodig had. En was men vandaag niet aan de beurt als drijver om wat bij te verdienen, dan was het wel de volgende keer; dat hield men zelf altijd wel bij wie aan de beurt was.

En tussen het wachtend volk gezeten, zat ik meegezeten op mijn hurken en leerde er mijn eerste sigaretten roken, gekregen van een of andere dorpsbewoner. Zelf geteelde tabak en gedroogd jagungblad als sigarethoesje en daar in dat durp Trawas leerde ik ook voor het eerst de longen uit mijn lijf te hoesten…..tot zeer grote hilariteit van het toeziend mede hurkend volk

Het smalle toegangsweggetje naar het durp en anno dec 201 nog steeds even smal en nog steeds de zelfde ladangs ernaast en nog steeds diezelfde berg en nog steeds datzelfde groene gras en nog steeds elke keer die opwinding in me als we naderden. Want ik was bezeten van Trawas. Bergen en vrijheid… Foto Copyright (Facebook naam) Raden Mas Achmad Syafii Dec 2015. Dilarang jiplak. !!!!

Goed Pa en zijn maten gingen op jacht de bossen en velden in, soms ging ik mee maar veelal bleef ik liever achter in het durp, want er waren jongetjes en meisjes van mijn nog jeugdige leeftijd en bijna altijd was het speelterrein de kali. De kali met zijn ijskoud water en zijn bergstenen zo groot als de “jeweetwel” van een reus. In de kali zelf gingen de jonge opgoeiende dames richting moeders die de was deden en wij jongens vermaakten ons in het water met af en toe een schuine loerende blik naar de verderop spartelende afgevaardigden van het schone desa volk. Omdat ik er bij was (als zoon van de Grote Blanke Jager Die Geld In Het Laatje Bracht), hielden moeders zich een beetje in en werd er niet gescholden vanwege onze loerende blikken, maar moeder’s blikken zeiden hele boze verhalen in onze richting.

De omgeving heden ten dage anoo dec 2015: Foto Copyright Raden Mas Achmad Syafii (FB naam).Foto onder: Copyright Raden Mas Achmad Syafii. Dilarang jiplak.

Het zoontje van Raden Mas Achmad Syafii in diezelfde kali maar dan nu tig-jaren later als dat ik er ooit stond. Niets veranderd, zelfde ijskoude water, zelfde stenen en op deze achtergrond dezelfde wassende handen, alleen is het nu rood plastik waar het vroeger oud blik was of iets dergelijks. Het zelfde heldere water, ondank gepoep en gepies en zeepresten. Die zelfde rotstenen met scherpe randen soms waar ik mijn poten aan openhaalde en ik het in eerste instantie niet voelde, omdat mijn poten stijf verdoofd waren door het ijskoude water

De omgeving. De bossen zijn wat dunner geworden, veel gekapt ten behoeve van gebruik van brandhout en eventuele droge ladangbouw. Zelfs de wolken zijn het zelfde gebleven. Foto Copyright Raden Mas Achmad Syafii (FB naam). Dilarang jiplak !!! Kalau jiplak tanpa izin, ndasmu tak hantam, mampus lu..

Ok, maar waarom zo lyrisch over dat Trawas en de omgeving? Gewoon simpel omdat ik vriendjes had en een onbezorgd stukje avontuurlijke jeugd en dat werd plotsklaps afgebroken. Want de kwestie Nieuwe Guinea was roerend en rommelend en op een gegeven moment moest pa zijn geweer inleveren en was het afgelopen met de avontuur gein en afgelopen met de vriendschap tussen de bocak/cewek gunung (jochies en meisjes uit de bergen) en ondergetekende en we gingen uit elkaar. Dag Trawas, dag wilde zwijnen, dag bergen, dag vriendjes. dag zwerftochten…..

Het leven ging door, ik ging naar Nederland en zij bleven achter in hun strijd om het dagelijks harde bestaan, maar die tijden bleven in mijn achterhoofd hangen en dacht vaak genoeg aan hen. Hoe zou het vergaan zijn met ze?

Het internet tijdperk barstte in alle hevigheid los en zo ook de social media zoals Facebook. Ik werd lid van een groep op FB waar onder ander Raden Mas Achmad Syaffi ook lid van is. We raakten via het internet aan de praat omdat we beiden Madurees bloed in ons hebben. Hij een beetje meer dan ik en ik slechts via mijn oma/moeder en ik verhaalde hem over Trawas. Hij is ook natuurliefhebber en we liggen elkaar heel goed.

Foto onder: het gezin van Raden Mas Achmad Syafii ter kennismaking. (Foto copyright). We zijn nu een soort familie geworden. Ze dragen groen, als teken omdat ze van de natuur houden en van Trawas. (De dame op de achtergrond hoort er niet bij. Ze zit op een rotsblok en het lijkt wel of ze een broek binnenste buiten aan het keren is. …. Ze zal d’r vent toch niet …..? Ergens onder een rotsblok?…..)

Het werd halverwege dec.2015 en van de week stuurde hij me foto’s en een verhaal over Trawas, welke hieronder te zien en te lezen is.

Het gezin was voor een long weekend naar Trawas gegaan om te kamperen aldaar op een speciaal aangelegd terrein ervoor bij de air Terjun(waterval) en die zelfde avond dat zij arriveerden (vanuit Bangkalan Madura on the way to Trawas, reken maar uit hoe lang dat duurde) ging hij langs bij Pak Prayit, een oude dorpsbewoner die samen met Bu Prayit een warung runt.

Het eten wordt nog steeds gekookt zoals het in de desa gebruikelijk is al eeuwen lang ondanks internet en electronica en alle andere gemakken.

(Foto’s Copyright Raden Mas Achmad Syafii.) Dilarang jiplak, awas loh !!!!

De keuken en Bu Prayit. De vloer is aangestampte aarde net als eeuwen lang al gaande is in de eenvoudige desa’s.

Pak Prayit en Raden Mas Achmad Syafii tijdens hun ngobrol-uurtje op vrijdag avond laat 18 de 2016, over toen fan froeher, toen Trawas nog een zwart-wit durp was.

Wie zijn zij in hemelsnaam? Een goede oplettende lezer heeft het natuurlijk allang door. Pak Prayit is één van mijn vroegere vriendjes evenals zijn vrouw er destijds ook bij was bij het kliekje ongeregeld dat de “boulevards” van Trawas onveilig maakte.

Raden Mas Achmad Syafii stuurde me ook een fragment van het gesprek dat plaats vond tussen hen beiden en dat volgt hieronder gequoted: (geïnteresseerden mogen het zelf vertalen. Pak Google tranlate er anders maar bij. Ben ik niet voor. Raden Mas had ik destijds een jeugdfoto van me gestuurd en die liet hij Pak Prayit tijdens dit gesprek zien.)

malam hari jam 9:30 nyampe di trawas saya ngomong2 dengan pak prayit, : Saya : “Pak prayit inget tahun sekitar 40-50an lurahnya siapa namanya ?”

P. Prayit : ” oh iyaa inget, namanya pak Singomerto, orangnya sakti mas… punya ilmu gaib “

Saya : “waah kebetulan kalau begitu, apa pak prayit inget dulu ada anak dari belanda sering nginep di rumah pak lurah..?”

P. Prayit : “iyaa mas, ada anak laki-laki.. tapi tinggalnya di surabaya mas, rumahnya di surabaya, dulu sering main kesini, paling seneng kalau diajak main di kali… (hayoo om Hans memang suka mandi di kali yaa… :D) namanya klo gk salah aduuh siapa yaa.. Frans… Hans… sopo yoo lali aku…” (Saya memang sengaja tidak menyebutken nama om Hans dulu waktu nanya hanya sekedar memastiken aja hehee)

Saya : “selain pak prayit, apa masih ada teman-teman yang lain yang masih ada sekarang, yang mudah dijangkau “

P. Prayit : “masih ada mas memang sekarang tinggalnya berjauhan ada yg di Tamiajeng, ada yang sudah meninggal juga…”

Saya : “oh maaf pak prayit,… mungkin pak prayit bisa lihat foto ini… (kemudian saya menunjukkan foto om Hans yang bertiga di handphone saya)

P. Prayit : “naah.. ini anaknya, wajahnya seperti ini saya inget sekali…”

Saya : “itu masih keluarga pak Prayit, neneknya berdarah Madura seperti saya… smile-emoticon “

P. Prayit : “Oaalaaaah….. mas…

Unquote.

En Raden Mas Schmad Syafii? Wie is hij dan behalve een zeer (familie) goede (Fb) vriend? Familie natuurlijk van Pak Prayit en daarom had hij al die tijd gezwegen voordat hij naar Trawas ging. Het was zijn verrassing voor me.

Oh ja, die Lurah destijds waar we logeerden. Die heette Pak Singomerto en eens in de maand kwam ie langs bij ons in Surabaya. Tot op heden (halverwege de 2015) was het me nooit duidelijk waarom hij dat deed. Na het fragment gelezen te hebben, werd het me duidelijk. Ik had namelijk nooit eerder geweten dat de Lurah een “heilige” was die de “Kunst” verstond. Mijn pa was geen “heilige” maar verstond wel de “Kunst” van guna guna. Pa had in de Lurah zijn meester gevonden en leerde van hem. Tja de “kunsten” van pa staan me nog heel duidelijk voor de geest.

Overigens – zomaar ter extra info -. In de Java oorlog 1825-1830 was een soldaat in dienst van Pangeran Dipanegara en die heette ook Singomerto. Hij vernoemde zich later Bapak Heru en kreeg zonen. Al zijn zonen werden later Lurah van één of ander durp waar ze zich vestigden. Meer lezen erover?  Klik op http://batangtea.blogspot.nl/2014/02/sejarah-desa-kembanglangit_16.html

Een mooi kerstcadeau anno 2015 voor me. Één der mooiste ooit die ik gekregen heb. We waren arm en we maakten van het leven wat er te maken van viel en dat was goed. Het was voor mij de tijd van één hemd in de kast, één hemd aan je bast en één hemd in de was, want meer hadden we niet. Het was de tijd dat ik leerde wat het leven inhield en ondanks de ellende ben ik gelukkig geweest, want ik weet van overleven betekende. Rijst aangelengd met jagung (mais korrels) naar binnen werken, omdat enkel rijst op je bord te duur was. Moet je nou mee aankomen bij de tegenwoordige maatschappij. Te belazerd om uit de ogen te kijken en heel de dag enkel met de vingertjes op het toetsenbordje van het handfoontje kietelen.

Tom Phefferkorn, mijn pleegpa in zijn glorie jaren als zwijnen/hertenjager voor den brode. Kompleet voorzien van de drijvers en de jachthonden, die al in de startblokken staan.

Copyright www.imexbo.nl en niet jatten, want ik hak je kop eraf als ik merk. Je laat je IP adres namelijk achter als bezoeker.

 

Terug naar boven